In bijna alle lichaamscellen zijn mitochondriën te vinden. Het zijn de energiefabrieken van de cel.
Spiercellen bevatten de meeste mitochondriën. Door meer spiercellen te kweken – met sport en beweging – kun je dus de hoeveelheid mitochondriën in je lichaam vergroten.
De rode bloedcellen zijn de enige cellen die geen mitochondria bevatten en ook geen celkern hebben.
Mitochondria zijn celorganellen die zich bevinden in het cytoplasma en niet, zoals bijvoorbeeld de chromosomen, in de celkern. Ze zijn cruciaal bij de intracellulaire vetzuuroxidatie en het produceren van ATP via de citroenzuurcyclus en de oxidatieve fosforylatie.
Spiercellen hebben bijvoorbeeld veel mitochondriën vanwege hun hoge energiebehoeften, terwijl andere celtypen er minder hebben. Mitochondriën zijn van fundamenteel belang voor het overleven en de functie van eukaryotische cellen en spelen een cruciale rol in tal van biologische processen.
Het aantal mitochondriën in een cel kan variëren van één tot duizenden. Mitochondriën zijn de energiecentrales van een cel. Hoe meer mitochondriën in een cel, hoe meer energie er wordt opgewekt.
Belangrijke toxinen die mogelijk schade aan de mitochondriën kunnen veroorzaken, zijn onder andere: Sigarettenrook. Luchtvervuiling, waaronder fijnstof. Polyaromatische koolwaterstoffen (PAK's)
DNA buiten de celkern
In onze celkern (het deel van de cel dat alles regelt) zit het grootste deel van de genen. Maar er zit ook nog DNA buiten de celkern. Die genen zitten in de mitochondriën. Dat is het deel van de cel dat energie maakt.
Blijf in beweging, maar blijf binnen je fysieke grenzen.Denk aan gelijkmatige bewegingen, zoals wandelen, fietsen, zwemmen, yoga, tai-chi, Qi-gong en pilates. Dit bevordert de aanmaak van nieuwe, goede mitochondriën en helpt bij het afvoeren van oude, disfunctionele mitochondriën.
Mitochondriën. In alle cellen bevinden zich mitochondriën. Ze zijn de energieleveranciers in een cel. Hoe actiever de cel, des te meer mitochondriën (een spiercel heeft dus meer mitochondriën dan een huidcel).
Rode bloedcellen worden steeds opnieuw aangemaakt in het rode beenmerg. Ze hebben geen celkern of mitochondriën. Rode bloedcellen hebben in je lichaam een levensduur van ongeveer 120 dagen.
Planten hebben beide, mitochondriën en chloroplasten.
Mitochondriën bevinden zich in bijna elke cel waaruit ons lichaam is opgebouwd. Een belangrijke functie van mitochondriën is het maken van energie; het zijn de 'energiefabrieken' van de cel. Voordat energie gemaakt kan worden, vinden heel veel chemische processen plaats waarvoor enzymen of enzymcomplexen nodig zijn.
Bij ademhaling neemt het hemoglobine van de rode bloedcellen zuurstof op in de longen en geeft het hemoglobine en het bloedplasma koolstofdioxide af aan de longen. De opgenomen zuurstof wordt getransporteerd naar de mitochondriën van de cellen.
Mitochondriaal dna
Elke menselijke cel bevat vele honderden mitochondriën en in ieder mitochondrion bevinden zich 2-10 kopieën van het mtDNA.
Ribosomen zorgen voor de aanmaak van eiwitten in cellen. Ze zijn opgebouwd uit meer dan dertig verschillende eiwitten en rRNA. Ribosomen zitten op het ruw endoplasmatisch reticulum (ER) of komen zelfstandig voor in het cytoplasma. Ze maken eiwitten op basis van de erfelijke informatie uit het DNA en RNA.
ATP is dus drager van de brandstof voor elke cel in ons lichaam. Voeding speelt een belangrijke rol bij de gezonde werking van mitochondriën. Zo is het belangrijk voldoende antioxidanten als vitamine C en E binnen te krijgen, aangezien die helpen bij het beschermen van gezonde cellen tegen oxidatieve schade.
Je doet er verstandig aan de volgende voedingsmiddelen te vermijden: alcohol, suikers, gebakken en gefrituurde gerechten en transvetten.Eet juist méér antioxidantrijke producten zoals groenten en fruit. Ook vette vis (zoals sardientjes, makreel, haring en zalm) draagt bij aan goed werkende mitochondriën.
Mitochondriële aandoeningen omvatten de ziektes, waarbij de energievoorziening van het lichaam onvoldoende is door slecht functionerende mitochondria, de energiecentrales van de lichaamscellen. Dat gebrek raakt vooral organen met een hoge energiebehoefte, zoals hersenen en spieren.
Cellen met een relatief grote energiebehoefte, bijvoorbeeld spiercellen, hebben een relatief groot aantal mitochondriën in hun cytoplasma. Tijdens de eerste fase van de celademhaling, de glycolyse, worden energierijke stoffen, zoals vetten en glucose, afgebroken tot pyrodruivenzuur (pyruvaat).
Vaak worden die mitochondriën onze energiecentrales genoemd, al hebben ze ook andere functies die heel belangrijk zijn. Mitochondriën maken eigenlijk helemaal geen energie. Ze converteren het van de ene vorm naar de andere vorm. De energie uit onze voeding, of onze reserves, wordt omgezet naar ATP.
Mitochondriën bevinden zich in het plasma van de eicel (egg cell); het zijn de roze orgaantjes in de linker figuur. Met groen is de celkern (nucleus) aangegeven. Bij de samensmelting van eicel en spermacel (sperm cell) geeft de spermacel zijn genetisch materiaal af, de beide kernen versmelten.
Dit is een bijzondere vorm van overerven, omdat het hier om erfelijke informatie buiten de celkern gaat, namelijk het erfelijkheidsmateriaal in de mitochondriën. Deze erfelijke informatie noemen we mitochondrieel DNA en alleen vrouwen kunnen dit doorgeven.
Een teveel aan vrije radicalen of een tekort aan antioxidanten zorgt voor oxidatieve stress: een beschadiging aan gezonde weefsels en cellen in ons lichaam. Met als gevolg ongecontroleerde celdelingen, snellere lichaamsveroudering en een grotere kans op gezondheidsklachten.
MELAS is een van de meest voorkomende mitochondriële ziekten. Het is een afkorting van de symptomen Mitochondriële Encephalomyopathie, LactaatAcidose en Stroke (=beroerte)-achtige episodes.