Een zelfstandig naamwoord is een woordsoort dat een mens, dier, ding, (eigen)naam, gebeurtenis, plaats of abstracte zaak zoals gevoelens aanduidt. Voorbeelden van zelfstandig naamwoorden zijn: man,, kat, tafel, Amsterdam, moederdag, hemel of liefde.
Zelfstandige naamwoorden hebben deze kenmerken: Ze zijn abstract of concreet.Ze zijn eigen of algemeen . De meeste zijn enkelvoud of meervoud, maar...
Naast telbaarheid kunnen zelfstandige naamwoorden worden beschreven aan de hand van vier andere belangrijke grammaticale kenmerken: geslacht, getal, persoon en naamval .
Een zelfstandig naamwoord verwijst naar een persoon, ding, concept of plaats. De meeste zinnen bevatten minimaal één zelfstandig naamwoord of voornaamwoord.Ze worden vaak voorafgegaan door een lidwoord (de, het of een), maar niet altijd. Voorbeelden: Zelfstandig naamwoorden in een zin De hond rende heel snel.
Simpel gezegd is een zelfstandig naamwoord een woord dat mensen, dieren of dingen aanduidt. Enkele voorbeelden: Opa is een zelfstandig naamwoord, want dat is een mens. Paard is ook een zelfstandig naamwoord, want dat is een dier.
Een zelfstandig naamwoord identificeert een persoon, dier of ding.Voornaamwoorden zijn woorden zoals hij, zij, uzelf, mijn, wie, dit en iemand . Voornaamwoorden verwijzen doorgaans naar of vullen de positie van een zelfstandig naamwoord of zelfstandig naamwoordgroep in. Een lidwoord specificeert het soort verwijzing dat een zelfstandig naamwoord heeft.
Het zelfstandig naamwoord: ZNW
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten. Je gebruikt ze voor: dieren, mensen, dingen, aardrijkskundige namen (plaatsen, rivieren etc.) en voor (eigen)namen, ook al kun je daar soms geen lidwoord voor zetten.
Semantische eigenschappen van zelfstandige naamwoorden/entiteiten kunnen worden onderverdeeld in acht klassen: specificiteit, gebondenheid, levendigheid, geslacht, verwantschap, sociale status, fysieke eigenschappen en functie . Fysieke eigenschappen verwijzen naar hoe een entiteit in de ruimte bestaat. Het kan bijvoorbeeld vorm, grootte en materiaal omvatten.
Een zelfstandig naamwoord heet zo, omdat het een naam geeft aan een 'zelfstandigheid'. Dit kunnen concrete zaken zijn: een persoon (opa, Jan) of dier (hond) , ding (huis, vork) of plaats (Den Bosch, badkamer).
Onder andere woordsoorten onderscheidt het zelfstandig naamwoord zich door zijn eenvoud en verschillende complexe kanten. De morfologische kenmerken van zelfstandige naamwoorden omvatten categorieën zoals de categorie van getallen (enkelvoud en meervoud), de categorie van naamvallen, de categorie van behoren, verkleinwoorden, educatie en afkortingen .
De niet-telbare (zelfstandige) naamwoorden zijn vaak abstract of duiden op een massa of hoeveelheid in plaats van op eenheden. Voorbeelden zijn: *a vandalism, *a music, *a mail etc. Woorden als quality of time kunnen wel telbaar worden gebruikt. Ze hebben ook niet-telbare betekenissen.
Alle zelfstandige naamwoorden zijn enkelvoud of meervoud in getal . Een enkelvoudig zelfstandig naamwoord verwijst naar één persoon, plaats, ding of idee en vereist een enkelvoudig werkwoord, terwijl een meervoudig zelfstandig naamwoord verwijst naar meer dan één persoon, plaats, ding of idee en vereist een meervoudig werkwoord.
Het woord typering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Een zelfstandig naamwoord kan bijvoorbeeld een apostrof s ('s) krijgen als je kind deze omzet van enkelvoud naar meervoud. In dat geval vind je de hoge komma aan het eind van een woord, maar hij kan ook aan het begin staan ('s ochtends, 's nachts).
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden als huis, boom, vrouw, hout, liefde en vakantie. Vaak staat er de, het of een voor. Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een 'zelfstandigheid' aanduiden. Dat kunnen concrete zaken zijn, zoals mensen (man, Ineke), dieren (paard) en dingen (huis, brug, hout).
Het genus of grammaticale geslacht is een eigenschap van een zelfstandig naamwoord die bepalend is voor de (vorm van de) lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en de meeste voornaamwoorden waarmee een zelfstandig naamwoord in combinatie optreedt of waardoor het vervangen kan worden.
Abstracte zelfstandige naamwoorden verwijzen naar organisaties (vakbond), abstracte substanties (kooldioxide), abstracte gebeurtenissen (verandering) en overige abstracte woorden (democratie).
Het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) houdt bij welke woorden we het meest gebruiken. De meest populaire zelfstandige naamwoorden in schrijftaal: jaar, mens, onderwerp, tijd, dag, gemeente, plaats, uur, land en Nederland. In spreektaal: mensen, jaar, dag, dingen, tijd, man, moment, kinderen en beetje.
gisteren = bijwoord (van tijd)
Bezittelijke voornaamwoorden
Wanneer deze woordsoort in een zin staat, staat hij bijna altijd voor het zelfstandig naamwoord. Het zelfstandig naamwoord is in dat geval van iets of iemand.
onbepaald voornaamwoord (indefiniet pronomen): iemand, niemand, iets, niets, alle, iedereen.
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie of wat iets is. Als je bijvoorbeeld zegt: “Dat is zijn fiets”, vertelt het woord 'zijn' van wie de fiets is. Let op: Eigennamen en zelfstandige naamwoorden zijn géén bezittelijke voornaamwoorden. Het gaat altijd om woorden als 'mijn', 'jouw', 'zijn' of 'haar'.