prehistorie | tot 3000 voor Christus Kenmerkend voor dit tijdvak: de levenswijze van jagers-verzamelaars; het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen; het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
De middeleeuwen (letterlijk tussenliggende eeuwen) (ca. 500 tot ca. 1500) vormen, in de historiografische indeling of periodisering van de geschiedenis van Europa, de periode tussen de klassieke oudheid en de vroegmoderne tijd.
tijdvak 1: van jagers en boeren (- 3000 voor Christus) tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500 na Christus) tijdvak 3: tijd van monniken en ridders (500-1000) tijdvak 4: tijd van steden en staten (1000-1500)
renaissance/reformatie/ontdekkingsreizen | 1500 tot 1600
de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid; de protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had; het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
De culturele en economische bloeiperiode in de Noordelijke Nederlanden tussen 1600 en 1700 wordt sinds de negentiende eeuw vaak de 'gouden eeuw' genoemd.
- Muisklik: Deze tijd duurde van 1700 tot 1800. Het is de 18e eeuw.
Kenmerkende aspecten: Het voeren van twee wereldoorlogen. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
Kenmerkende aspecten: De opkomst van politieke stromingen. De industriële revolutie.
Hier vind je een overzicht van alle kernbegrippen en hun betekenis, die horen bij de tijdvak 7: de tijd van Pruiken en Revoluties (1700 – 1800).Beweging voor de afschaffing van slavenhandel en slavernij.De oude orde in samenleving, voorafgaand aan democratische revoluties.
Het verhaal van de mens begint zoals vermeld zowat 2,5 miljoen jaar geleden in Afrika, waar uit een gemeenschappelijke voorloper tussen mens en mensaap geleidelijk aan enkele soorten ontstaan met duidelijk menselijke trekken.
Soms gebruiken mensen het woord 'oertijd' voor deze eerste eeuwen van de wereld. De prehistorie wordt trouwens ook weer verdeeld in drie verschillende perioden: de steentijd, de bronstijd en de ijzertijd. Deze perioden heten naar het materiaal dat de mensen toen gebruikten.
De 17e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 17e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1601 tot en met 1700.
Tegenwoordig zien we de Middeleeuwen als de periode tussen 500 en 1500 na Christus. De Renaissance kwam in de periode 1500-1600 helemaal tot zijn recht, maar was al ongeveer 100 tot 150 jaar daarvoor ontstaan in Italië.
Hedendaagse of contemporaine geschiedenis wordt dikwijls als synoniem gebruikt van de Nieuwste of Moderne tijd, waarbij uiteenlopende beginpunten worden genomen als 1770, 1789 (Franse Revolutie), 1795 (Bataafse Revolutie), 1815, 1870, 1890 (Tweede industriële revolutie) of 1914-1918.
De Middeleeuwen waren somber en stroef, de Renaissance was licht en jong. De Middeleeuwen was de tijd der verstarring en slavernij, de Renaissance was de opbloei van vrijheid en ontwikkeling der Moderne Tijden, die in Burckhardt's eeuw hun eerste technische zegepralen begonnen te oogsten.
De stijl die tussen 1600 en 1750 beeldende kunst en architectuur overheerste, wordt aangeduid met 'barok'. Kenmerkend voor de barokstijl zijn draaibewegingen, sterke licht-donkercontrasten en andere theatrale effecten om de toeschouwer in vervoering te brengen. De naam ontstond eind 18de eeuw.
De moderne tijd – ook wel nieuwste tijd genoemd – is de meest recente grote periode in de westerse geschiedenis. De moderne tijd volgde in Europa op de vroegmoderne tijd. Volgens de traditionele indeling wordt de Europese geschiedenis in drie perioden onderverdeeld: oudheid, middeleeuwen en nieuwe tijd.
De term 'middeleeuwen' werd ook geboren tijdens de Renaissance. De middeleeuwen werden gezien als een periode tussen de klassieke oudheid en de huidige tijd, die de klassieke oudheid idealiseerde en weer terughaalde.
Perioden verschillen van tijdvakken, maar hebben wel met elkaar te maken. Perioden worden opgedeeld in tijdvakken. Tijdvakken zijn speciaal gecreëerd voor het onderwijs om het verleden op te delen in stukjes. Deze stukjes maken het verleden overzichtelijker en daardoor makkelijker te leren.