Bloemen op dezelfde boom bevruchten elkaar. Je hebt dus niet beslist een tweede boom in de tuin nodig. Maar ze zijn wel gevoelig voor pollen van andere bomen en de oogst wordt beter als je twee exemplaren van dezelfde soort plant. Typische zelfbestuivers zijn: gele pruim, perzik, abrikoos, zure kers, kweepeer.
Een appelboom en een perenboom kunnen elkaar niet bestuiven. Bestuiving is wel van belang om fruit te kunnen plukken, want zonder bestuiving komen er na de bloei geen vruchten in de boom.
Fruitbomen bestuiven
Dat ras moet dan in dezelfde periode bloeien. Je moet dus minstens twee bomen van dezelfde soort planten (bijvoorbeeld twee appelbomen) maar verschillende variëteiten die min of meer dezelfde bloeiperiode hebben. Sommige fruitboom soorten zijn zelfbestuivend.
Dit omdat de wortels van je fruitboom de neiging hebben om naar buiten te groeien. Het gat moet niet te diep zijn, maar wel diep genoeg om alle wortels ruimte te bieden. Plaats je meerdere bomen op een rij? Zorg er dan voor dat je de bomen minstens 45 centimeter uit elkaar plaatst.
Vijgenbomen. In staat om te gedijen in verschillende klimaten en grondsoorten zijn ook vijgenbomen een makkelijke fruitboom voor in de achtertuin. “Vijgenbomen vereisen minimale snoei, meestal beperkt tot het verwijderen van dode of beschadigde takken.
De fruitbomen die snel vruchten geven zijn appel- en pruimenbomen.
Het juiste moment
Fruitbomen kun je planten van november tot eind maart, wanneer ze in rust zijn. De beste periode is november, na het vallen van het blad.
Fruitbomen met zwakke onderstammen zijn ideaal voor de kleine stadstuin. Plant een laagstam (2 tot 3 m diameter) alleen of in een groepje. Ga voor leifruit als je het wat strakker wil (en je voldoende snoeikennis hebt) of een fruithaag (1 m diameter) als je veel rassen op een kleine oppervlakte wil variëren.
Wat is een laagstam
We spreken van een laagstam als de stamlengte tussen de 50 en 80 cm is. Op die hoogte beginnen de eerste takken. Deze bomen zijn eigenlijk altijd geënt op een trager groeiende onderstam van een andere boom. De entplek is vaak onderaan de stam te herkennen aan een vergroeiing.
Planten en onderhouden van een appelboom
Dan is het tijd om een geschikte plek in je tuin te vinden om de boom te planten. Het is belangrijk dat de boom op een zonnige tot half schaduwrijke plek met voldoende beschutting in je tuin komt te staan.
Laagstam fruitbomen
De voordelen hiervan zijn dat ze geschikt zijn voor kleinere (moes)tuinen en dat je dus meer soorten in dezelfde ruimte kunt kweken. Een laagstam fruitboom wordt ongeveer 2,5 meter tot 4 meter hoog, daarom laat je 2,5 tot 4 meter tussen elke laagstam fruitboom.
Hoogstam fruitbomen zijn de hoogste fruitbomen in ons assortiment. Het zijn echte bomen met een hoge stam van ongeveer 1,80 meter hoog en daarboven de kroon. Nog niet zo heel lang geleden waren hoogstam fruitbomen de standaard in de fruitteelt.
Fruitstruiken kunnen goed in het najaar of het voorjaar worden geplant. In het najaar is de grond is nog warm van de zomer waardoor de planten goed de kans krijgen goed te wortelen voor de winter begint. De braam en bessen staan het beste op een zonnige of halfzonnige standplaats.
Dit komt doordat de bloemen van deze bomen mannelijk of vrouwelijk zijn en het stuifmeel van de mannelijke bloemen naar de vrouwelijke bloemen overgebracht moet worden om vruchten te produceren. Dit proces wordt bestuiving genoemd. Voorbeelden van niet-zelfbestuivende fruitbomen zijn appels, peren, kersen en pruimen.
Welke fruitbomen kun je leiden? Antwoord: Er zijn veel verschillende soorten leifruitbomen maar de beste om te gebruiken zijn toch wel de gewone fruitbomen zoals de appelboom, perenboom en pruimenboom.
Houdt de grond in de pot licht vochtig. Wanneer de plantjes ongeveer een hoogte van 50 cm hebben bereikt kunnen ze uitgeplant worden. Wanneer je meerdere plantjes gaat uitplanten moet er zo'n 8 meter tussen zitten. Een perenboom kan 9 meter hoog worden en heeft dus de ruimte nodig om te groeien.
Halfstam fruitbomen zijn heel geschikt voor in een boomgaard. Zet de boompjes minimaal 5 meter uit elkaar. Na circa 4 tot 6 jaar is het mogelijk de eerste vruchten van de boompjes te oogsten.
Kersenbomen en pruimenbomen bloeien beide wit en zijn volkomen winterhard. Abrikozen, perziken en amandel hebben roze bloesems. Deze fruitbomen plant je het best op een warme en beschutte plaats.
Voor bodembedekkers onder fruitbomen kiest u een Kruipend Zenegroen 'Ajuga'. Een leuke bodembedekker onder bijvoorbeeld een Hortensia 'Hydrangea' is de wintergroene bodembedekker Maagdenpalm 'Vinca'. Populaire bodembedekkers is moestuinen zijn de Bosaardbei 'Waldsteinia' en Kruiptijm 'Thymus'.
De meeste halfstam fruitbomen worden zo'n 3 tot 4.5 meter hoog. Een appelboom blijft vaak wat lager dan bijvoorbeeld een pruim of kers. Dit klinkt erg hoog, maar valt vaak erg mee als je er naast staat.
Bij laagstambomen verschijnt het fruit al 2 à 3 jaar na de aanplant, maar de boom zal minder vruchten voortbrengen en minder lang leven (< 30 jaar). Halfstammen zitten daartussen, ze brengen na 3 tot 7 jaar een behoorlijk grote oogst, en je kunt er 30 tot 50 jaar lang van genieten.
Laagstam fruitbomen met fruit zijn beschikbaar in de volgende soorten: appelboom, perenboom, kersenboom, pruimenboom en Perzikboom.
Bij de aanplant van fruitbomen geeft men een basisbemesting.Deze bestaat uit compost en verteerd stalmest. Kunstmest kan eventueel ook. Indien de grond te zuur is, moet er eerst bekalkt worden, daarna volgen pas de andere meststoffen.