Een andere eis waaraan je product moet voldoen om de (preferentiële) EU oorsprong toegekend te krijgen kan zijn dat alle gebruikte materialen een andere HS code moeten hebben dan die van het eindproduct, ook wel bekend als 'tariefpostverspringing'.
De hoofdlijnen van de niet-preferentiële oorsprongsregels zijn de volgende: Goederen zijn van niet-preferentiële oorsprong: indien zij in een land of gebied "geheel en al zijn verkregen" of - (indien dit niet het geval is en gebruik is gemaakt van materialen uit een of meer andere landen)
Vanaf 1 januari 2018 zullen de volgende 16 APS-landen worden aangesloten op het REX-systeem: Afghanistan, Armenië, Bolivia, Eritrea, Gambia, Guinee, Ivoorkust, Malawi, Mozambique, Myanmar, Niger, Rwanda, Sri Lanka, Swaziland, Syrië en Tanzania.
Volgens die regel is het zo dat wanneer een goed afkomstig is van materialen (al dan niet van oorsprong) van meer dan één land, het land van oorsprong van dat goed het land is vanwaar het grootste deel van die materialen van oorsprong is, bepaald op basis van hun waarde.
De preferentiële oorsprong is van belang wanneer goederen worden ingevoerd en een lager douanerecht (ofwel preferentieel recht) wordt geclaimd. In dat geval gelden de preferentiële regels. De niet-preferentiële oorsprong is in alle andere gevallen van belang.
De geldigheidsduur kan per overeenkomst verschillen. In de meeste overeenkomsten is de termijn 4 maanden.
Producten zijn van preferentiële oorsprong als ze aan de preferentiële oorsprongsregels voldoen. Deze regels verschillen per land en zijn opgenomen in handelsverdragen van de EU met andere landen. 'Preferent' betekent in deze context dat producten een bevoorrechte positie hebben.
Een Certificaat van Oorsprong (CvO, Certificaat van Origine) kan gevraagd worden in en voor ieder land. Binnen of buiten de EU, zelfs binnen Nederland. Er zijn landen waar het CvO standaard verplicht is, met name landen in het Midden-Oosten en Afrika.
Met een EUR. 1 of EUR-MED krijg je verlaging of vrijstelling van invoerrechten, op voorwaarde dat de goederen die je levert van preferentiële oorsprong zijn. De afspraken over verlaging van invoerrechten en preferentiële oorsprong vind je in de vrijhandelsverdragen die de EU sloot met diverse partnerlanden.
Als u vanaf 1 januari 2021 goederen exporteert naar het Verenigd Koninkrijk (VK), en deze goederen van preferentiële EU-oorsprong zijn, dan moet u dit aantonen door middel van een attest van oorsprong.
Bij een zending naar de EU waarvan de waarde van de preferentiële oorsprongsproducten meer bedraagt dan 10.000 euro heeft de exporteur een REX-nummer nodig. Hiervoor registreert hij zich lokaal als Registered Exporter. Het toegekende REX-nummer vermeldt hij in het Attest van Oorsprong.
Het Form A en het Attest van Oorsprong dienen ter bevordering van handel met en import uit ontwikkelingslanden. Beiden maken deel uit van het Algemeen Preferentieel Systeem (APS). Dit is een akkoord tussen de EU, andere Westerse landen en een aantal ontwikkelings- en minder ontwikkelde landen.
Vanaf 13 juni 2017 mag de ingangsdatum van een leveranciersverklaring niet meer dan 12 maanden vóór of niet meer dan zes maanden na de datum van afgifte liggen, maar zal deze altijd 24 maanden geldig zijn. Een kortere geldigheidsduur mag uiteraard ook.
Het is met andere woorden de nationaliteit van het product. Dit begrip is essentieel voor de douanetechnische behandeling van goederen die in de Europese Unie ingevoerd of vervaardigd worden, of voor goederen die naar derde landen worden uitgevoerd.
Een leveranciersverklaring is een verklaring van een leverancier over de oorsprong van de goederen die hij levert. Dat betekent eerst en vooral, dat degene die de verklaring opstelt en ondertekent verstand moet hebben, en bekend moet zijn, met de “oorsprong” van de goederen.
Een Eur1 document is niet van rechtswege verplicht, zoals bijvoorbeeld een uitvoeraangifte. De aanvraag van een Eur1 document dient altijd gedaan te worden door de exporteur. Wil een importeur het voordeel genieten van verlaging of vrijstelling van invoerrecht, dan moet er bij een waarde hoger dan €6000,- een EUR.
1-certificaat (ook wel EUR. 1-document of EUR. 1 certificate genoemd) aanvraagt bedragen de kosten hiervoor € 47,-.
Een EUR. 1 Certificaat kan naar veel landen gebruikt worden, denk hierbij aan de EVA Landen, De EVA landen zijn Zwitserland, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland. Naast de EVA landen zijn er nog vele andere landen of groepen waar een EUR.
Als je het Certificaat van Oorsprong (CvO, Certificaat van Origine) aanvraagt via Exportdocumenten.com bedragen de kosten € 47,-. De prijs is opgebouwd uit: € 32,60 Handelingskosten Exportdocumenten.com en. € 14,40 Kamer van Koophandel leges (deze worden 1 op 1 aan jou doorberekend).
Iedere auto heeft dus een eigen certificaat en het CVO wordt op basis van het chassisnummer afgegeven. De belangrijkste gegevens zijn het Europese typegoedkeuringsnummer en de CO2 uitstoot.
Op een CVO staan de omschrijving en oorsprong van je producten, en de NAW-gegevens van verkoper en koper. In Nederland bekrachtigt KVK de oorsprong op CVO's met een digitale stempel en handtekening.
De Douane maakt het EUR. 1-certificaat geldig. Daarnaast controleren zij de aanvraag en bekijken ze of alle relevante gegevens en informatie zijn meegestuurd.
Hoewel een leveranciersverklaring alleen ingevuld mag worden door bedrijven die in de EU gevestigd zijn, is bij deze variant wel iedere oorsprong toegestaan. Koop je de goederen in bij een leverancier in Frankrijk maar zijn ze geproduceerd in Japan, dan kun je deze verklaring dus gewoon gebruiken.