Samenvatting brandhout opslaan
Opslaan kan in de garage of onder een overkapping, maar het liefst waar de wind vrij spel heeft; Bewaar uw het tien centimeter boven de grond (pallet eronder, geen stenen of zand); Stapel uw haardhout op in de breedte van de opslag en niet in de diepte.
Bewaar het brandhout buiten.
In een garage, schuur of opberghok is er onvoldoende wind, waardoor er schimmelvorming ontstaat. Leg de houtblokken niet rechtstreeks op de grond, want dan nemen ze vocht op. Plaats er een pallet onder. Of maak een verharde basis met enkele klinkers.
De poten van het houthok moeten minimaal 30 centimeter in de grond worden gegraven. Behandel het deel wat ingegraven wordt met een oleum product om houtrot als gevolg van vocht te voorkomen. Als je het houthok aan een muur gaat bevestigen kun je dit het beste doen met schroeven en pluggen van minimaal 8 millimeter.
Bij het verbranden van nat hout komt er veel waterdamp vrij. Deze waterdamp neemt zoveel ruimte in de verbrandingskamer in dat deze de verbrandingslucht verdringt. Het gevolg is een verbranding die slecht verloopt.
Indien het hout nat regent, trekt het vocht enkel via de buitenkant iets in het hout. Na een week droge opslag is dit vocht er weer uitgetrokken. Bij voorkeur uiteraard niet nat laten regenen, zo blijft het hout ook mooier qua uiterlijk!
Hoelang het hout precies moet drogen hangt af van het vochtgehalte bij het begin, het soort hout, het weer en de stukgrootte. Gekliefd hout in standaardmaat droogt tot ongeveer 28% in één jaar en tot onder de 20% bij twee jaar drogen.
Dek na het stapelen je brandhout af om het te beschermen tegen de regen. Al het water dat op het brandhout terecht komt, moet opnieuw opdrogen. Scherm de stapel niet volledig af met bijvoorbeeld een zeil. Neen, zorg dat je enkel boven op de houtstapel iets legt om de regen tegen te houden.
Openhaardhout wordt zogenaamd “droog” genoemd als het vochtigheidspercentage onder de 20% is. Vanaf dit moment is het haardhout droog genoeg om direct te kunnen stoken. Als het vochtigheidspercentage meer dat 20/25% is, dient u het openhaardhout nog langer te laten drogen.
Stook alleen droog, onbehandeld hout.
Het stoken van nat hout zorgt voor onvolledige verbranding. Bovendien geeft nat hout veel minder warmte af en leidt het stoken van nat hout eerder tot roetaanslag en schoorsteenbranden.
Droog hout geeft een hol geluid al u twee stukken tegen elkaar aanslaat. De barst van droog hout is gemakkelijk te pellen. Nat hout is vaak nog groen van kleur. Vochtgehalte droog hout is 20% of minder.
Vul de grote houtblokken aan met een laagje kleine blokken van enkele centimeters en een of twee lagen aanmaakhout. Houd een tussenruimte van circa een centimeter aan bij het stapelen van de blokjes. Om een goede en efficiënte verbranding mogelijk te maken, is het belangrijk dat er voldoende lucht bij het vuur komt.
Het brandhout mag een vochtigheidspercentage hebben tot maximaal 20 procent. Vers gekapt hout heeft een vochtigheidsgehalte van ongeveer 50 procent. Na een jaar drogen daalt dit tot ongeveer 28 procent en na 2 tot 3 jaar drogen heeft het hout het geschikte vochtigheidspercentage van 20 procent of minder.
Hoe komt het dat de transportkosten zo hoog zijn? Dat komt mede door corona. Veel houtzagerijen zijn een poos dicht geweest en kampen met personeelstekorten waardoor ze de vraag naar haardhout nauwelijks aankunnen. Daarnaast is er weinig retourvracht naar Oost-Europa.
Alle hout is brandbaar, ook dat van coniferen. Enkel, coniferen bevatten harsen die moeilijker drogen, die ook door en door droog moeten zijn om niet aan te laden in de schouw, en die dus meer geduld vergen vooraleer ze brandhout zijn.
Begin door de vlek uit het hout te proberen te strijken. Als dat niet werkt, laat de vlek dan weken in mayonaise of schrob hem met tandpasta. Als deze methoden niet werken, dan moet je wellicht schurend materiaal als schuurpapier of staalwol gebruiken om de vlek weg te schrapen door een laag hout te verwijderen.
Naaldbomen. Vurenhout gebruiken als aanmaakhout, niet gebruiken in de open haard en niet gebruiken voor de kachel (vervuiling van het rookkanaal).
In hout zitten kleine holtes waar een beetje water in kan zitten. Als deze holtes dicht genoeg bij de verbranding komen, gaan ze koken. Hierdoor verhoogt de druk in het hout. Wanneer deze druk groot genoeg is, dan knettert het hout.
Bij slecht geïsoleerde woningen gaat er soms wel 15 kuub per jaar doorheen, terwijl een goed geïsoleerde woning voldoende heeft aan 7,5 kuub.
Dennenhout bevelen we ook niet aan, in de open haard tijd was het een hele vette “nee!” omdat het dennenhars in een open haard niet goed verbrande. In de moderne houtkachel is dat niet meer belangrijk. Toch bevelen wij het niet aan omdat het hout dan wel echt perfect gekloofd en droog (max12% vocht) moet zijn.
Zware houtsoorten zijn haagbeuk, valse acacia, beuk, eik, es, kastanje, notenboom, olm, kers en esdoorn. Lichte houtsoorten zijn berk, linde, wilg, gewone den, douglas, els, spar en populier. Haagbeuk levert uitstekend brandhout, maar is zeer gevoelig voor schimmels.