Het Omaha System is opgebouwd uit drie samenhangende componenten; een assessment op basis van aandachtsgebieden, acties en uitkomsten. Inmiddels wordt het ook in Nederland veelvuldig gebruikt, vooral door thuiszorgaanbieders.
Het Omaha System is een classificatiesysteem.Het is een terminologie- en codestelsel in één. Met Omaha System kun je de gezondheidstoestand, acties en metingen voor een cliënt vastleggen. Het is onder andere toepasbaar in de maatschappelijke gezondheidszorg en in de wijkverpleging.
Het Omaha System is een classificatie die zorgprofessionals helpt bij het identificeren en vastleggen van aandachtsgebieden, acties en uitkomsten van en voor cliënten.
Wat is Omaha System? Het Omaha System is een classificatiesysteem voor wijkverpleegkundigen en andere zorgverleners waarin ze de gezondheidstoestand, acties en uitkomsten van de zorg voor cliënten vastleggen. Het vergemakkelijkt de communicatie met elkaar en met de cliënt.
Vier levensdomeinen in het zorgleefplan
Het zorgleefplan is geordend volgens vier levensdomeinen. - Woon- en leefomstandigheden; - Participatie; - Mentaal welbevinden; - Lichamelijk welbevinden en gezondheid.
Het accent ligt op dit moment vooral op toepassing binnen de extramurale zorg (zorg thuis). Het systeem kent vier domeinen (analoog aan de methodiek van het zorgleefplan) waarbinnen 42 aandachtsgebieden worden onderscheiden: Het omgevingsdomein -> 4 gebieden. Het psychosociale domein -> 12 gebieden.
Psychosociale zorg is een verzamelterm, het bestaat uit psychosociale ondersteuning en psychologische zorg. Psychosociale ondersteuning is vooral gericht op emotionele en praktische ondersteuning bij (relatief) eenvoudige problemen van psychische en sociale aard.
Maakt voor cliënten helder waar gezamenlijk aan gewerkt wordt. Maar ook wat ieders rol is. Het biedt ook aan de cliënt woorden en inzicht over dat wat nodig is en hoe daaraan gewerkt wordt door de formele en informele zorg samen.
Er bestaan allerlei classificatiesystemen om zorggerelateerde diagnoses te stellen, aandachtsgebieden en interventies te bepalen en zorgresultaten te meten. Zorgorganisaties maken zelf de keuze voor een of meerdere specifieke classificatiesystemen die binnen hun organisatie gebruikt worden.
PES is de methode die in de opleiding tot verpleegkundige al wordt gebruikt om de problemen, ethiologie (oorzaken) en symptomen te beschrijven. De plus staat voor de HRIU en PRIU: alle mens-gerelateerde en omgevingsfactoren die van invloed kunnen zijn op het gebruik van een medisch hulpmiddel.
Op dit moment zijn de meest bekende classificaties in de zorg in Nederland: • NANDA: een classificatie voor verpleegkundige diagnoses • NIC: een classificatie voor verpleegkundige interventies • NOC: een classificatie voor verpleegkundige- of zorgresultaten/ uitkomsten van zorg Deze van oorsprong losse classificaties ...
Classificatie betekent dus een systematische ordening van verschijnselen, processen of objecten in logische en vaste categorieën. Het doel van een classificatie is iets snel terug kunnen vinden. Het is gebruiksvriendelijk en heeft een informerende functie.
Classificaties zijn er in soorten en maten. Meest voorkomende in Nederland en België zijn NANDA, NIC, NOC, Omaha System, ICF en RAI.
Gordon maakt de classificatie aan de hand van 11 gezondheidspatronen. Hierbij worden waar te nemen patronen van menselijk gedrag omschreven. Ze verondersteld dat iedereen gebruikt maakt van functionele patronen die bijdragen aan gezondheid en kwaliteit van leven.
Het omgevingsdomein zorgt dat vertrekkende treinreizigers het station veilig, soepel en gemakkelijk kunnen vinden en arriverende treinreizigers hun fiets, auto en het aansluitende lokaal en regionaal openbaar vervoer. Een van de vier stationsdomeinen uit het Stationsconcept.
Wat sinds een jaar of dertig thuiszorg heet, heette eerder kruiswerk en gezinsverzorging en daarvoor armenzorg. In de negentiende eeuw kregen armen bij ziekte, zwangerschap en ouderdom hulp van de kerken, van particuliere cha- ritatieve organisaties of van de gemeentelijke overheid.
Niet alleen op somatisch gebied, maar ook op psychisch, sociaal en maatschappelijk vlak. Patiënten ervaren vaak gevoelens van onzekerheid, machteloosheid, angst, woede, eenzaamheid, twijfel, onbegrip, frustratie en zorg. Het zijn natuurlijke en veelvoorkomende reacties op ziek zijn.
Psychosociale problemen zijn problemen die te maken hebben met hoe we ons voelen en hoe we met andere mensen omgaan. Het gaat om dingen zoals het hebben van zorgen, verdrietig zijn, eenzaam voelen, gepest worden of dingen hebben meegemaakt die ons bang maken.
Het Omaha System ontstond medio jaren '70 in Omaha (VS). Organisaties voor thuiszorg en openbare gezondheidszorg wilden een betere manier ontwikkelen om de zorg te beschrijven. Medische classificatiesystemen en de verschillende terminologieën sloten onvoldoende aan bij de dagelijkse praktijk in de gezondheidszorg.
Levensdomein: Woon- en leefomstandigheden
Denk daarbij aan: bewegingsmogelijkheden, meubilair, gebruiksgemak op de kamer/in de woning/in het appartement.
Het leven op aarde is ingedeeld in drie domeinen: Bacteria, Archaea en Eukarya.
Naast de 'traditionele' zorgsectoren, zijn ook andere branches bevraagd op hun rol in het sociaal domein: de ggz, gehandicaptenzorg, huisartsenzorg, jeugdzorg, kinderopvang, re-integratiesector, Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT), het sociaal werk, woningcorporaties en gemeenten.
Hiermee bedoelen we de Schalock-domeinen emotioneel welbevinden, fysiek welbevinden en materieel welbevinden.