Op 5 juni 1947 presenteert George C. Marshall, de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, het European Recovery Program (Europees Herstelprogramma). Het krijgt al snel zijn naam: het Marshallplan. Tussen 1948 en 1952 geven de Verenigde Staten voor 13 miljard dollar aan geld, goederen en expertise aan Europa.
Marshall en is gericht op de economische wederopbouw van de door de oorlog getroffen landen in Europa. Dit heeft naast het stimuleren van de wederopbouw ook als doel een buffer te vormen tegen de verspreiding van het communisme vanuit Oost-Europa. Tevens bevordert het 'Marshallplan'de internationale handel.
Het Marshallplan was een omvangrijk materieel hulpplan, dat op initiatief van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken George C. Marshall drie jaar na de Tweede Wereldoorlog in werking trad.
In ruim vier jaar kreeg Nederland voor ongeveer een miljard Amerikaanse dollar aan hulpgoederen. Slechts een gering deel van dit astronomische bedrag werd verstrekt in de vorm van leningen, het grootste deel bestond uit schenkingen.
Geldelijke steun die de VS na de Tweede Wereldoorlog gaf aan Europese landen (bijv. de BRD en Nederland) om de beschadigde economie zo snel mogelijk weer op gang te helpen. De hulp is genoemd naar de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken in die tijd.
Na de oorlog krabbelden de landen weer op, maar vanaf 1947 stokte het herstel. Veel West-Europese landen ontvingen hierna Amerikaanse steun vanuit het zogenoemde Marshallplan, of Europees Herstelprogramma.
De Marshallhulp was een soort Amerikaanse ontwikkelingshulp voor landen die in de Tweede Wereldoorlog ernstig hadden geleden. De hulp was gebaseerd op het zogeheten Marshallplan. Dat was weer genoemd naar de bedenker ervan, de Amerikaanse generaal George Marshall (1880-1959), die het in 1947 voorstelde.
De term 'Koude Oorlog'
Feitelijk kwam het nooit tot een rechtstreeks militair treffen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie zelf. Wél werden er wereldwijd meerdere oorlogen uitgevochten door de landen die binnen de Amerikaanse of Russische invloedssfeer lagen of door hen gesteund werden.
De wederopbouw in Nederland vond vooral na afloop van de Tweede Wereldoorlog plaats. Tijdens de oorlog was veel infrastructuur, zoals bruggen, wegen en spoorwegen vernield. Ook waren huizen, fabrieken en gebouwen vernietigd of beschadigd.
Kort na de oorlog, in 1947, lanceerde hij zijn buitenlandse politieke strategie, die ook wel de Trumandoctrine werd genoemd. Deze doctrine hield in dat de Verenigde Staten militaire steun aanboden aan Europese landen die 'bedreigd werden' door het communisme.
Zo ontstaat een scheidslijn dwars door Duitsland en Europa, die het IJzeren Gordijn wordt genoemd. Het IJzeren Gordijn is eigenlijk gewoon een metafoor voor de grensafscheidingen tussen Oost- en West-Europa in de periode van 1945-1989, die liepen van het noorden van Scandinavië tot Griekenland.
De benaming IJzeren Gordijn is een metafoor voor ijzeren grensafscheidingen tussen Oost-Europa en West-Europa in de periode 1945-1989. De grens was een militaire, culturele en ideologische barrière tussen twee ideologieën: het kapitalisme en het communisme.
Met de term Wirtschaftswunder (economisch wonder) wordt het herstel van de West-Duitse economie na de Tweede Wereldoorlog aangeduid. De term werd voor het eerst gebruikt door The Times in 1950.
De wederopbouwperiode begon al in de Tweede Wereldoorlog, kort na de Duitse inval en duurde tot 1965. Oorlogsschade werd hersteld en om te voldoen aan de groeiende vraag naar woonruimte verrezen in hoog tempo nieuwe, moderne woonwijken.
George Marshall, de minister van Buitenlandse zaken van de VS wil de Europese landen helpen. Marshall belooft de landen financiële steun maar het Marshallplan heeft ook een politiek doel. De VS denkt dat als het economisch goed gaat met de Europese landen ze minder snel communistisch zullen worden.
Het Marshallplan
Eén van deze beschikbare hulpen was de Marshallhulp. Het plan heeft dan ook een belangrijk aandeel geleverd in de wederopbouw van Nederland. Het was een initiatief van George C. Marshall, de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken van Amerika.
De tijd tussen de twee wereldoorlogen (het Interbellum) heeft twee belangrijke kenmerken. Ten eerste is dat de verzuiling van de samenleving. En tweede het overwicht van de drie confessionele partijen, RKSP, ARP en CHU. Zij hebben steeds een meerderheid in beide Kamers.
Na de Tweede Wereldoorlog lag Duitsland in puin en werd het land door de geallieerden verdeeld in verschillende bezettingszones. Al snel na het einde van de oorlog bleek dat de Verenigde Staten (VS) lijnrecht tegenover de Sovjet-Unie stonden.
Er zijn slechts tien landen die echt in vrede leven, dat wil zeggen dat ze niet bij een intern of extern conflict betrokken zijn. Dat zijn Botswana, Chili, Costa Rica, Japan, Mauritius, Panama, Qatar, Zwitserland, Uruguay en Vietnam.
Franklin Delano Roosevelt, ook bekend onder zijn initialen FDR, (Hyde Park (New York), 30 januari 1882 – Warm Springs (Georgia), 12 april 1945) was een Amerikaans politicus van de Democratische Partij. Hij was de 32e president van de Verenigde Staten van 1933 tot 1945.
Dat is duidelijk zichtbaar als je kijkt naar het aantal militairen. In 1990 bestond onze krijgsmacht nog uit 261.000 manschappen, waarvan bijna 60.000 beroepsmilitairen.
President Truman noemde het communisme niet expliciet, maar iedereen begreep wat hij bedoelde. De aanleiding tot de formulering van een containmentbeleid was de expansie van het communisme in Oost-Europa. De Sovjet-Unie wilde in deze aangrenzende landen alleen bevriende (communistische) regeringen accepteren.
Adenauer moest een plek vinden voor het gedeelde Duitsland in het gedeelde Europa. Dat lukte hem wonderwel. In de plaats van de flirts met Oost-Europa en de Pruisische zucht naar Lebensraum kwam de Westbindung: vriendschap met de Verenigde Staten én met erfvijand Frankrijk.
Een centraal geleide economie (ook: planeconomie, maar niet te verwarren met de vakdiscipline planeconomie) houdt in dat alleen de staat recht heeft op het verstrekken van goederen en diensten, waardoor het marktmechanisme (balans vraag en aanbod) komt te vervallen.