Dragers van het beroepsgeheim
stelt dat geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, zijn gebonden door het beroepsgeheim.
Leerkrachten hebben géén beroepsgeheim
Dit is minder streng dan het beroepsgeheim: Iedereen op school mag informatie van jou bespreken met collega's of de directie. Ze mogen ook informatie delen met je ouders. Soms is dat zelfs verplicht.
Elke overdracht van informatie valt onder het toepassingsgebied van het beroepsgeheim. Dit betekent dat een geheim- houder het beroepsgeheim niet enkel schendt wanneer hij een dossier doorgeeft of over een cliënt vertelt, maar ook wanneer hij iemand bewust laat meelezen of meeluisteren.
je patiënt een dreigement uit;je patiënt fraudeert;je te maken hebt met kindermishandeling.
Elke politieambtenaar is gebonden door het beroepsgeheim.
Artsen hebben een beroepsgeheim. Een arts moet zwijgen over alles wat hij tijdens zijn werk te weten komt over een patiënt. Zo kan iedereen erop vertrouwen dat alle informatie die je als patiënt met een arts deelt, vertrouwelijk blijft.
De tandarts zal al hetgeen hem in het kader van zijn beroepsuitoefening omtrent de patiënt en diens naaste betrekkingen ter kennis is gekomen, beschouwen als vallend onder het beroepsgeheim. Hij heeft terzake tegenover derden een zwijgplicht.
Een leerkracht heeft dus geen beroepsgeheim. Ook ander personeel van de school (een medewerker van het secretariaat, een directeur, een vertrouwensleerkracht enz.)hebben dat niet. Ze zijn wettelijk niet verplicht om informatie over jou als leerling geheim te houden.
Beroepsgeheim. Alle psychologen hebben een geheimhoudingsplicht. Dat houdt in dat zij geen informatie over patiënten mogen doorgeven aan mensen die niets met uw behandeling te maken hebben. De geheimhoudingsplicht blijft altijd gelden, ook als uw behandeling is afgelopen.
Welke straffen riskeert u? Een schending van het beroepsgeheim wordt bestraf met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en een geldboete van 100 tot 500 euro (te vermenigvuldigen met de opdeciemen).
Schoolpersoneel heeft geen beroepsgeheim, behalve in uitzonderlijke gevallen. Het beroepsgeheim geldt niet voor leerkrachten. Een school is geen jeugdhulpaanbieder en kan geen hulp- en zorgverlening, in de zin van het decreet Integrale Jeugdhulp, aanbieden aan leerlingen.
Apothekers krijgen regelmatig het verzoek om te participeren in verschillende onderzoeken. De apotheker heeft een beroepsgeheim.
Gericht toestemming vragen. Het geheim is van de jongere. Daarom kan het beroepsgeheim worden doorbroken als de jongere zelf in vrijheid toestemming geeft. Deze toestemming moet gericht worden gegeven.
De arbeidsgeneesheer is, net zoals iedere andere arts, gebonden door het beroepsgeheim. Uw werkgever heeft bijgevolg geen inzage in uw medisch dossier.
Voor artsen, tandartsen, apothekers, GZ-psychologen, psychotherapeuten, fysiotherapeuten, verloskundigen en verpleegkundigen geldt het medisch beroepsgeheim. Dit is wettelijk geregeld (artikel 88 Wet Big).
In sommige beroepen geldt het beroepsgeheim. Dat betekent dat personen met bepaalde functies niets mogen bekendmaken van wat hen in hun functie werd verteld. Het beroepsgeheim blijft altijd gelden, ook wanneer de vertrouwensrelatie beëindigd is of als de arbeidsovereenkomst afgelopen is.
Geheimhoudingsplicht in de beroepscode
Andere hulpverleners kunnen ook een geheimhoudingsplicht hebben; die staat dan in hun beroepscode. Dit geldt bijvoorbeeld voor maatschappelijk werkers en ergotherapeuten.
1. Het beroepsgeheim. Het beroepsgeheim wordt gewoonlijk omschreven als de geheimhoudingsplicht die van toepassing is op allen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun werden toevertrouwd. Artikel 458 van het Strafwetboek vormt de basis van het beroepsgeheim.
Als verpleegkundige, verzorgende of verpleegkundig specialist heb je een beroepsgeheim. Zonder toestemming van de zorgvrager geef je geen informatie van en over de zorgvrager door aan anderen.
U moet wel een huisarts vinden die plaats heeft in zijn of haar praktijk en die niet te ver van u vandaan woont. De huisarts moet namelijk ook in acute situaties snel bij u kunnen zijn, dus de afstand tot uw huis mag niet te groot zijn. Als vuistregel geldt hiervoor een reistijd van hooguit 15 minuten.
Het grootste verschil met het beroepsgeheim is dat discretieplicht in de eerste plaats is ingesteld in het belang van de organisatie waarvoor de vrijwilliger werkt. De essentie van discretieplicht is dat je de informatie niet ten persoonlijke titel krijgt.
Toch neemt men aan dat de arts die zijn zwijgplicht laat primeren op zijn spreekplicht niet strafbaar is, noch in burgerlijke zaken, noch in strafzaken. Men noemt dit het zogenaamde zwijgrecht: het recht om geen getuigenis in rechte af te leggen door zich te beroepen op zijn beroepsgeheim.
Bij de hulpverlening betrokken personen zonder eigen beroepsgeheim, die beroepshalve toegang hebben tot patiëntgegevens, hebben een van de arts afgeleid beroepsgeheim. De arts of instelling brengt deze personen daarvan op de hoogte.