Gebruik 16A automatische zekeringen voor het afzekeren van de lichtkringen. hiervoor mag 3g1,5 worden gebruikt om de lichtkring te bedraden. Om de automaten met elkaar te verbinden worden kamgeleiders gebruikt. Dit is een snelle veilige manier om automatische zekeringen met elkaar door te verbinden in de zekeringkast.
Een verlichtingskring wordt bekabeld met draden van 1,5 mm2 en beveiligd met een automaat van max. 16 A (in verdeelkast). Een woning moet minstens 2 kringen bevatten. Alle verlichtingskringen moeten voorzien zijn van een aardingsdraad.
Bij een gemengde kring wordt steeds geschakeld met een automaat van 16A, met een draadsectie van 2,5mm² voor elke draad in het circuit & moet steeds in de zekeringskast voorafgegaan worden door een differentieelschakelaar.
Je mag zoveel kringen je wil aansluiten op die automaat, zolang je maar het maximum aantal lichtpunten wat voor één zekeringkring mag, niet overschrijd. Voor een zuivere lichtkring bestaat er geen wettelijk maximaal aantal punten.
Gebruik automatische zekeringen van maximum 20 A voor de verschillende kringen stopcontacten. Op een kring met stopcontacten mogen maximum acht stopcontactgroepen geplaatst worden. Gebruik voor de verlichting automatische zekeringen van maximum 16 A.
De meeste installatie automaten in Nederland zijn 16 ampère, dit komt omdat doorgaans alle groepenkasten vanuit de fabriek worden geleverd met B16 groepen. Om te weten wat de maximale belasting van één groep is, kan je de volgende formule toepassen: P = U x I. Deze formule uitgeschreven: Vermogen = Spanning x Stroom.
Voor huishoudelijke installaties is het verplicht automaten te gebruiken waarbij het onderbrekingsvermogen in een rechthoek vermeld is en waarbij de waarde minimum 3000 A bedraagt.
Elke groep van lampen die door dezelfde samenwerkende groep van schakelaars bediend wordt is één lichtpunt. U hebt daar dus 2 lichtpunten. Verder is er helemaal geen beperking op het aantal lichtpunten in een kring.
Het enige wat verplicht achter een 30mA moet is : Bad- en doucheruimten, wasmachine, droogkast, zwierder en afwasmachine. Dus kringen buiten, vijvers, stoomoven, ..... zijn niet verplicht achter de 30mA. Maar als je je zelf veilger voelt mag je het wel altijd doen.
Vraag. Op een kring met enkel stopcontacten (2.5²) mag je een zekering van 16A of een automaat van 20A gebruiken. Een gemengde kring met stopcontacten en verlichting is toegelaten, de minimale draaddikte is 2.5² voor gans de kring.
In vochtige ruimtes is de kans op lekstroom groter dan in droge ruimtes. Een tweepolige schakelaar zorgt ervoor dat het risico op eventuele lekstromen wordt uitgesloten. Gebruik bij voorkeur in vochtige ruimtes een tweepolige schakelaar. Zo maak je je woning weer een stukje veiliger.
Grootste verschil met binnenstopcontacten is dat buitenstopcontacten spatwaterbestendig moeten zijn. Bovendien vormen buitenstopcontacten een aparte stroomkring, aangesloten op een differentieelschakelaar van 30 mA en beveiligd met automatische zekeringen van 20 A.
Ampère in huis
Dan geldt de volgende formule: vermogen (watt) = stroomsterkte (ampère) x spanning (volt). Een lamp van 80 watt heeft dus een amperage van 0.35 (80W: 230V). Een stopcontact in huis kan maximaal 16 ampère leveren bij 230 volt. Dit is afhankelijk van het stopcontact en de kwaliteit van een stekkerdoos.
Eigenlijk is die regel van 10 lichtpunten voor een lichtkring er ook maar, omdat het AREI voorschrijft, dat je op 1 kring maximum 10 stopcontacten (multi wordt geteld als 1) mag hangen, waarbij een lichtpunt geteld wordt als een stopcontact.
U mag maximaal vier groepen achter een differentieelschakelaar plaatsen.
3 keer mag doorlussen.
Volgens de algemene bepalingen van het Nederlands Normalisatie Instituut welke de NEN voorschrijft moeten alle apparaten welke meer dan 2.000 watt gebruiken en of “natte groepen” zijn dienen op een aparte groep worden aangesloten. Een uitzondering hierop zijn apparaten welke minder dan 10 minuten gebruikt worden.
Volgens de richtlijnen van het AREI is het verplicht om een aardlek van 300mA aan het begin van de elektrische installatie te plaatsen. De bijkomende differentieelschakelaar van 30mA is voor het aansluiten van vochtige ruimtes en apparaten zoals de wasmachine, badkamer en buitenverlichting.
Installatiedraad met een diameter van 2,5 mm2 (millimeter-kwadraat) voor 12 en 24 volt installaties, en tevens voor 230 volt installaties. Geschikt voor maximaal ca. 10 ampere in 12 en 24 volt installaties.
Dus voor uw automaat van 32A moet je dus minstens een 6mm² nemen of 2x4mm² in parallel, maar dan moet uw aarding ook minstens 6mm² zijn...
Een B16 automaat schakelt direct uit indien er een kortsluitstroom van 80A wordt gemeten (5*In). Een C16 schakelt uit bij 160A kortsluitstroom (10*In). Een C16 wordt vaak toegepast bij machines met een hoge aanloopstroom.
C20 geeft aan bij welke stroom deze automaat zal uitvallen. 20: Deze automaat zal 20A door laten, en dus dus nooit mogen uitvallen bij 20A. C: Deze automaat volgt de C-curve; Deze curve geeft aan hoe lang een bepaalde stroom moet vloeien voordat de automaat uit valt.
3-polige automaat met N-aansluiting schakelt alle fasen en de N mee af als er op één van de fasen overbelasting is. De N is dus niet beperkt in stroom. 4-polige automaat schakelt ook uit als er door de N een te hoge stroom loopt.