Voorbeelden van landen zonder geschreven grondwet zijn het Verenigd Koninkrijk en Israël. Het constitutioneel recht ligt daar vast in wetten, gewoontes en rechtspraak. Het Verenigd Koninkrijk was een van de eerste landen met een (zij het beperkte vorm van) grondwet. Dat is de Magna Carta uit 1215.
Het Statuut voor het Koninkrijk vormt sinds 1954 een overkoepelend document van een hogere orde dan de Grondwet. Met het statuut staan Aruba, Curaçao, Nederland en Sint Maarten als gelijke landen binnen het Koninkrijk. De Grondwet dient het Statuut in acht te nemen.
Er zijn 2 soorten grondrechten: Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten.
Om de ontketening van een revolutie in de Nederlanden te vermijden stemt Koning Willem II van de een op de andere dag ermee in dat de koning minder macht krijgt en het volk juist meer. De bijpassende Grondwet van 1848, opgesteld door Johan Rudolph Thorbecke, wordt ook wel gezien als het begin van onze democratie.
Het is vele edities van de grondwet als art. 4 blijven staan. Pas in de huidige Grondwet van 1983 kwam het als art. 1 Gw te staan met een nadrukkelijk verbod op discriminatie.
De oudste nog geldende grondwet ter wereld is die van de Verenigde Staten uit 1789. De strijd om de tweede plaats wordt nipt door Nederland gewonnen; we waren er in 1814 zo'n anderhalve maand eerder bij dan de Noren.
Artikel 1 van de Nederlandse grondwet zegt: 'Allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie op welke grond dan ook is niet toegestaan. ' De gelijkheid geldt dus uitdrukkelijk niet alleen voor Nederlanders, maar voor iedereen die zich in Nederland bevindt.
De Grondwet is geen dik boek. Maar wat er in staat is de basis voor heel veel andere wetten waar alle Nederlanders zich aan moeten houden.
De Grondwet kan alleen gewijzigd worden als eerst een wet is aangenomen die regelt dat wijziging van de Grondwet overwogen wordt. Die overwegingswet moet in de Tweede en Eerste Kamer minstens met de helft plus één van de uitgebrachte stemmen zijn aangenomen.
Een lege huls
Huisvesting als recht is vastgelegd in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens. Ook in de Nederlandse Grondwet staat dat de overheid de volksgezondheid in Nederland moet bevorderen en moet zorgen voor voldoende goede woningen.
Voor een grondwetswijziging moet een extra zware procedure worden doorlopen: het parlement moet er 2 keer een beslissing over nemen. Dit wordt ook wel de 1e en 2e 'lezing' genoemd. Reden voor die verzwaarde herzieningsprocedure is dat de Grondwet de belangrijkste uitgangspunten van ons staatsbestel bevat.
De voorrang van het Europese recht op het nationale recht is absoluut. Dat betekent dat deze voor alle verbindende Europese rechtshandelingen geldt, ongeacht of het gaat om primair recht, zoals de verdragen, dan wel om afgeleid recht, in de vorm van bijvoorbeeld richtlijnen of verordeningen.
De Europese Grondwet werd op 29 oktober 2004 in Rome ondertekend door de regeringsleiders en staatshoofden van alle EU-lidstaten. Dit verdrag kon pas in werking treden als ook de parlementen van alle EU-lidstaten het document hadden geratificeerd (goedgekeurd).
De oudste wet die sec voor Nederland gold, was de Grondwet van 1798, de 'Staatsregeling voor het Bataafsche Volk'.
Het recht op onderwijs staat niet beschreven in onze Grondwet. Daarentegen houdt de overheid zichzelf wel verantwoordelijk voor het regelen van het onderwijs in Nederland. Dit staat beschreven in artikel 23 van de Grondwet.
Met de grondwetsherziening van 1848 door Johan Rudolph Thorbecke werd de macht van de koning beperkt. De Koning is onschendbaar en de ministers verantwoordelijk. Ministers moeten voor het beleid van de regering verantwoording afleggen aan het parlement.
Nederland is een constitutionele monarchie. Dat betekent dat de positie van de Koning in de Grondwet staat, ook wel constitutie genoemd. In de Grondwet staat dat de Koning samen met de ministers de regering vormt.
Geen absolute vrijheid
De verschillende vrijheden en rechten zijn niet absoluut: een burger kan niet onbeperkt zijn gang gaan. Er bestaat bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst, maar dat betekent niet dat een burger overal en altijd zijn geloof vrij kan uitoefenen.
De overheid moet de volksgezondheid in Nederland bevorderen en ze moet zorgen voor voldoende goede woningen. Verder schept de overheid voorwaarden voor ontplooiing en vrijetijdsbesteding. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.
In Nederland heb je het recht om bij het bevoegd gezag een schriftelijk verzoek in te dienen. Bijvoorbeeld als je een klacht hebt over het optreden van de overheid. Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.
Discriminatie in het strafrecht: uitingsdelicten
Iemand die zich hieraan schuldig maakt wordt gestraft met een gevangenisstraf van maximaal één jaar of een geldboete van maximaal € 8.700,00.
In het Wetboek van Strafrechtzijn de grondvormen van discriminatie strafbaar gesteld, namelijk het in het openbaar beledigen, het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld en het bij de uitoefening van ambt, beroep of bedrijf discrimineren van personen wegens ras, godsdienst, levensovertuiging, geslacht, seksuele ...
Artikel 1. Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.