Vanaf zijn 7e verjaardag wordt je kind voorzichtiger en rustiger. Hij krijgt meer controle over zijn lichaam en denkt meer na voordat hij iets doet. En hij leert ook om meer geduld te hebben.
Doe samen ontspanning of ademhalingsoefeningen. Veel energieke en drukke kinderen kunnen zich moeilijk ontspannen. Door ze bewust te maken van hun lijf en ademhaling kunnen ze dit leren. Er zijn ook leuke (mindfulness) boekjes en apps met goede oefeningen te vinden.
Druk gedrag bij kinderen
Het ene kind is van zichzelf onrustiger en beweeglijker dan het andere. Sommige kinderen zitten vol met energie. Het gedrag is dan normaal, het hoort bij het kind. Het kind heeft last van stress, bijvoorbeeld door dingen die gebeurd zijn.
Reageer positief als ze iets willen vertellen, laten zien of vragen. Even aankijken, knikken, of een glimlach kunnen al voldoende zijn voor een prettige sfeer. Probeer zoveel mogelijk op te letten wat het kind goed doet. Geef onmiddellijk een complimentje, waarbij je het goede gedrag benoemt.
Het idee is dat je de baby oppakt en zijn armpjes rond de borst vouwt. Vervolgens moet je de armpjes zacht tegen de borst drukken terwijl je de kin ondersteunt. Met je andere hand kun je de baby ondersteunen. Ten slotte houd je de baby in een hoek van 45 graden en wieg je de baby langzaam heen en weer.
Een kind met ADD in de klas valt meestal niet zo snel op. Ze vertonen gedrag dat je ook bij andere kinderen ziet, zoals dagdromen of een korte aandachtsspanne. Als je regelmatig in het rapport ziet staan dat het kind moeite heeft met concentreren, dan zou het kunnen dat het kind ADD heeft.
Kinderen met motorische onrust kunnen thuis niet aan tafel blijven zitten bij het eten, hebben op school moeite met het blijven zitten op de stoel, zijn met andere dingen bezig dan waar de focus eigenlijk moet liggen.
Bij ADHD is uw kind sneller afgeleid, drukker en/of doet het vaker dingen zonder na te denken dan andere kinderen van dezelfde leeftijd. Dit geeft problemen: thuis, op school en/of in het omgaan met andere kinderen. Als ouder kunt u training krijgen om hiermee om te gaan.
Motorische ontwikkeling
Een 3-jarig kind kan goed alternerend traplopen. Alternerend wil zeggen dat hij links en rechts afwisselt bij het traplopen. Hij kan op één been zijn evenwicht goed bewaren en hij kan enkele sprongen hinkelen. Ook kan hij met zijn beide voeten tegen elkaar een paar sprongen maken.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
Dagelijks schreeuwen tegen je kind levert volgens onderzoekers namelijk angstige kinderen op, die bovendien vaak gaan liegen. "Het gevolg van een schreeuwen is dat kinderen alles gaan doen voor de goedkeuring van de ouder, om te checken of je nog wel van ze houdt."
ADD bij volwassenen
Er is sprake van een verminderde concentratie. ADD bij volwassenen komt regelmatig voor. ADD'ers komen dromerig over maar hebben een hoofd vol gedachten. Ze zijn overgevoelig voor uitwendige prikkels en trekken zich regelmatig terug om opgedane ervaringen te verwerken.
Bij de variant Attention Deficit Disorder (ADD) is er geen sprake van hyperactief of impulsief gedrag, maar wel van een gebrek aan aandacht of juist een teveel aan aandacht op één onderwerp. Autisme en ADHD komen vaak gezamenlijk voor, hoe vaak precies is nog onbekend.
Mensen met ADHD uiten dat meer fysiek dan mensen met ADD. Daarnaast is iemand met ADD meer een dagdromer terwijl iemand met ADHD meer een doener is, meer met zijn ideeën daadwerkelijk aan de slag gaat. Uiteraard zijn er ook voldoende overeenkomsten tussen ADHD en ADD.
Als ze boos zijn, blij, verdrietig, dan produceren ze vaak extra geluid. Ook tijdens het spelen, en dan vooral in de omgang met andere kinderen, vinden ze het heerlijk om veel lawaai te maken. Zo raken ze hun energie kwijt en kunnen ze zich uiten.
Onrustig gedrag kan te maken hebben met het kind zelf, maar ook met de omgeving. Dus de prikkels die het kind thuis en op school en verder om zich heen op zich af krijgt. De onrust maakt dat het kind niet stil kan zitten en altijd in beweging wil zijn.
Normaal huilgedrag
Baby's huilen de eerste drie maanden van hun leven het meest. De eerste 6 weken gemiddeld 2 tot 2,5 uur per dag. Daarna neemt het aantal uren dat baby's per dag huilen weer af. Rond de 3 maanden is de huiltijd weer 1 tot 1,5 uur per dag.
Kinderen met ADHD zijn beweeglijk, kunnen moeilijk op hun plaats blijven zitten, wiebelen, praten veel, hebben vaak ongelukjes, verstoren het spel van andere kinderen, zijn snel gefrustreerd, ze zoeken sterke prikkels, hebben moeite met op tijd komen of op tijd dingen afmaken en missen een deel van de instructies.
De eerste ADHD kenmerken komen vaak aan het licht wanneer je kind 3 of 4 jaar is, maar het kan ook op jongere of oudere leeftijd naar boven komen. We noemen ADHD een ontwikkelingsstoornis. Zo'n stoornis belemmert de ontwikkeling van een kind of jongere en is op latere leeftijd vaak moeilijk te herkennen of behandelen.
Bij kinderen die problemen hebben met hun concentratie en/of hyperactief zijn, wordt al vaak gedacht aan ADHD. Rusteloosheid, onoplettendheid, erg energiek zijn of dagdromen zijn zaken die bij hoogbegaafde kinderen vaak voorkomen en tevens allemaal kenmerken zijn van ADHD.