Je onderzoekt wat je belangrijk vindt om aandacht te geven. Je hebt visie op je eigen ontwikkeling en staat regelmatig stil bij jouw functioneren. Als leider ben je bezig met jouw klant, met waar je als organisatie en afdeling/team “voor op de wereld bent gezet”. Deze visie is je kompas.
De vier leiderschapsstijlen
Het model heeft twee dimensies: taakgericht en mensgericht gedrag van de manager. Taakgericht leiderschap is sturend waarbij de focus ligt op de uitvoeting van de taak. Mensgericht leiderschap is daarentegen meer ondersteunend en hierbij ligt de focus op de onderlinge verhoudingen.
Een leider geeft andere mensen richting en ruimte en hij faciliteert hen om zelf verantwoordelijkheid en regie te nemen als het gaat om het creëren van een bevredigende toekomst.
Een goede manager onderscheidt zich door zich ook écht verantwoordelijk te voelen. Als je oprecht betrokken bent bij het managen, zullen anderen je respecteren en vertrouwen. Daarnaast heb je als manager een voorbeeldfunctie. Je bent verantwoordelijk voor je eigen gedrag, maar ook het gedrag van je werknemers.
Leiderschap is het proces waarbij een individu anderen beïnvloedt om een bepaald doel te bereiken. Goed leiderschap is in staat om anderen te stimuleren en te inspireren. Deze leiders versterken motivatie, betrokkenheid en de prestaties van de organisatie.
Bij professioneel leiderschap draait het erom dat je laat zien dat je de spil bent in het zorgproces van de organisatie, waarbij je ook invloed uitoefent op de strategische richting van de zorgorganisatie.”
Strategische leiders stellen mensen op alle niveaus in de organisatie in staat beslissingen te nemen. Deze verdeling van verantwoordelijkheid geeft potentiële strategische leiders de mogelijkheid om te zien wat er gebeurt als mensen risico's nemen.
Een goede teamleider voorziet een team van drie belangrijke ingrediënten: coördinatie, inspiratie en zorg. Hij heeft overzicht, geeft richting en brengt structuur aan. Daarnaast geeft hij ook complimenten, representeert het team naar buiten toe en bemiddelt bij conflicten.
Een goede teamleider geeft zijn mensen genoeg vrijheid om nieuwe ideeën te ontdekken, te experimenteren en om een eigen werkwijze te ontwikkelen en aan te passen. Een goede manager zorgt ervoor dat zijn mensen de juiste tools en flexibiliteit hebben om hun werk goed te kunnen doen met voldoende autonomie.
Ze nemen beslissingen die volgens collega's en ondergeschikten niet in het beste belang van de organisatie zijn. Ze vermijden collega's, werken onafhankelijk en zien andere leiders als concurrenten. Ze leggen hun mensen normen en prestatieverwachtingen op waaraan zij zich zelf vervolgens niet houden.
Zowel dichtbij de mensen staan als een gepaste afstand kunnen bewaren. Zowel onafhankelijk en zelfstandig kunnen denken als zich kunnen aanpassen. Doen wat je zegt en zeggen wat je doet. Vertrouwen aan mensen durven geven en je niet irritant bemoeien met de dagelijkse gang van zaken.
Nelson Mandela, Barack Obama en Martin Luther King vormen de top drie, terwijl Koningin Maxima, André Kuipers en Floortje Dessing de hoogst gerangschikte Nederlanders zijn in de ranking.
Een echte leider speelt geen toneel. Hij is authentiek en blijft altijd zichzelf. Tegenover klanten, collega's en partners is hij eerlijk, transparant en zegt hij waar het op staat. Hij gelooft oprecht in zijn doelen, maar durft zichzelf gerust in vraag te stellen.
Zie je in leiderschap en leidinggeven twee verschillende dingen, dan is het antwoord op de vraag natuurlijk volmondig ja, echt iedereen kan een leider zijn.
Visionair leiderschap: de bedenker van de koers
Het (samen met anderen) ontwikkelen van een visie is essentieel. Dankzij deze visie kan de leider de koers uitstippelen en de organisatie naar een stip aan de horizon leiden.
Dat betekent dat de geest erin blaast. Een inspirerend leider: Kan anderen in beweging zetten, is gedreven en wordt gedreven door innerlijke drijfveren. Komt begeesterd en bezielend over.