Er zijn 3 vormen van agressief gedrag: verbale, psychische en fysieke agressie.
Frustratie-agressie
begrip tonen en een gevoelsreflectie geven. vragen stellen en doorvragen naar de oorzaken van de frustraties. samenvatten om te controleren of je de ander goed hebt begrepen. het gesprek afronden met een aanbod dat je waar kunt maken en dat voor de ander acceptabel is.
De verwerking van een schokkende gebeurtenis verloopt bij iedereen ongeveer hetzelfde, er zijn drie fasen te onderscheiden: ontlading, doorwerking en herstel. De heftigheid en tijdsduur van deze fasen lopen sterk uiteen. Als een klant zich agressief heeft gedragen, zijn daar sancties aan verbonden.
De gevolgen voor het individu variëren aanzienlijk, van demotivatie en minder voldoening van het werk, tot stress en schade aan de lichamelijke en/of geestelijke gezondheid. Er kunnen zich posttraumatische symptomen zoals angst, fobieën en slaapproblemen voordoen.
Frustraties ontstaan meestal over een dienstverlening of procedure binnen een organisatie en kunnen snel leiden tot een uitbarsting van geweld. Instrumentele agressie: verwijst naar het bewust gebruiken van agressie om een bepaald doel te bereiken. Het is dus geen reactie, maar een bewuste actie.
Secundaire gevoelens als boosheid op iemand, ergernis naar iemand, jaloezie, afgunst, rancune, haat... ontstaan als een bepaalde behoefte te kort komt in combinatie met het (negatief) oordelend denken over anderen. Iemand anders krijgt de schuld voor mijn onprettige gevoelens en de te kort komende behoefte.
Andere namen zijn reactieve agressie, impulsieve agressie of de defensieve agressie. Dit type agressie komt voort uit een reactie op een situatie en/of gevoel. Het is direct, rechtstreeks en onverholen. In het Engels wordt het ook “hot aggression” genoemd.
In de psychologie worden 4 emoties genoemd waar alle gevoelens naar terug te herleiden zijn: Bang, Boos, Blij en Bedroefd, oftewel: Angst. Boosheid.
Agressief gedrag kan non-verbaal of verbaal zijn. Bij non-verbale agressie kun je denken aan: slaan, schoppen, bijten, duwen, spugen en dingen kapot maken. Bij verbale agressie kun je denken aan: beschuldigen, bedreigen, beledigen, schelden en belachelijk maken.
Proactieve agressie is weloverwogen agressief gedrag waar de leerling een bepaald doel mee wilt bereiken. Het gedrag is minder zichtbaar, omdat het zich vaak voordoet buiten het gezichtsveld van de volwassene.
Net zoals trillen een fysiek signaal van irritatie is, kunnen andere bewegingen ook indicatief zijn voor opkomende agressieve uitingen. Voorbeelden hiervan zijn het schudden met een vinger of het hoofd, het ballen van een vuist, of rusteloos schuifelen met een voet.
Agressie en geweld worden vaak in één adem genoemd maar zijn niet hetzelfde. Iedere vorm van gewelddadig gedrag is altijd agressief, maar andersom zijn agressieve gedragingen niet altijd gewelddadig.
Wat is passief agressief gedrag? Passief agressief betekent eigenlijk 'vermomde vijandigheid'. Bij een passief-agressieve houding uit je jouw gevoelens op een manier die vervelend is voor de ander. Een ruzie kap je af door bijvoorbeeld te zeggen: 'laat nu maar zitten!
Schelden, bedreigen en soms zelfs fysiek geweld: het komt in de zorg helaas steeds vaker voor. Inmiddels ervaart een groot deel van de zorgverleners agressie op de werkvloer. Soms is dat door eigen collega's, maar steeds vaker door patiënten, hun naasten en bezoekers.
Onrust komt naar buiten: onrust neemt zichtbare vormen aan (bijvoorbeeld heen en weer lopen). Verminderde zelfcontrole (wisselingen in gedrag, ambivalentie). Verbale dreigingen: uitingen van onmacht, kleinerende opmerkingen. Gewelddadige gebaren: beschadigen van voorwerpen (hard op de tafel slaan).
Agressief gedrag kan verschillende oorzaken hebben. Het kan te maken hebben met het karakter van je kind, maar ook met de vrienden met wie je kind omgaat. De oorzaak kan ook liggen in spanningen en stress. Het is ook mogelijk dat je kind moeite heeft om emoties te beheersen.
Frustratie-agressie is een van de meest voorkomende vormen van agressie. Het ontstaat door een opeenstapeling van irritaties en negatieve ervaringen. Uiteindelijk zorgt dit voor een uitbarsting van emoties. Frustratie-agressie is daarom ook niet gericht aan jou: het is woede die iemand richt op zichzelf.
Agressie kan verschillende oorzaken hebben. Frustratie bijvoorbeeld, als iemand zijn zieke moeder niet mag bezoeken door corona. Iemand vindt dat hij recht heeft op bepaalde zorg. Of iemand is verward of heeft een stoornis en verliest daardoor de controle.
Relationele agressie bestaat uit subtiele vormen van intermenselijk gedrag, waarbij het slachtoffer emotionele of psychische schade ondervindt. Denk hierbij aan acties waarbij relaties of vriendschappen schade toegebracht wordt door uitsluiten, zwartmaken, negeren, roddelen, maar ook bedreigen en chanteren.
Bij doelgerichte agressie is iemand erop uit je bang te maken door te dreigen, fysiek of met een wapen. Dit soort agressie komt nogal eens voor bij mensen die hun 'recht' komen halen aan een loket. Het is in zo'n situatie lastig rustig te blijven en 'ondersteunend' gedrag te vertonen.
Het ABCD-model. Waarbij 'A gedrag' getypeerd wordt als frustratieagressie gericht op zich zelf, 'B gedrag' als frustratieagressie op de organisatie of het beleid, 'C gedrag' als instrumentele agressie en 'D-gedrag' als (be)dreigend en fysiek: bedreiging op persoon, spullen te gooien of de ander aan te raken.
In “De 5 B's van …” vragen we aan een van onze medewerkers naar hun associatie bij de woorden Blij, Bang, Boos, Bedroefd en Beschaamd. Deze keer is Laura Detering aan de beurt.