De Renaissance is de intellectuele en artistieke beweging in de 15de, 16de en 17de eeuw waarvan de vertegenwoordigers zich lieten inspireren door de architectuur, literatuur en idealen afkomstig uit de klassieke oudheid. Beroemde vertegenwoordigers zijn Leonardo da Vinci, Michelangelo, Rafaël en Donatello.
Het was in de late middeleeuwen tijd geworden voor een nieuwe manier van denken over wetenschap en kunstvormen. In die periode, omstreeks 1400, begint de kunst van de renaissance op te komen. Een eeuw later komt de renaissancestijl kortstondig tot bloei tijdens de hoogrenaissance (ca. 1500-1520).
De eerste tekenen van de Renaissance waren al merkbaar in het Italië van de 14e eeuw. Steden als Florence, Venetië en Milaan waren in deze tijd zelfstandige stadsstaten.
Oorzaken van de Renaissance
In Italië waren zelfstandige stadstaten zoals Florence en Venetië rijk geworden door handel met het Midden-Oosten tijdens de Kruistochten . Naast rijkdommen kwam er ook veel kennis uit deze gebieden, waar de wetenschap verder ontwikkeld was dan in het middeleeuwse Europa.
De renaissance (letterlijk: wedergeboorte) is een periode in de Europese cultuurgeschiedenis die volgde op de middeleeuwen. De term kwam in de negentiende eeuw ook in omloop als historisch periodebegrip.
Als in de 15e eeuw de Zuiderzee zijn vorm grotendeels heeft gekregen, ontstaan er grote vismogelijkheden. Dorpen aan de rand van de Zuiderzee gaan leven van de visserij. In de Nederlanden wordt een munthervorming doorgevoerd. De waarde van de dubbelgroot wordt vastgesteld op een twintigste deel van een Rijnlandgulden.
De middeleeuwen (letterlijk tussenliggende eeuwen) (ca. 500 tot ca. 1500) vormen, in de historiografische indeling of periodisering van de geschiedenis van Europa, de periode tussen de klassieke oudheid en de vroegmoderne tijd.
De geschiedenis van de Middeleeuwen gaat over een hele lange tijd, wel 1000 jaar. Daarom verdelen we deze tijd vaak in twee stukken: de vroege Middeleeuwen van 500 tot 1000 na Christus ( tijd van Monniken en Ridders), en de late Middeleeuwen van 1000 tot 1500 na Christus (Tijd van Steden en Staten).
De stijl die tussen 1600 en 1750 beeldende kunst en architectuur overheerste, wordt aangeduid met 'barok'. Kenmerkend voor de barokstijl zijn draaibewegingen, sterke licht-donkercontrasten en andere theatrale effecten om de toeschouwer in vervoering te brengen.
De term 'renaissance' is bedacht door de Italiaanse kunstenaar en architect Giorgio Vasari (1511-1574), die de naam rinascita gebruikte om de tijd waarin hij leefde aan te duiden. Van dit begrip is later het Italiaanse renascimento afgeleid, wat wedergeboorte betekent.
"Renaissance" betekent letterlijk "wedergeboorte", een nieuwe bloei van kunst en cultuur. De Italiaanse geleerden ("humanisten") die het begrip meer dan 500 jaar geleden bedachten, vonden dat na een periode van de donkere middeleeuwen, een nieuwe gouden eeuw was begonnen.
Over het algemeen wordt echter de ontdekking van Amerika door Columbus in 1492 aangehouden als hét eindpunt van de Middeleeuwen. Daarmee zouden de Middeleeuwen dus lopen van 476 tot 1492.
Aan het begin van de Renaissance was Nederland achtergebleven gebied. Maar dankzij een nieuwe generatie reizende kunstenaars kwam ons kikkerlandje in contact met Dürer, Rafael en Van der Weyden. Uit deze multiculturele mix ontstond de Nederlandse renaissancekunst.
De middeleeuwen: 590 - 1500. de vroegmoderne tijd : 1500 - 1800. de moderne tijd: 1800 - 1945.
De Vroegmoderne Tijd (ca. 1450-1800) is een specifiek door historici vastgesteld tijdvak dat ook wel eens aangeduid wordt als de Nieuwe Tijd of als ancien régime. Deze historische periode begon omstreeks het einde van de middeleeuwen en duurde tot de moderne tijd, die rond 1800 begon.
De 16e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 16e periode van 100 jaar, bestaande uit de jaren 1501 tot en met 1600. De 16e eeuw behoort tot het 2e millennium.
Ze werden opdrachtgevers van een wereldlijke schilderkunst die bloeide als nooit tevoren. De barok volgt de renaissance op. Er zijn een aantal grote verschillen in benadering van de kunsten, maar ook overeenkomsten tussen beide stromingen.
In de Renaissance werden figuren in de schilderkunst in een denkbeeldige driehoeks/ovaal-compositie gerangschikt, dit werd als evenwichtig en harmonieus ervaren. In de barok was er echter sprake van een feestelijke en uitbundige stijl en actie die de schilders probeerde vast te leggen.
De barok kwam tot uiting op alle terreinen van de cultuur, zoals architectuur, tuinarchitectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst, literatuur en muziek. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vroeg-, hoog- en laatbarok. De laatbarok wordt ook wel rococo genoemd.
De 19e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 19e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1801 tot en met 1900.
Er waren geen winkels, maar er kwamen kooplieden langs om spullen te verkopen. Als we het over de middeleeuwen hebben, dan hebben we het vaak over de periode tussen het jaar 500 en het jaar 1500. In deze tijd waren er veel arme boeren, maar ook ridders, jonkvrouwen en landheren. Het leven zag er heel anders uit dan nu.
tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) / tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) /
De 18e eeuw loopt van 1701 tot en met 1800. De 19e eeuw loopt van 1801 tot en met 1900. De 20e eeuw loopt van 1901 tot en met 2000.
De 18e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 18e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1701 tot en met 1800. De 18e eeuw behoort tot het 2e millennium.