Rond deze tijd van het jaar (april-mei) valt voor sommige leerlingen van groep 3 of 4 het D-woord: doubleren of blijven zitten. (doubleren is het franse woorde voor dubbelen). Waarom lost zittenblijven zelden wat op? Als een kind goed schoolrijp is als het naar groep 3 gaat, is het toe aan leren lezen en schrijven.
Blijven zitten in groep 3
Met jonge leerlingen kun je denken aan kinderen die geboren zijn tussen oktober en december. Deze stromen op 5-jarige leeftijd in in groep 3. Niet allemaal zijn ze dan al toe aan de leerstof van groep 3. Daarbij is groep 3 een leerjaar waarin alles van de basis aan bod komt.
Wie bepaalt of mijn kind blijft zitten of overgaat naar de volgende groep of klas? De school beslist of uw kind overgaat naar de volgende groep of klas. Hier bestaan geen wettelijke regels voor. In de schoolgids staat hoe de school omgaat met overgaan en zittenblijven.
Groep 3 begint namelijk weer van voor af aan met woordjes lezen en die basis hebben kinderen vaak wel onder de knie. Het stapje daarna van zinnen lezen en het leren rekenen zit ook in de groep 4 lesstof. Waardoor dat een 'ideaal' schooljaar is om te doubleren.
Zittenblijven in groep 2 heet ook wel kleuterverlenging. Ouders kunnen via de MR invloed uitoefenen op het beleid rondom zittenblijven. De school is verplicht om ouders tussentijds op de hoogte te stellen van de vorderingen van hun kind.
Ontwikkelingsachterstand. Volgens ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet lopen kinderen die te vroeg doorstromen naar groep 3 het risico een ontwikkelingsachterstand op te lopen. Dit komt doordat zij biologisch gezien nog niet klaar zijn om zich bezig te houden met taal en rekenen.
Zo moet een kind in groep 3 eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren.
Manipuleren met klanken, bijvoorbeeld een klank weglaten en dan het overgebleven woord zeggen lukt moeizaam. Letters benoemen verloopt traag. Teksten worden traag gelezen. Klanktekenkoppeling wordt onvoldoende beheerst.
Uit onderzoek naar zittenblijven blijkt dat dit in veruit de meeste gevallen geen positieve invloed heeft op de schoolloopbaan en de motivatie van leerlingen. Het aantal zittenblijvers in Nederland blijft echter hoog. Zittenblijven heeft vaak een negatief effect op zowel de motivatie en daarmee prestatie.
Aan het eind van groep 2 moet je kind in staat zijn om tot 20 te tellen. Ook moet het onder de 10 op de juiste volgorde kunnen terugtellen en kunnen lezen. Je kind leert bovendien de rangtelwoorden (eerste, tweede enz.) tot en met de 10.
Effecten van zittenblijven
Zittenblijven blijkt in het algemeen minder gunstig dan leer- krachten doorgaans denken. Vooral op langere termijn heeft het een negatief effect op de schoolse prestaties en school- loopbaan van de zittenblijvers, tenzij ze een ruim pakket aan extra ondersteuning krijgen en doorstromers niet.
Een kind is een vroege leerling als hij is geboren tussen oktober en december. Word je kind geboren tussen januari en maart, dan is hij een late leerling. Alles daartussen zijn de reguliere leerlingen.
Zittenblijven heeft ook voordelen
Als je blijft zitten kun je je vaardigheden in de vakken verbeteren. Je staat daarna vaak steviger in je schoenen. Sommige vervolgopleidingen kijken niet alleen naar je eindexamencijfers, maar ook naar de cijfers in de jaren ervoor.
Een keertje zittenblijven is in Nederland vrij normaal: bijna de helft van de leerlingen blijft een keer zitten op de basisschool of op de middelbare school. Maar een jaar doubleren op de basisschool is volgens wetenschappelijk onderzoek zelden zinvol.
Door de onderwijsvrijheid (Art. 23) hebben scholen ruimte bij het opstellen van regels voor zittenblijven. Veel scholen in het voortgezet onderwijs hanteren de regel dat je maximaal twee keer op die school mag blijven zitten. Het komt ook voor dat je maximaal vijf jaar over de onderbouw van havo en vwo mag doen.
Kleuters leren door spel. Zij leren bijvoorbeeld nieuwe woorden tijdens een rollenspel in de themahoek. Of tijdens liedjes zingen in de kring. En hun ruimtelijk inzicht ontwikkelen zij bijvoorbeeld in de bouwhoek of tijdens gymles.
Basisscholen behouden de bevoegdheid om voor een leerling tot zittenblijven te beslissen. Vanaf 1/9/2014 moeten scholen deze beslissing nemen na overleg met het CLB en moeten ze de beslissing schriftelijk motiveren en mondeling toelichten aan de ouders.
Zittenblijven kost de schatkist jaarlijks circa 500 miljoen euro, ofwel 3% van de uitgaven aan het PO en VO. Daarnaast zijn er indirecte kosten. Doordat zittenblijvende leerlingen later de arbeidsmarkt betreden, missen zij inkomen. Hierdoor derft de overheid ook belasting- en premie-inkomsten.
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, het komt voor bij zowel mensen met hoge, gemiddelde of lage intelligentie. Vaak wordt dyslexie geconstateerd als er verder geen andere oorzaken worden gevonden voor lees– en schrijfproblemen.
Dyslexie en hoogbegaafdheid
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten. Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen. Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)
Vergoeding dyslexieonderzoek
Dyslexieonderzoek wordt in ons land vergoed voor kinderen op de basisschool van 7 tot en met 12 jaar die voldoen aan de criteria voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED). Wanneer uit het onderzoek blijkt dat een kind EED heeft dan wordt ook de behandeling vergoed.
Toch werkt het beter om elke dag 15 minuten te lezen, dan twee keer per week een uur. De aandachtsspanne is (zeker bij jonge kinderen) nog vrij kort. En met elke dag oefenen blijft het leesproces goed op gang.
De meeste kinderen in groep 3 beginnen op niveau AVI-start of AVI-M3 (midden groep 3). Aan het einde van groep 3 lezen de meeste kinderen op AVI-niveau E3 (eind groep 3). Tip: laat uw kind zelf zijn boeken uitkiezen. Er is namelijk een relatie tussen leesmotivatie (leesplezier) en leesvaardigheid bij kinderen.
We spreken de klanken niet uit als hoofdletters in het alfabet, maar als ah, bu of mm. Uitzonderingen zijn de c en x. Het is van belang dat de kinderen de klanken op de goede manier uitspreken.