U betaalt belasting over uw inkomen uit werk en woning (box 1), over inkomen uit een aanmerkelijk belang in een vennootschap (box 2) en over uw spaargeld en beleggingen (box 3). Sommige uitgaven mag u van dat inkomen aftrekken (aftrekposten).
In box 1 belast de overheid uw inkomen uit werk. Ook de eigen woning valt in deze box. De hypotheekrente die u heeft betaald, trekt u af van uw inkomen. Het eigenwoningforfait, een percentage van de WOZ-waarde van uw woning, wordt erbij opgeteld.
Woning in box 1 en hypotheek in box 3
Het voordeel van je hypotheek in box 3 zetten is dat je vermogen in box 3 daalt doordat je de hypotheek mee mag nemen als schuld. Zeker als je veel vermogen bezit, bespaar je fors op belasting in box 3. In 2022 tot maximaal 1,71%.
de winstbewijzen van een binnen- of buitenlandse vennootschap. de genotsrechten (ook per soort) van de winstbewijzen of aandelen in een binnen- of buitenlandse vennootschap. het stemrecht in een coöperatie of vereniging op coöperatieve grondslag.
In box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang belast. Een aanmerkelijk belang ontstaat als een belastingplichtige ten minste 5% van het aandelenkapitaal van een vennootschap of cooperatie bezit. Hierbij dienen indirecte belangen ook meegerekend te worden (bijv. mogelijk bezit door optierechten).
Over het inkomen uit uw vermogen betaalt u belasting. Onder vermogen valt bijvoorbeeld spaargeld, aandelen en een 2e woning. Het vermogen is de waarde van alle bezittingen (zoals spaargeld en aandelen) min de schulden. Over een deel daarvan betaalt u geen belasting.
U hoeft niet al uw bezittingen aan te geven in box 3. Bezittingen die u al hebt aangegeven in box 1 of box 2, geeft u niet meer aan in box 3.
Hoeveel spaargeld mag je hebben 2021? In het jaar 2021 mag je een heffingsvrij vermogen hebben van € 50.000. Met een partner is het heffingsvrij vermogen vastgesteld op € 100.000.
Voor de inkomstenbelasting zijn deze verdeeld in 3 groepen (boxen) met ieder een eigen tarief: box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning. box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang. box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen.
U betaalt 1,2% van uw vermogen als belasting. 31% op rendement - Het werkelijk behaalde rendement wordt belast met 31%. Dit is de beste benadering van de box 3 belasting vanaf 2021.
13.1 Uw bezittingen en schulden in box 3
Of hebt u schulden, zoals een lening bij een bank of een hypotheek voor een tweede woning? Dan moet u de waarde daarvan aangeven in uw aangifte inkomstenbelasting. Dit geldt ook voor de bezittingen en schulden van uw fiscale partner en/of minderjarige kinderen.
Wat is het heffingsvrije vermogen in 2022? Goed nieuws, het heffingsvrije vermogen gaat in 2022 omhoog, naar € 50.650 per persoon. In 2021 ligt deze grens op € 50.000. Als je elkaars fiscaal partner bent, kunnen jullie tot € 101.300 belastingvrij sparen.
Laagste hypotheekrente extra aantrekkelijk
Hoe lager de hypotheekrente, hoe kleiner het nadeel / groter het voordeel in box 3. Dat komt doordat de hoogte van de hypotheekrente in box 3 niet meer belangrijk is, terwijl in box 1 een hogere hypotheekrente betekent dat er ook meer aftrek is.
In 2022 wordt het rendement voor sparen (rendementsklasse I) -0,01%. Het rendement voor beleggen (rendementsklasse II) wordt 5,53%. Elk jaar worden de rendementen voor sparen en beleggen voor de heffing van box 3 herijkt. Dit gebeurt op basis van de rekenformules die in de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn opgenomen.
Vooralsnog (dit kan altijd veranderen, natuurlijk) zal je afgeloste huis niet tot je vermogen gerekend worden. Over vermogen betaal je in Nederland vanaf een bepaald bedrag belasting. Dat is wel zo voor bijvoorbeeld spaargeld en beleggingen, maar niet voor geld dat in je woning zit.
Als je op 1 januari 2022 niet meer dan €50.650,- aan spaargeld of beleggingen hebt, betaal je geen vermogensrendementsheffing. Voor fiscale partners ligt de belastingvrije grens bij €101.300,-. Het spaargeld en beleggingen die je belastingvrij mag hebben is groter dan voorgaande jaren.
13.1 Uw bezittingen en schulden in box 3
Hebt u bezittingen, zoals spaargeld, beleggingen, aandelen of een tweede woning? Of hebt u schulden, zoals een lening bij een bank of een hypotheek voor een tweede woning? Dan moet u de waarde daarvan aangeven in uw aangifte inkomstenbelasting.
In de nieuwe berekening van uw box 3-inkomen gaan we uit van de werkelijke verdeling van uw spaargeld en beleggingen, en niet meer van de fictieve verdeling die wij maakten. Kijk hoe het werkt.
Box 1 is gereserveerd voor inkomen uit werk en woning. Dit is salaris, winst behaald uit een onderneming en/of inkomsten behaald als zzp'er. Daarnaast valt ook je eigen woning in Box 1 – het zogenaamde eigenwoningforfait. Dit is een vast percentage van de WOZ-waarde dat bij je inkomsten opgeteld wordt.
De spaarrekening levert op dit moment een beperkt rendement op. De spaarrekening kan tot een bepaald bedrag, zeg € 100.000 per belastingplichtige, worden ondergebracht in box 4. Er wordt hierdoor geen belasting geheven.
Maximaal € 8.700,- belastingvrij verdienen in 2022.