Wetenschappers van de UNC School of Medicine hebben aangetoond dat er evenveel DNA van vaders als moeders in kinderen belandt, maar dat de genen van de vader dominant zijn. Het onderzoek vond plaats onder muizen, maar is toepasbaar op alle zoogdieren.
Het gen wat overheersend is bepaald of bij het kind de eigenschap van dit gen ook zichtbaar is. Zo overheerst het gen voor bruine ogen over het gen voor blauwe ogen. Als jij bruine ogen hebt dan kan het zijn dat je 2 genen hebt voor bruine ogen, maar ook dat je 1 gen hebt voor bruin en 1 voor blauw.
Wil je als man een slim kind? Dan is het zaak om een intelligente moeder te vinden. Intelligentie hebben kinderen namelijk vooral te danken aan de genen die zij van hun moeder hebben geërfd. Dit blijkt uit een recent onderzoek gepubliceerd in Psychology Spot, waarover Ouders van Nu schrijft.
De chromosomen in elk van haar paren hebben vóór je geboorte al genen met elkaar uitgewisseld, maar het resultaat verandert niet – de helft van je chromosomen krijg je van haar. De andere helft komt van je vader. Dat geldt ook voor je broers en zussen.
Je bloedgroep erf je van je ouders. Je vader en moeder geven ieder één kopie van het bloedgroep-gen aan jou door. Dit kan een A, B of O zijn. De kopie van je vader bepaalt samen met de kopie van je moeder welke bloedgroep jij krijgt.
De manier waarop mensen op humor reageren ligt dus versleuteld in het dna. In die zin is een goed of slecht gevoel voor humor dus al dan niet deels genetisch bepaald.
Genen die zowel de structuur als het functioneren van het brein beïnvloedden, vormen een verklaring voor de gemeten IQ-verschillen. Posthuma zegt in haar proefschrift dat verschillen in IQ voor wel tachtig tot negentig procent aan erfelijke factoren liggen.
Van beide ouders is evenveel DNA aanwezig, maar ons lichaam verkiest de genen van papa boven die van mama. De ontdekking kan van pas komen bij onderzoek naar erfelijke ziektes. De kans om zelf ziek te worden is minder groot als je moeder uit een krakkemikkige familie komt en je vader uit een sterk ras.
De additieve genetische relatie tussen volle broers en volle zussen is 0.5, omdat ze gemiddeld 50% van hun DNA delen. De additieve genetische relatie tussen twee dieren is de hoeveelheid DNA die ze gemeenschappelijk hebben omdat ze familie van elkaar zijn.
Blijft de vraag waarom eenjarigen wel op hun vader lijken. De psychologen zoeken het in een evolutionaire verklaring: pasgeborenen hebben een goede reden om meer op vader dan op moeder te lijken. Op moeders zorg kun je altijd wel aan, zij weet doorgaans welk kind van haar is. Pa is daarin minder zeker.
Je bent nieuwsgierig naar de wereld
Slim zijn gaat over nieuwsgierigheid naar van alles en nog wat. Volgens experts stellen intelligente mensen vaak vragen als wie, wat, wanneer, hoe, waarom en wat als. Ze vinden het leuk om te leren over andere mensen, culturen, dieren, geschiedenis en de wereld als geheel.
De grootste groep kinderen met een hoog IQ heeft ouders die zelf dichter bij het gemiddelde (IQ=100) zitten. De kans dat een ouder zelf een hoog IQ heeft, hangt wel af van de hoogte van het IQ van het kind: hoe hoger het IQ van een kind, hoe groter de kans dat de ouders een IQ boven 130 hebben.
Hoe snel je kunt sprinten is naast een kwestie van training voor een groot deel afhankelijk van je genen. Zo is explosieve spierkracht, die je bijvoorbeeld gebruikt tijdens krachttraining en sprinten, voor meer dan 70% erfelijk bepaald. Een van de genen die hier een rol in spelen is het ACTN3-gen.
Ons eigen DNA is een combinatie van het DNA van onze ouders. De ene helft komt van je vader, de andere helft van je moeder. Maar in het DNA van iedereen zitten al bij de geboorte variaties die je bij geen van de ouders terugvindt. Dit zijn de novo mutaties; 'nieuwe' mutaties (veranderingen) die alleen het kind heeft.
Het DNA van een mens is verdeeld over 23 paar chromosomen. Van elk paar krijg je er 1 van je vader (via de zaadcel) en 1 van je moeder (via de eicel). Het geslacht wordt ook door chromosomen bepaald: het X- en Y-chromosoom. Vrouwen hebben 2 X-chromosomen, mannen hebben 1 X-chromosoom en 1 Y-chromosoom.
Het is namelijk zo dat kinderen de helft van het DNA profiel van hun ouders overerven. In theorie kan het dus zijn dat broers en zussen precies de andere helft van het DNA van hun ouders hebben geërfd en dus is statistisch niet vast te stellen of zij dezelfde vader of ouders hebben.
Hoe meer DNA je met een iemand deelt, hoe recenter je gemeenschappelijke voorouder was. Je deelt ongeveer 50% van je DNA met je ouders en kinderen, 25% met je grootouders en kleinkinderen, en 12,5% met je neven, ooms, tantes, neven en nichten.
Alleen door DNA-onderzoek kun je weten of je biologisch familie van elkaar bent. Dit onderzoek heet een vaderschapstest of verwantschapstest. Hoe meer je aan elkaar verwant bent, en hoe meer familieleden er mee doen, hoe makkelijker het is om de familieband vast te stellen.
Onderzoek heeft aangetoond dat het belangrijkste gen dat met kaalheid in verband wordt gebracht op het X-chromosoom zit. Omdat er vijftig procent kans is dat dit X-chromosoom door je grootvader aan je moeder is doorgeven, is de kaalheid van je opa aan moederszijde een goede voorspeller van jouw toekomstige kaalheid.
Hoe nauwer de familieband is, hoe hoger de kans. Voor kinderen van een volle neef en nicht is de kans op een kind met een aangeboren ziekte ongeveer 4 tot 6 op de 100 (4 tot 6%). Bij kinderen van ouders die geen familie van elkaar zijn, is de kans 2 tot 3 op 100 (2 tot 3%).
Oogkleur is erfelijk. Je genen bepalen je oogkleur. Van elk gen erf je altijd twee kopieën: één van je vader en één van je moeder. Er zijn veel genen bekend die invloed hebben op die kleur.
Omgevingsfactoren zijn van invloed op het IQ.
Zaken die helpen om je hersenen en je intelligentie te ontwikkelen zijn gezond en genoeg voedsel, en goed onderwijs. Ook het leren spelen van een muziekinstrument lijkt te helpen.
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130.