Een assenstelsel heeft een verticale en een horizontale as. De verticale as van een assenstelsel wordt de y-as genoemd, de horizontale as de x-as.
De horizontale as (categorieas), ook wel bekend als de x-as van een grafiek, heeft tekstlabels in plaats van numerieke intervallen en biedt minder schaalopties dan beschikbaar zijn voor een verticale as (waardeas), ook wel de y-as van een grafiek genoemd.
Als de hoogste macht van x van de teller gelijk aan of kleiner is dan de hoogste macht van x in de noemer is er altijd een horizontale asymptoot. Als de hoogste macht in de teller precies 1 groter is dan de hoogste macht in de noemer is er een schuine asymptoot. Zo niet dan is er geen horizontale of schuine asymptoot.
De definitie van x-as is de horizontale as in een assenstelsel. Het is een lijn die loopt van links naar rechts zonder helling, rotatie of diepte. De x as (breedte) staat haaks op de y as (hoogte) en de Z as (diepte).
Het snijpunt met de y-as
Als een grafiek de y-as snijdt, dan is de x-coördinaat van dat snijpunt altijd 0. Kijk maar naar een assenstelsel, de y-as ligt altijd op x = 0. De y-coördinaat van dit snijpunt is te berekenen door x = 0 in te vullen in de functie.
waarbij x de x-coördinaat van het punt is, terwijl y de y-coördinaat aangeeft. Om een punt te vinden dat op de y-as ligt, hebben we dus een punt nodig waarvan de x-coördinaat 0 is . Van de gegeven punten heeft alleen C(0, -2) de x-coördinaat 0, dus C ligt op de y-as.
De x-coördinaat geeft aan hoeveel stappen je naar links of rechts moet. De y-coördinaat geeft aan hoeveel stappen je naar boven of naar beneden moet.
Een grafiek teken je in een assenstelsel. Een assenstelsel heeft een verticale en een horizontale as. De verticale as van een assenstelsel wordt de y-as genoemd, de horizontale as de x-as. Als langs de y-as de hoeveelheid staat en langs de x-as de tijd, zeggen we dat de hoeveelheid is uitgezet tegen de tijd.
horizontale as | Zakelijk Engels
de rij met figuren of coördinaten die van links naar rechts langs de onderkant van een grafiek of kaart zijn gerangschikt : de verticale as vertegenwoordigt de waarde; de horizontale as vertegenwoordigt de tijd.
Roosterpunten zijn punten waarvan de coördinaten hele getallen zijn. Dit noem je roosterpunten omdat ze precies op het kruispunt van twee roosterlijnen liggen. Coördinaten hoeven niet altijd gehele getallen te zijn, bijvoorbeeld (1,3;2,7). Je schrijft dan een puntkomma tussen de x-coördinaat en de y-coördinaat.
Hoe bereken je asymptoten? , kun je de verticale asymptoot vinden door te kijken naar wanneer de noemer 0 wordt - want de noemer mag niet 0 zijn. Dus, als je de x-waarde vindt die de noemer 0 maakt, dan heb je de x-waarde voor de verticale asymptoot.
Om de asymptoten van een reciproke functie in algemene vorm r(x) = a / (x - h) + k te vinden, gebruiken we deze regels: De verticale asymptoot van r(x) is x = h. De horizontale asymptoot van r(x) is y = k .
Een voorbeeld van een exponentiële functie is iets waarvan de waarde bij iedere stap verdubbelt, met achtereenvolgende waarden 1, 2, 4, 8, 16, 32 enzovoort. Exponentiële functies beschrijven dus wat er gebeurt bij een exponentiële groei. Bacteriegroei is een voorbeeld van een verschijnsel met een exponentiële groei.
X- en y-as zijn de assen die worden gebruikt in coördinatensystemen die een coördinatenvlak vormen. De horizontale as wordt weergegeven door de x-as en de verticale as wordt weergegeven door de y-as . Het punt waar de x- en y-as elkaar kruisen, staat bekend als de oorsprong en wordt gebruikt als referentiepunt voor het vlak.
Horizontale asymptoten
Als je bij een formule als y = 2x-3/3x-6 een hele grote waarde van x invult, krijg je bijvoorbeeld y = 2100.000-3/3100 000-6 . Je ziet dan dat de -3 en de -6 eigenlijk bijna niet meer uitmaken. Je kan de formule dus benaderen tot y = 2x/3x = 2/3 . De horizontale asymptoot zit dus op y = 2/3 .
Verder wordt er soms gebruik gemaakt van een scheurlijntje of zaagtand, dit geeft een onderbreking van de as aan, vrijwel altijd op de verticale as. Een as begint namelijk altijd op 0, maar als de waardes pas veel hoger beginnen kan een scheurlijntje helpen met een grafiek nauwkeuriger maken.
De horizontale as van het ECG-papier registreert tijd , met zwarte markeringen bovenaan die intervallen van 3 seconden aangeven. Elke seconde wordt gemarkeerd door 5 grote rasterblokken. Elk groot blok is dus gelijk aan 0,2 seconde.
Op de horizontale (categorie) as, ook wel de x-as genoemd, van een grafiek worden tekstlabels weergegeven in plaats van numerieke intervallen. Bovendien zijn er minder schaalopties beschikbaar dan op de verticale (waarde) as, ook wel de y-as genoemd, van de grafiek.
De horizontale as geeft de numerieke waarden weer, terwijl de verticale as verschillende categorieën weergeeft.
Een y-as is de verticale as op het cartesiaanse coördinatenvlak . De y-as begint bij negatieve oneindigheid en loopt op tot positieve oneindigheid. De y-as is ook het startpunt, of 0-punt, voor het meten hoe ver een punt zich horizontaal uitstrekt op een grafiek.
In een grafiek die u maakt, worden aslabels weergegeven onder de horizontale as (categorieas of X), naast de verticale as (waarde of Y) en naast de diepteas (in een 3D-grafiek).
Als je het gedrag van zo'n biologisch systeem in een functie, f(x), kan beschrijven, dan kan je het gedrag van een systeem op lange termijn uitrekenen of voorspellen door x te vervangen door oneindig (∞). De waarde van de functie f(x) als x naar oneindig (∞) gaat noem je de limiet van de functie.
De eenvoudigste plaatsbepaling bestaat uit een startpunt, de oorsprong O met daar doorheen twee onderling loodrechte assen met een schaalverdeling erop. De assen heten de x-as en de y-as en elk punt krijgt coördinaten (x, y). In 3D komen daar nog een z-as en een z-coördinaat bij.
X Y Z. De drie assen die de virtuele 3 dimensionale wereld bepalen. De X- en Y-as zijn ook coordinaten in een 2 dimensionaal systeem, terwijl de Z-as daar loodrecht op staat en dus de derde dimensie bepaalt. Door getallen toe te kennen aan alle drie assen kan elke plaats nauwkeurig worden aangegeven.
Het koppel (2,3) noemen we de coördinaat van het punt B en noteren we als co(B) = (2,3). Van de coördinaat (2,3) is 2 het eerste coördinaatgetal of de abscis, terwijl 3 het tweede coördinaatgetal of ordinaat genoemd wordt. Het punt waar de x-as en y-as elkaar snijden wordt de oorsprong van het assenstelsel genoemd.