Sprinkhanen en krekels zijn zelf ook voedsel. Veel diersoorten eten ze. Vogels bijvoorbeeld, maar ook kikkers en kameleons, zoals je op de foto's kunt zien. Ze vangen ze met hun lange tongen zo uit de lucht of van plantenstengels af.
Voorbeelden van amfibieën die krekels eten zijn vrijwel alle kikkers en veel grotere soorten salamanders. Insectenetende vogels als de klauwieren eten grote hoeveelheden rechtvleugeligen. Ongewervelde vijanden zijn met name andere (rovende) sprinkhanen en krekels, bidsprinkhanen en grotere spinnen en schorpioenen.
Krekels kunnen niet tegen kou
Dat doen ze met hun vleugels, die ze razendsnel tegen elkaar aan bewegen. Hoe warmer het is, hoe sneller zij de vleugels bewegen en hoe harder het geluid is dat ze produceren. Maar naar mate het kouder wordt, is de kans groter dat de krekel zich ook binnen gaat schuilhouden.
Natuurlijke vijanden zijn vogels, parasitaire wespen en roofwespen, zoals Scelio fulgidus), parasitoïde vliegen (Blaesoxipha spp., Trichopsidea oestracea en Cercia sp.), bepaalde soorten kevers, mijten (Tarsonemid sp. en Leptus sp.) en nematoden (Amphimermis).
Ze doen mee aan de grote schoonmaak van de natuur
Onze krekels zijn van nature omnivoren, ze eten werkelijk álles: wortels, plantenresten, bladeren, zaden, geleedpotigen, andere insecten …
Ze zijn ongevaarlijk voor mensen: ze bijten niet en brengen geen schade aan aan de natuur. Sterker nog, hoe vies ze er ook uit zien, de krekels zijn wel degelijk nuttig. Veel dieren houden wel van een lekker hapje krekel.
Om huiskrekels te weren kunt u kieren en naden dichten. Daarnaast kunt u ventilatie-openingen van vliegengaas voorzien. Huiskrekels komen af op eten, dus dit kunt u het beste goed opruimen. Heeft u toch nog last van huiskrekels, dan kunt u eerst huiskrekels zelf vangen en bestrijden door een lijmval op te zetten.
De volgende vogelsoorten eten alle stadia van de rups: koolmezen, spreeuwen, boomklevers, spechten, wielewaal, kauwen, koekoek, vinken. De volgende vogelsoorten eten de jonge stadia van de rups: winterkoning, roodborstjes, boomkruiper en alle andere bovengenoemde vogels.
Vrijwel alle soorten zijn goed gecamoufleerd en de meeste eten grassen, hoewel er ook tamelijk veel soorten zijn die andere planten eten. Enkele soorten produceren bijtende stoffen. Zelf dienen ze als voedsel voor parasitaire wespen en vliegen, keverlarven, vogels en reptielen.
De rupsen zijn inmiddels een ware plaag geworden. Gelukkig ontdekken steeds meer insectenetende vogels de eikenprocessierups als een lekkernij. Koolmees, pimpelmees, boomklever, kauw en spreeuw… allemaal slaan ze een sappige rups niet af, zelfs de eikenprocessierups niet.
De gehele ontwikkelingsduur van ei tot volwassen insect is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en duurt bij 20 tot 23°C 6 tot 11 maanden. Bij 26°C zal dit 4 tot 5 maanden duren en bij nog hogere temperaturen (35°C) slechts 1 à 2 maanden. De levensduur van volwassen huiskrekels wordt geschat op 1 tot 2 jaar.
Tegen het begin van de winter wordt het holletje afgesloten om te overwinteren. In Nederland gaat de soort al lange tijd achteruit en is niet meer algemeen.
Geluid diende oorspronkelijk als afweermechanisme tegen vijanden, die schrokken van de trillingen in hun bek. Later kreeg het vermogen om geluid te produceren een rol in de evolutie, omdat geluidproducerende krekels een grotere kans hadden om door een vrouwtje te worden gevonden.
Maar krekels tsjirpen alleen als het stil is. Krekels zijn gevoelig voor grondtrillingen en geluiden. Het maakt deel uit van het verdedigingsmechanisme van een krekel om stil te worden zodra hij ongewenste, mogelijk roofdieren in de buurt kan waarnemen.
Waarom hoor je krekels vooral in de zomer? Krekels zijn insecten en dat betekent dat het in de herfst en winter te koud is voor deze dieren. Pas in de lente komen de eitjes van de krekels weer uit.
De essentiële aminozuren zijn te vinden in dierlijke eiwitten. Hierin vallen ook krekels, sprinkhanen en buffalo wormen. Alle drie de insecten zorgen voor de ideale aminozuurketen die je lichaam vanuit voeding nodig heeft.
Ze zijn niet steeds makkelijk te zien. Ze kunnen flink bijten, indien vastnemen niet noodzakelijk is moet het vermeden worden. Neem ze eventueel bij het halsschild terwijl de beide achterpoten tegelijkertijd tegen lichaam worden gedrukt.
De Grote groene sabelsprinkhaan is niet giftig en vormt meestal geen gevaar voor de gezondheid van de mens. Je hoeft je niet onnodig zorgen te maken. The Grote groene sabelsprinkhaan voedt op planten en veroorzaakt meestal geen grote problemen.
De veelal groen gekleurde sprinkhanen hebben dunne en lange sprieten, vaak langer dan hun lijf. De krekels zijn donker gekleurd, bruin en zwart. Ook zij hebben lange sprieten en een legboor. Hét verschil met de sprinkhanen is dat de krekels, van voren bezien, afgeplat ogen.
Vooral in de periode dat de koolmezen hun jongen verzorgen, kan dit aantal redelijk oplopen. Een koolmezenjong kan gemiddeld namelijk zo een 400 rupsen per week eten. Dat tikt natuurlijk aan, maar uiteindelijk zijn er meer maatregelen nodig, want de mezen kunnen het niet alleen aan.
Ook vlinders hebben vijanden. Dagvlinders worden vaak opgegeten door vogels en de grote vijanden van de nachtvlinders zijn vleermuizen en spinnen.
Naast het uitgebreide menu van de koolmees, staan zij zelf ook bij vele andere dieren op het menu. De sperwer, bosuil en marter lusten wel een koolmees.Daarnaast komen ook de huiskatten wel eens met een koolmees thuis.Jonge koolmezen vallen vaak ter prooi aan ekster en gaai.
Zo kan de krekel in water tot wel 33 millimeter ver en 100 millimeter hoog springen (zie ook het filmpje hieronder).
Kenmerkend voor sprinkhanen en krekels is het langwerpige lichaam, de rechte lederachtige vleugels en de grote achterste poten. Die grote achterste poten zijn zo geëvolueerd dat ze daarmee goed kunnen springen. Afhankelijk van de soort kan de grootte erg variëren van zo'n 4 mm tot wel 16 cm (excl. Voelsprieten).
Huiskrekels hebben betrekkelijk veel behoefte aan vocht. Dit kunt u geven in de vorm van voldoende 'groenvoer', of door middel van een bakje water met daarin een spons. Krekels verdrinken gemakkelijk, een bakje water vormt meestal al snel een massagraf van verdronken krekels.