De Scherpe boterbloem, Ranunculus acris L., is een meerjarige plantensoort uit de Ranonkelfamilie of Ranunculaceae en komt in België en Nederland zeer algemeen voor in graslanden, hooilanden en langs de weg in bermen. De plant is dofgroen van kleur en behaard en ze kan tot maximaal 1 m hoog worden.
Een plantensoort die in alle opzichten forser is dan de andere soorten uit het geslacht Boterbloem is de Grote boterbloem, Ranunculus lingua. De grote planten kunnen tot ruim een meter hoog worden. Ook de bloemen met goudgele kroonbladen zijn groter dan de gemiddelde boterbloem.
Boterbloemen komen veel voor in paardenweiden. Ze zijn mild giftig maar paarden grazen er omheen omdat ze onaangenaam smaken. Wanneer de bloempjes gedroogd worden, verdwijnen de giftige stoffen bijna volledig. Daarom is hooi dat gedroogde boterbloemen bevat wel veilig.
Een grasveld vol met deze vrolijke gele bloemen is een lust voor het oog. De bloem van de boterbloem heeft vijf gele kroonblaadjes die zó mooi glanzen dat ze wel van plastic lijken. Maar nee, deze vrolijke bijenvriend is een échte plant.
Boterbloemen (Ranunculus-soorten, zoals plantkundigen zeggen) zijn inderdaad giftig. De stof die hiervoor verantwoordelijk is, heet protoanemonine, een afgeleide van een andere stof die ranunculine heet (let op de naam). Bij dieren die ervan eten (runderen, schapen, varkens, honden...)
De Ranunculus lingua is ook wel bekend als Grote boterbloem.
Grote boterbloem - Ranunculus lingua. Naamgeving (Etymologie): De naam boterbloem is vanwege de boterkleurige bloemblaadjes. Ranunculus is het verkleinwoord van het Latijnse rana (kikker). Ranonkels groeien vaak in of langs het water en in vochtige weiden, de plek waar veel kikkers voor komen.
De Scherpe boterbloem, Ranunculus acris L., is een meerjarige plantensoort uit de Ranonkelfamilie of Ranunculaceae en komt in België en Nederland zeer algemeen voor in graslanden, hooilanden en langs de weg in bermen. De plant is dofgroen van kleur en behaard en ze kan tot maximaal 1 m hoog worden.
Boterbloem: Symbool voor zelfrespect en stralende charme.
Het is trouwens niet gezond om ze op te eten want ze zijn giftig! Doordat ze een vreemde smaak hebben, laten de dieren ze algauw staan. Als de bloemen gedroogd zijn en zich in hooi bevinden, zijn ze niet meer schadelijk. De giftige stoffen zijn er namelijk uit verdwenen.
De soort is vaak aanwezig in graslanden, maar ook langs bospaden, en in milieus met sterk wisselende waterstanden en tijdelijke overstromingen. Kruipende boterbloem is ook talrijk aanwezig in verstoorde gebieden, zoals ruigten, bermen, oevers van poelen en vijvers, braakland, bouwland en tuinen.
De nederlandse naam is Boterbloem, familie van de Ranunculaceae. De bloemkleur is lichtgeel en de bloeitijd is van ca. mei tot en met juni. De bladeren zijn grijsgroen en ongeveer 15 cm.
Habitat: Scherpe boterbloem is een plant van vochtige, matig tot zeer voedselrijke graslanden. In weiland profiteert ze van het feit dat de meeste grazers haar mijden. Ook in gemaaide graslanden, vooral wegbermen, is het vaak een aspectbepalende plant.
Boterbloemen worden in de ordentelijke tuin als onkruid beschouwd.
NDFF Verspreidingsatlas | Ranunculus lingua - Grote boterbloem.
De gehele plant is giftig maar vooral het sap is gevaarlijk bij consumptie. De kruipende boterbloem is vooral giftig voor vee; runderen, paarden, schapen, varkens,…. De plant wordt tijdens het grazen echter gemeden tenzij er een voedseltekort is.
Je kunt boterbloemen verwijderen door de grond te schoffelen. De planten vormen dichte pollen die met een schep of spa diep moeten worden uitgespit. Het wat grotere onkruid kun je er met een drietand uittrekken. Daarnaast kun je de boterbloemen gewoon met de hand verwijderen.
De gewone dotterbloem (Caltha palustris) – April 2020
De volwassen dotterbloem is erg giftig en dus niet eetbaar.
Madeliefjes kan je rauw of gekookt eten. De bloemetjes kunnen worden gebruikt voor thee (gedroogd of vers). De blaadjes en bloemetjes kun je o.a. gebruiken in een salade. Ook heeft het madeliefje een wondgenezende werking.
Boterbloemen staan bekend om hun intense, glanzend gele kleur. Groningse onderzoekers hebben ontdekt dat de dunne, buitenste laag van de bloembladeren zich gedraagt zoals een olielaagje op water. Dat zorgt voor menging van kleuren en de kenmerkende glans.
't Is een overal voorkomende plant: wegbermen, hooi- en weilanden. In de plant zit een scherp smakende giftige stof. Koeien hebben daar een hekel aan en zo zie je soms in weilanden waar koeien grazen, gele eilandjes van boterbloemen die door het vee zijn overgeslagen bij het grazen.
Het zijn grote donkergroene, onbehaarde wat vettig aandoende bladeren, min of meer eirond en met een hartvormige voet. De onderkant is wat dofgroen van kleur. De holle bladsteel is van onderen rond en van boven een beetje uitgehold.
Die mooie kleur van een boterbloem bleek meer dan een kwestie van pigment in de bloemblaadjes die het geel in het zonlicht terugkaatsen en de rest van het licht doorlaten. 'Je kunt zien dat het bloemetje een supergladde bovenlaag heeft – de epidermis', zegt Van der Kooi. 'Dat is de plek waar vooral het pigment zit.