Zowel de bladeren als de bloemen zijn giftig en het gif wordt permanent in de lever opgeslagen en veroorzaakt daar ernstige schade. De dodelijke hoeveelheid is ongeveer 3 tot 7% van het lichaamsgewicht.
Het handmatig verwijderen van Jacobskruiskruid is een vrij effectieve methode, voornamelijk op plekken waar Jacobskruiskruid in geringe bedekkingen voorkomt. Belangrijk is dat de planten met de hele wortel worden uitgestoken, het liefst voordat Jacobskruiskruid in bloei staat in mei/juni.
De giftigheid van jakobskruiskruid wordt veroorzaakt door pyrrolizidine alkaloïden (PA's) die in alle kruiskruiden voorkomt. Dit stofje zit in de hele plant, maar er wordt gesuggereerd dat in de bloemen en stelen de meeste gifstoffen aanwezig zijn. Zelfs de zaden zijn giftig.
Schapen zijn veel beter bestand tegen de giftige stoffen van het jacobskruiskruid. Ze hebben enzymen in hun maagdarmkanaal die de alkaloiden gedeeltelijk onschadelijk maken. Daarom kunnen zij er wel van eten zonder ziek te worden.
Jacobskruiskruid is een zeer giftig kruid voor zowel mensen als de meeste dieren en insecten. De plant bevat een stof (pyrrolizidine-alkaloïden, PA) die zelf niet direct giftig is, maar in de lever wordt deze stof omgezet naar een giftige stof.
Vezelvlas (kortademig, opgewonden, stuiptrekkingen) Vast lupine (stuiptrekkingen) Jacobskruiskruid (aantasting van de lever) Gelderse roos (spijsverteringsproblemen)
Waar komt jakobskruiskruid voor? Jakobskruiskruid is een plant die echt in Nederland thuishoort. Vroeger was de plant vooral in de duinen algemeen, maar de laatste jaren neemt de soort sterk toe. Inmiddels is hij te vinden op zandgronden in het hele land.
Jacobskruiskruid is 30-90 cm hoog en heeft gele bloemetjes. De stengel is alleen boven het midden vertakt en is meestal rood/paars maar soms ook groen. Aan de bovenkant is de stengel donkergroen en glad, de onderkant van de stengel heeft viltachtige haartjes.
Een van de meest opvallende overdag actieve nachtvlinders is wel sint-jacobsvlinder en deze komt inmiddels overal in Nederland voor. Dat is vooral iets van de laatste tientallen jaren, want vroeger was het toch voornamelijk een duinvlinder. Nog steeds is de soort in de duinen het meest talrijk.
Jacobskruiskruid en Sint-Janskruid hebben beiden een straal van gele bloempjes, Boerenwormkruid lijkt op Jacobskruiskruid maar heeft geen stralenkrans maar bolvormige bloemen.
De lethale dosis Jacobskruiskruid is voor paarden en runderen 5 – 20% gedroogd kruid op basis van lichaamsgewicht. Bij kippen is een hoeveelheid van 5% van het lichaamsgewicht dodelijk. Schapen en geiten kunnen de gifstoffen uit Jakobskruiskruid beter verdragen, de lethale dosis ligt veel hoger.
Hoewel Jakobskruiskruid een serieus probleem voor paardenhouders kan zijn, is dit Kruiskruid veel meer dan een ongewenste plant. Jakobskruiskruid is namelijk een belangrijke bron van nectar en stuifmeel. Zo'n 150 insectensoorten maken er gebruik van, waaronder veel bijen, zweefvliegen en vlinders.
Op dit moment wordt klein kruiskruid beschouwd als een giftige plant. In 'Gevaarlijke planten' van Fred De Vries staat: 'De hele plant is dodelijk giftig, zowel voor mens als dier. ' De oorzaak zijn pyrrolizidine alkaloïden (o.a. senecionine) die het weefsel van de lever aantasten.
Sint-Janskruid
Bij vergiftiging kan zonnebrand worden waargenomen. Dit wordt veroorzaakt doordat de gifstof (hypericine) zich opstapelt in de huid en deze zeer gevoelig maakt voor zonnebrand (fotosensibilisatie). Voor paarden is 2 kg vers blad voldoende om symptomen te veroorzaken.
De plant is giftig. Hoge doses veroorzaken duizeligheid, krampen, buikpijn en kunnen dodelijk zijn. Omdat de olie die uit de plant kan worden gewonnen in principe giftig is, is het in de Verenigde Staten zelfs verboden om Boerenwormkruid te verkopen.
Zevenblad groeit op heel wat plekken. Je vindt de plant in beschaduwde wegbermen, heggen, tuinen, sloten akkerranden, … op vochtige voedselrijke grond.
Viltig kruiskruid staat op de Nederlandse Rode Lijst van 2012 als algemeen voorkomend, maar matig afgenomen. Net zoals alle andere in Nederland voorkomende kruiskruiden bevatten alle delen van de plant giftige pyrrolizidine-alkaloïden.
De plant wordt her en der als een groente gezien en is veilig voor menselijke consumptie. De jonge bladeren kunnen als salade gegeten worden, gekookt als groente of zelfs als een soort zuurkool worden ingemaakt.
Er komen veel verschillende planten voor die giftig zijn voor paarden. Beruchte giftige planten zijn jacobskruiskruid, taxus, buxus, hulst, heermoes, adelaarsvaren, waterscheerling en klaver. Ook de minder bekende acacia en esdoorn kunnen voor grote problemen zorgen.
De buddleja is niet giftig en daardoor ook geschikt voor tuinen, waarin kinderen spelen. Het afsnijden van de uitgebloeide bloemen bevordert een verdere bloeiperiode. Bij goede groei- en weersgesteldheid kan de buddleja een hoogte tussen de 2 en 3 meter bereiken.
Kortom: lavendel uit de tuin kun je gerust eten. Het verhaal dat lavendel giftig is komt mogelijk doordat de planten in tuincentra bespoten zijn. Op deze planten (zelfs op kruiden zoals peterselie die je in tuincentra kunt kopen) staat dan aangegeven dat de planten niet eetbaar zijn.
Wat veel mensen niet weten is dat een hortensia giftig is. Het zijn geen planten waar een hond of kat zomaar aan gaat knabbelen, vandaar dat het vaak niet bekend is dat ze giftig zijn. Ook voor mensen kan de hortensia reacties oproepen als: braken, diarree en kan het effect hebben op de bloedsomloop.
De plant is mild giftig. Inname van kleine hoeveelheden veroorzaakt geen vergiftiging. De saponinen zijn irriterend voor het maagdarmslijmvlies, en inname van relatief grote hoeveelheden kan maagdarm effecten veroorzaken, zoals koliek, braken en diarree.
De (soms beschimmelde) nootjes van de beuk bevatten oxaalzuur, thiaminase en de zeepachtige stof fagine. Deze stoffen kunnen vergiftigingsverschijnselen veroorzaken wanneer het paard er grote hoeveelheden van binnenkrijgt.