In maart kun je de volgende gewassen al in de moestuin zaaien: spruitjes, raapstelen, radijs, rapen, snijbiet, spinazie, tuinkers, herfst- en winteruien, wortelen, kapucijners, doperwten, peultjes, postelein en prei. Tip: Sommige planten kun je beter wel, of juist beter niet naast elkaar zetten.
Ook planten doe je het best in het voorjaar. Vooral eenjarigen, zoals komkommerkruid, dille en koriander, maar ook mediterrane vaste planten, zoals tijm, salie en lavendel, plant je het best in de lente. Want dergelijke kruiden zijn minder goed bestand tegen vrieskou.
Dit geldt zeker voor mediterrane kruiden zoals tuim, rozemarijn, lavendel, salie, enz. Andere eenjarige kruiden die het goed doen in de zon zijn: rucola, koriander, basilicum, dille, kamille, goudsbloem, enz. Sommige kruiden gedijen dan weer wat beter in halfschaduw of schaduwrijke plaatsen.
Niet alle kruiden kun je zomaar naast elkaar zetten. Dille en venkel bijvoorbeeld gaan onderling kruisen; de plantjes die hieruit ontstaan hebben veel minder smaak. Om te voorkomen dat jouw kruiden het volgende seizoen een heel andere smaak krijgen, kun je dus maar beter ieder jaar nieuwe zaadjes aanschaffen.
De plant behoudt het hele jaar zijn groene blad en witte en lichtblauwe bloemetjes. Rozemarijn is tamelijk vorstgevoelig waardoor het lastig kan zijn om het buiten te telen. Gelukkig kun je het ook prima onder glas kweken of binnen. Net als van veel andere kruiden, heeft rozemarijn geneeskrachtige werkingen.
Basilicum heeft warme lucht en zon nodig, dus het beste hierbij is om binnen te beginnen, vier tot zes weken voor de laatste nachtvorst. Vanaf half mei kun je dit ook buiten doen.
Bijna alle kruiden zijn geschikt om in potten te kweken. Zolang je maar rekening houdt met de grootte van het kruid. Het is namelijk erg belangrijk dat kruiden in potten genoeg ruimte hebben. Vergeet ook de diepte van de pot niet: sommige kruiden wortelen erg diep, mierikswortel bijvoorbeeld.
Wanneer aardappels poten? Als u zelf aardappelen wilt planten, dan poot u ze bij voorkeur tussen juni en oktober. De bodem dient voldoende bemest en los te zijn. Een vaste structuur is voor de late aardappelsoorten echter geen probleem.
We kunnen heel wat zaaien: raapstelen, radijs, rucola, tuinkers, meiraapjes, snijbiet, wortelen, spinazie en rode biet direct op hun plek en spruitkool op een zaaibedje om later uit te planten, kapucijners, doperwten en peultjes.
Onze favoriete winterbloeiers voor februari
Gelukkig zijn er ook in deze maand nog best veel planten die in bloei komen. Onze favorieten zijn toch wel de vroeg bloeiende bloembollen, zoals krokussen (Crocus) en sneeuwklokjes (Galanthus), blauwe druifjes (Muscari) en vroege narcissen (Narcissus).
Rozemarijn (Rosmarinus officinalis) is een houtachtig en aromatisch kruid dat 15-20 jaar oud kan worden. Het is een groenblijvende struik met een gemiddelde hoogte van 1,2 m. Rozemarijn heeft witte, paarse of blauwe bloemen en geurige, leerachtige bladeren, die op dennennaalden lijken.
De smaak en geur van de plant gedijt het beste als de plant een paar uur per dag (min. 4-6 uur) zon krijgt zonder de plant daar steeds voor te hoeven verplaatsen. De afgeknipte blaadjes basilicum bewaar je het best in een droog keukenpapiertje in de koelkast.
Hoewel rozemarijn winterhard is, is hij wel vorstgevoelig, waardoor de combinatie van kou en overmatige regenval funest kan zijn voor jonge planten. Als je kleigrond in de tuin hebt, moet je voor het planten de drainage verbeteren door bijvoorbeeld grind, schors en bladaarde door de grond te mengen.
Het minste werk heb je aan kruiden die trouw elk jaar terug komen, zoals bieslook, dragon en pimpernel. Peterselie, kervel, koriander en dille moet je elk jaar opnieuw planten of zaaien, na de zomer sterven ze stilaan af. Peterselie leeft soms door tot de volgende lente, maar wordt dan bitter.
Basilicum kan niet tegen vorst en zal 's winters dus afsterven. Wel kan je de plant uitgraven en in een pot laten overwinteren op een vorstvrije plaats.
Bieslook is winterhard. In volle grond sterft de plant in de winter af en komt in het voorjaar weer op. Je kunt het voor de winter kort knippen.
Salie, tijm, rozemarijn, hysop, bonenkruid, currykruid, citroenverbena, laurier, oregano houden van veel warmte en weinig water – geen wonder dat ze het in ons koel klimaat vaak wegkwijnen.
Snoeien kan op vrijwel elk moment. Maar na de winter is het wel een must, omdat de rozemarijn snel verhout en ouder wordt. Snoei alle takken wat terug, maar nooit tot in het kale hout; zorg dat er altijd nog groen aan de takken zit. Door vormsnoei dwing je de plant om binnenin jonge takjes te maken.
Van al dat zonlicht krijgen je kruidenplantjes dorst. Geef ze dus voldoende water. De aarde moet altijd vochtig aanvoelen. De meeste plantjes geven trouwens zelf aan wanneer ze meer water nodig hebben.