Nieuwe behandeling voor hartritmestoornissen beschikbaar in het Catharina Hart- en Vaatcentrum. Als eerste in Nederland hebben cardiologen en hartchirurgen van het Catharina Hart- en Vaatcentrum een nieuwe techniek toegepast bij een patiënt met hartritmestoornissen. De nieuwe techniek is voor patiënten minder pijnlijk.
U bent in het Catharina Ziekenhuis verzekerd van de beste zorg op het gebied van aandoeningen aan hart en vaten. Het Catharina Hart- en Vaatcentrum is het grootste hart- en vaatcentrum van Nederland.
Na de ingreep
Wanneer u goed wakker bent, wordt u naar de verpleegafdeling gebracht. Na de ingreep blijft u nog een nacht in het ziekenhuis. Als er geen bijzonderheden zijn, kunt u de volgende dag naar huis.
Chirurgische ablatie wordt onder volledige narcose uitgevoerd en vaak in combinatie met een andere ingreep, zoals bijvoorbeeld een bypassoperatie of hartklepvervanging. De ablatie zelf duurt gemiddeld ongeveer een half uur.
Mogelijke risico's ‒ met inbegrip van maar niet beperkt tot de hieronder genoemde ‒ zijn: (na)bloedingen, infecties, gaatje in het hart, hartritmestoornissen (boezem en kamer) tijdens en na de ingreep, vochtophoping in het hartzakje en longproblemen.
Vermijd fietsen en auto rijden, zware dingen tillen en belastende bewegingen. Als u moet hoesten, niezen of persen ondersteun dan de wond in de lies door met de hand lichte druk uit te oefenen op de plek waar u bent aangeprikt. De dag na de procedure weinig te lopen. Lopen in en om het huis is geen probleem.
Patiënten die een behandeling met ablatie voor boezemfibrilleren hebben ondergaan, moeten gewoonlijk het eerste jaar elke drie maanden voor controle terugkomen, en daarna gedurende ten minste twee jaar elk half jaar.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Tijdens deze behandeling kunt u een branderige pijn op de borst voelen. Die pijn verdwijnt na korte tijd vanzelf weer. Door deze temperatuur wordt op dat punt hartspierweefsel weggebrand (beschadigd). Er ontstaat een littekentje van enkele millimeters in doorsnede en diepte.
De kosten voor de behandeling van boezemfibrilleren kunnen structureel omlaag door de behandeling katheterablatie. Na deze behandeling is de patiënt van zijn medicijnen voor de aandoening af. De kosten hiervan zijn zo'n 3000 euro per jaar per patiënt.
Hierdoor zijn de cellen, die extra slagen veroorzaken, geïsoleerd van de boezems en kan atriumfibrilleren niet meer ontstaan. Echter na deze behandeling kan boezemfibrilleren toch weer terugkomen, doordat de vernietigde hartspiercellen zich weer gaan herstellen.
In principe kunt u uw normale werkzaamheden 24 uur na het onderzoek of behandeling hervatten. Indien u vóór het onderzoek of de behandeling werkonbekwaam was, dan bespreekt u met de arts wanneer u terug aan het werk kan.
Door de temperatuur in de slokdarm te meten met een kleine, flexibele thermometer en door u een maagzuurremmer (Pantomed®) te geven tijdens de eerste maand na de ablatie wordt dit risico nog verkleind. Het risico op overlijden wordt geschat op 1 op 1 000.
Bovenaan de lijst van de ruim 900 beoordeelde praktiserende cardiologen die werkzaam zijn Nederlandse ziekenhuizen en klinieken, staat dokter Menno Baars met de hoogste waardering van een 9.9 uit 10.
Ablatie is een behandeling bij hartritmestoornissen. De arts blokkeert de elektrische prikkels in het hart die het ritme verstoren. Ableren gebeurt via een katheterisatie of (kijk)operatie.
Een lange rusttijd tussen de hartslagen is een aanwijzing dat het hart ongecontroleerd kan gaan kloppen, waardoor het bloed minder goed wordt rondgepompt. Mensen met LQTS kunnen daardoor plotseling bewusteloos raken of zelfs overlijden.
Wees voorzichtig met bijvoorbeeld traplopen, stofzuigen, ramen zemen, fietsen en sporten. Ga de eerste 3 dagen niet autorijden en fietsen. Tijdens autorijden en fietsen kan er druk op de lies ontstaan met het risico op een nabloeding.
Misschien voelt u in de eerste 3 maanden na de ablatie nog hartkloppingen of overslagen. Bij sommige ritmestoornissen kan het weken tot maanden duren voordat het hart tot rust komt en de ritmestoornissen verdwijnen. Het kan zijn dat de klachten kortdurend erger worden.
Bij veel ritmestoornissen kun je je werk en hobby's blijven doen. Maar dit geldt niet voor iedereen. Soms is een onderzoek op je werkplek nodig, bijvoorbeeld als je een pacemaker of ICD hebt. Als de hartritmestoornis onder controle is, kun je vaak je gewone werk of hobby's weer oppakken.
digoxine. Digoxine behoort tot de groep geneesmiddelen die hartglycosiden worden genoemd. Digoxine verbetert de pompkracht van het hart en zorgt voor een regelmatige rustige hartslag. Artsen schrijven het voor bij hartfalen en hartritmestoornissen.
De hoge temperaturen die er de komende tijd aan kunnen komen, kunnen een extra belasting voor hartpatiënten vormen. Het hart moet harder werken om de lichaamstemperatuur normaal te houden.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Bij langdurig gebruik verergert alcohol de hartritmestoornissen. Die kunnen zo op termijn overgaan in een persistente toestand van voorkamerfibrillatie. Met mogelijk de gekende gevolgen van een beroerte. Maar ook onrechtstreeks heeft alcohol een nefaste invloed op je hart.
Eerst wordt met de katheters bepaald waar in de hartspier de ritmestoornis ontstaat. Als dat bekend is, begint de cardioloog met de ablatie. Een ablatie is millimeterwerk. Daarom kan de behandeling meerdere uren duren.
Een cardioloog of een cardioloog in opleiding onder supervisie van een cardioloog voert het onderzoek uit. De medisch specialist wordt geassisteerd door gespecialiseerde verpleegkundigen van de hartkatheterisatiekamer. Voorafgaand aan de EFO of ablatie is er een zogenoemde 'Time out-procedure'.