De lampen bestaan uit buizen van verschillende vorm, die gevuld zijn met een gas. Gebruikte gassen zijn neon, argon, xenon en krypton, in vele gevallen een mengsel van deze edelgassen.
Om het schadelijke UV-licht tegen te houden worden halogeenlampen uit een speciaal soort kwarts (“gedoteerde” kwarts) gemaakt of van speciale omhulsels/filters voorzien. De buis van een fluorescentielamp is aan de binnenzijde bedekt met een fluorescerende stof en is gevuld met kwikdamp onder lage druk.
LED verlichting bevat vrijwel geen giftige stoffen, tenzij de lampen echt tot stof vermalen worden. Dit zal je in de praktijk natuurlijk niet doen. Hierdoor kom je dus niet in aanraking met de stoffen die slecht kunnen zijn voor je gezondheid.
De gloeidraad of filament is een veelal spiraalvormige draad van een speciaal metaal (wolfraam of constantaan) dat zowel een hoog smeltpunt bezit als een wat hogere soortelijke weerstand voor elektrische stroom.
U kunt oude energiezuinige lampen gratis inleveren bij de winkel waar u soortgelijke lampen koopt. Of deze wegbrengen naar de milieustraat of het milieustation van uw gemeente.
TL-buizen kunnen worden ingeleverd in de inleverbak op de milieustraat. Deze lampen zijn een bron aan materialen wat circa 98% van de grondstoffen van de lampen kunnen opnieuw gebruikt worden. Denk hierbij aan materialen als glas en metaal. Belangrijk bij het inleveren is dat de buis heel is en los wordt ingeleverd.
Kristalglas moet bij het restafval, want het bevat loodoxide. Dat zou bij recycling in het nieuwe glas terechtkomen, en dat mag niet. Gloeilampen en halogeenlampen hebben gehard glas en horen bij het restafval. Spaarlampen, ledlampen en tl-buizen kun je inleveren in speciale bakken bij de supermarkt.
De eerste gloeilampen werden vacuüm gemaakt, maar in het begin van de twintigste eeuw ontdekte men dat lampen gevuld met argon een helderder licht geven en bovendien langer meegaan.
De energie die een lamp verbruikt wordt enerzijds omgezet in licht en anderzijds omgezet in warmte. Een gloeilamp zet circa 10% van de energie om in licht en de rest in warmte. Bij led is deze verhouding juist andersom.
Bij een gloeilamp is het draadje zo dun en de stroom groot. Alle elektronen proberen door dat dunne draadje te gaan en omdat ze daarbij langs elkaar wrijven ontstaat er warmte. Dat draadje gaat door die hitte gloeien, daardoor straalt een lamp licht uit.
Spaarlampen bevatten kwik
Spaarlampen bevatten een gemiddeld 4mg kwik (giftige stof). Wanneer een brandende spaarlamp stuk gaat oftewel breekt, komt er kwikdamp vrij in je woning. De vrijgekomen kwik verdampt bij kamertempratuur, het is dan mogelijk dat je deze kwikdamp tijdelijk inademt.
Eén van de nadelen van led-verlichting is dat de lampen gevoelig zijn voor oververhitting, wat de levensduur niet ten goede komt. Een led-lamp moet zijn warmte goed kunnen afvoeren. Hieraan herkent u ook meteen kwalitatieve led-lampen: deze zijn voorzien van goede koeling en warmteafvoer-mogelijkheden.
Uit onderzoek aan de universiteit van Californië is gebleken dat Led-verlichting giftige stoffen kan bevatten zoals lood en arsenicum. Het onderzoeksteam plette en vermaalde een aantal lampjes uit kerstverlichting, verkeerssignalisatie en remlichten van auto's.
Vergelijkbaar licht voor minder stroom
Halogeenlampen wekken licht op zoals gloeilampen doen, maar het gas in een halogeenlamp staat onder druk en bevat een gas (een zogeheten halogeenverbinding), waardoor de gloeidraad heter kan worden en meer licht kan geven bij eenzelfde hoeveelheid stroom.
Omdat de plusjes voor veel mensen onduidelijk waren, zijn die nu vervangen. Het nieuwe label loopt daarom van A tot en met G. Hierdoor is er weer ruimte voor groei, maar hebben lampen die eerder energielabel A hadden nu misschien wel G, of F. De lampen zijn dus niet onzuiniger geworden, alleen het label is veranderd.
Brandonderzoek heeft al een paar keer aangetoond dat er een brand ontstond door een leeslampje. Sommigen hebben een klemmetje waarmee je ze kunt vastzetten op de rand van je bed. Daarbij is de kans aanwezig dat de lamp langzaam opzij valt. Als de gloeilamp dan op beddengoed terecht komt, ontstaat vaak brand.
Een LED lamp is natuurlijk geen gloeilamp en zal dus ook niet echt gloeien, maar soms blijven ze wel heel zachtjes branden. Omdat LED lampen maar een klein beetje spanning nodig hebben, kan dit al genoeg zijn om ze te laten branden. Het kan ook zijn dat de spanning niet genoeg is om de lamp meteen te laten branden.
Koud wit licht of daglicht wit heeft een Kelvin waarde van 6400. Deze kleurtemperatuur wordt gebruikt in ruimtes waar opperste concentratie belangrijk is en/of in ruimtes waar prestaties verbeterd moeten worden. Kortom, ruimtes waar specifieke activiteiten plaatsvinden waar de lichtkleur van wezenlijk belang is.
Kwik verdampt langzaam en hierbij komt een giftige damp vrij. Zorg ervoor dat het kwik op de juiste manier wordt opgeruimd om gezondheidsschade te voorkomen. Bij het morsen van vloeibaar kwik ontstaan zeer fijne druppeltjes. Bij het breken van een spaarlamp of tl-lamp komt kwik in poedervorm vrij.
nieuws Spaarlampen van het type CFL (“compact fluorescent lamp”) en TL-lampen bevatten een kleine hoeveelheid kwik: spaarlampen mogen momenteel maximum 3,5 mg kwik bevatten, vanaf volgend jaar maximaal 2,5 mg. Kwik is een giftige stof, zelfs bij lage dosis.
Hoe hoger dat getal, hoe 'kouder' het licht. Een halogeenlamp heeft een lichtkleur van 3000K en produceert dus iets minder warm licht. Zoek je een led-lamp met ongeveer dezelfde lichtkleur als je oude lamp? Kies dan voor een led-lamp met een lichtkleur van 2700K (gloeilamp) of 3000K (halogeenlamp).
Ongeveer 60 procent van al het verpakkingsglas is wit, terwijl maar 50 procent van alle glasbakken geschikt is voor kleurscheiding. Daarom is er altijd een tekort aan wit glas. En soms een overschot aan bont. Op kleur scheiden bespaart dus grondstoffen en energie om weer nieuw wit glas te maken.
Grote hoeveelheden aardewerk mogen in de bak met puin op de milieustraat. Als het servies of aardewerk in scherven is gevallen, verpak scherpe scherven dan in bijvoorbeeld een krantenpagina, zodat de vuilophalers zich er niet aan verwonden. Restafval wordt in de afvalenergiecentrale verbrand.
,,Er is een groot verschil in smelttemperatuur van glas. Die glazen flessen en potten kan je eindeloos recyclen, dat glas smelt gewoon. De rest smelt niet mee.”