Je kunt eenvoudig testen met welke grondsoort je te maken hebt. Doe hiervoor wat van jouw grond in een glas, vul aan met schoon leidingwater, schud dit even flink en laat het dan ongeveer tien minuten staan. Op basis van wat er in het glas gebeurt, kun je vaststellen met wat voor soort bodem je te maken hebt.
Er wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen vijf grondsoorten; zandgrond, leemgrond, kleigrod, kalkgrond en veengrond.
De PH waarde van de grond heeft een waarde van 0 tot 14, waarbij 7 neutraal is. Grond met een PH waarde van lager dan 7 is een zure grond. Grond met een PH waarde hoger dan 7 noem je een basisch of alkalisch milieu.
Bosgrond wordt gekenmerkt door veel zand en organische delen. Dit zijn resten van afgestorven planten die als voedingsstoffen in de grond blijven. Bosgrond is licht zuur. Dat is uitstekend geschikt voor rododendrons en heide.
Kleigrond in de tuin
Kleigrond is een bodemsoort die bestaat uit zeer kleine korreltjes. Deze korrels zijn veel fijner dan de korrels van de andere twee bodemsoorten. Er mag worden gesproken van een kleibodem wanneer minimaal een kwart van de bodem uit deze kleine korrels bestaat. Kleibodem heeft een stevige structuur.
Met speciale testapparatuur wordt de pH-waarde (zuurtegraad) en de voedingswaarde van je grond gemeten. De aanwezige voeding in je grond en de juiste zuurtegraad zijn namelijk van levensbelang voor je gazon en andere planten in je tuin.
Van nature is kleigrond meestal neutraal tot basisch, dat wil zeggen kalkrijk. Zandgrond kan alle kanten op, aan de kust is de zandgrond vaak basisch, op de Veluwe meestal zuur. Veengrond is vrijwel altijd van nature zuur, dat wil zeggen kalkarm.
Je kunt eenvoudig testen met welke grondsoort je te maken hebt. Doe hiervoor wat van jouw grond in een glas, vul aan met schoon leidingwater, schud dit even flink en laat het dan ongeveer tien minuten staan. Op basis van wat er in het glas gebeurt, kun je vaststellen met wat voor soort bodem je te maken hebt.
Ja, de bosgrond is uw eigendom dus u mag er in principe kamperen. Echter is commercieel gebruik niet toegestaan, u mag bijvoorbeeld dus niet zomaar een eigen camping beginnen of grote activiteiten organiseren in uw eigen bos. Het verschilt per gemeente hoe er wordt omgegaan met kamperen op uw eigen (bos)grond.
Let op: hortensia's , azalea's en heideplanten zijn zuurminnende planten. Voor deze planten is bekalken niet nodig. Overige planten als buxus, taxus, rozen, sierstruiken, etc.
De behoeften van zuurminnende planten
Zuurminnende planten zoals azalea, rododendron, heide (Erica, Calluna), blauwe hortensia, skimmia, camellia, pieris, brem… vragen een luchtige, goed doorlatende en eerder zure grond (pH 4,5-5,5).
Het voorkomen van zuring, varkensgras, weegbree en paardenstaarten (heermoes) wijst ook op zure grond. Het voorkomen van paardestaarten duidt trouwens ook op een slecht doorlatende bodem.
Een vruchtbare bodem levert voldoende voedingsstoffen, heeft een goede pH en een goed organische stofgehalte, waardoor een goede ontwikkeling van het gewas mogelijk is. Voor de beschikbaarheid van nutriënten voor gewassen zijn zowel de directe beschikbaarheid als de nalevering vanuit de bodem belangrijk.
Een kalkrijke bodem is een bodem met een pH-waarde van 7,0 of hoger. Dat wordt ook wel een basische grond genoemd. De tegenhanger van een kalkrijke bodem is een zure bodem, waar zuurminnende planten van houden. Daartussenin bevindt zich een neutrale bodem.
De Nederlandse bodem is een mix van meerdere bodemsoorten. We hebben onder meer zand, klei en grind. De bodem verandert voortdurend in Nederland door diverse invloeden. Zo heeft het weer een aanzienlijke invloed op de bodem, maar ook dieren zorgen voor verandering in de bodem.
De belangrijkste grondsoorten in Nederland zijn zeeklei, rivierklei, veen, leem, zand en löss. Deze grondsoorten komen voor in bepaalde landschappen.
In bosgebied mag je níét wonen …
De meeste bossen staan op het gewestplan aangeduid als natuur- of bosgebied. Je mag er niet bouwen of wonen. Hierover bestaan duidelijke en strenge regels. Sommige bossen hebben een andere 'bestemming' en staan dus op het gewestplan als recreatie-, landbouw-, of zelfs woongebied.
Nee, in bossen mag niet worden gebouwd, tenzij er een bouwtitel op het bos is gevestigd. Overnachten in een tent of caravan op je eigen bosperceel is vaak wel mogelijk indien deze materialen alleen tijdelijk (ten tijde van de overnachting) aanwezig zijn. Het is wel verstandig om het even na te vragen bij de gemeente.
Voor zand- en veengronden geldt bijvoorbeeld dat deze over het algemeen wat zuurder zijn, met een pH-waarde tussen de 4,5 en 5,5. Kleigronden daarentegen zijn minder zuur met een pH-waarde vanaf ongeveer 6,7 en hoger.
Pak een vuist aarde en kijk goed naar de kleur en structuur. Heeft meestal een wat lichte, grijzige of (geel)bruine kleur. De grond kleeft in kleine of grote klonten aan elkaar. Als het nat is, heeft het een wat vettige glans.
Een bosgrond, een natuurgrond, is geen agrarisch perceel dat zo nodig regelmatig wordt bekalkt om de pH op niveau te krijgen, en te houden, om zo een optimale gewasproductie te realiseren. Maar misschien is onze natuur wel een herstelronde waard.
Onkruid. Wat ook lastig kan zijn op zware klei, zijn de vaak hardnekkige wortelonkruiden, bijvoorbeeld Riet, Kweek(gras), Zevenblad (ook wel Tuinmansverdriet genoemd), Heermoes of Heggewinde (Pispotjes). Het groeit alle kanten op en laat zich lastig verwijderen.
Kleigrond bevat voor een deel schelpen waardoor deze grond van zichzelf kalkhoudend is en dus een hogere zuurgraad heeft. Extra toevoegen van kalk is meestal niet noodzakelijk. Voor zandgrond is dat wezenlijk anders. Zandgronden zijn van zichzelf vaak zuurdere gronden.
Verbeter de afwatering van de kleigrond
Het belangrijkste probleem bij kleigrond is dat de afwatering vaak slecht is. Geef dus eerst je ogen goed de kost. Blijft het water op de grond staan, dan zul je iets aan de drainage moeten doen. Je zou bijvoorbeeld zand, kiezels en compost door de grond kunnen spitten.