Gebarentalen zijn visuele talen: de handen, het gezicht en de ogen staat centraal in plaats van de stem en het gehoor. Gebarentaal is niet universeel. Doven in de hele wereld gebruiken een gebarentaal. Net als bij gesproken talen is er niet één taal die door iedereen gebruikt wordt.
Er zijn zeker 137 verschillende gebarentalen wereldwijd. Waarschijnlijk zijn er nog veel meer gebarentalen die wetenschappers nog niet kennen. Duitse doven zullen een gesprek tussen Nederlandse doven niet zo maar kunnen volgen, om maar een voorbeeld te noemen. Dit laat zien dat het verschillende talen zijn.
Er bestaat geen universele gebarentaal, maar wereldwijd worden er meer dan 100 verschillende gebarentalen gebruikt. Het is dan ook geen systeem dat is bedacht en nu wordt geleerd; net als gesproken talen ontstaan gebarentalen op natuurlijke wijze.
Worden gebaren bedacht? Nee, gebaren worden niet echt bedacht: ze ontstaan op een natuurlijke manier. Sommige gebaren worden gemaakt naar aanleiding van de vorm van iets, dit noemen we iconische gebaren.
NGT is momenteel een levende taal, die in steeds meer situaties gebruikt wordt. Dus ja, je kunt alles in gebarentaal zeggen, sterker nog: het is een krachtige visuele taal, waarin bijvoorbeeld ook de prachtigste gedichten gemaakt worden.
Tussen 1910 en 1980 was het verboden onderwijs te geven in gebarentaal, omdat op een conferentie in Milaan in 1880 was besloten dat doven beter konden leren liplezen. Wat uit de geschiedenis van gebarentalen vooral blijkt, is dat mensen zich niet door wetten laten weerhouden om te communiceren.
Je kan gebarentaal leren door cursussen te volgen. Maar als je ouders kunnen horen, waar kijk kindjes de gebarentaal dan af? Vanaf 2.5 - 3 jaar, gaan de dove kindjes al naar een speciale school waar ze gebarentaal kunnen leren. Dat is later dan de leeftijd waarop horende kinderen leren praten.
Doven hebben ook een naam in gebaren. Dit heet een naamgebaar. Voor dove kinderen zijn naamgebaren onmisbaar om te kunnen praten over mensen die op dat moment niet aanwezig zijn. Een naamgebaar is vaak afgeleid van een karakter, hobby, uiterlijk kenmerk of beroep, of van de betekenis van de naam van een persoon.
Natuurlijk vinden wij doven het fantastisch als horende mensen gebarentaal zouden leren, want iedereen kan een gebaar leren zoals nu het gebaar LET-OP-ELKAAR.
Gebarentalen zijn in principe net zo geschikt om over elk onderwerp te praten als gesproken talen. De gedachte ontstaat vaak doordat mensen denken dat je met je handen alleen over concrete zichtbare dingen zou kunnen praten, misschien wel omdat er zo veel iconische, beeldende, gebaren zijn.
Tenzij je wil rocken, moet je snel naar de volgende stap gaan! Richt je duim op. De wijsvinger en duim vormen nu de letter 'L' en de pink en de duim maken de letter 'Y'. Doe alle stappen tegelijkertijd en zeg 'ik hou van je!
Maar de gebarentalen van beide landen verschillen nog veel meer van elkaar: misschien wel net zoveel als het Nederlands en het Spaans. Toch communiceren doven vrij makkelijk over de grens, omdat ze van jongs af aan gewend zijn zich aan te passen aan hun gesprekspartner.
Gebarentaal is niet universeel. Elk land kent zijn eigen gebarentaal. Er kunnen zelfs verschillen zijn per regio. Zo gebruiken doven in Groningen soms andere gebaren voor hetzelfde begrip dan doven uit Amsterdam of Rotterdam.
Verder worden gebaren ook gebruikt door mensen die niet of (zeer) moeilijk kunnen spreken, omdat ze om een of andere reden niet verstaanbaar kunnen spreken of bijv. ernstig stotteren.
Er zijn verschillende vormen van tactiele gebarentaal, afhankelijk van het gezichtsvermogen, maar de meest gebruikte vorm is die waarbij gebaarders de gebaren aftasten door de handen lichtjes op de handen van de gebarende gesprekspartner te houden.
Bovendien moet je leren om met je handen te praten. Voor de hbo-opleiding gebarentolk staat vier jaar, maar dan moet je daarna nog veel werkervaring opdoen om het echt vloeiend te kunnen.” Er is nog een alternatief: Nederlands praten en spraakondersteunende gebaren maken.
Gebaar voor eten:
Doe alsof je een lepel vast pakt. Stop die in je mond, neem een hapje.
Waarom geen ondertiteling? Omdat gebarentaal belangrijker is dan je misschien dacht. Voor doven is de gebarentaal namelijk een moedertaal. Een Nederlandse ondertiteling kan volgens NPO Focus dus echt voelen als een tweede of zelfs derde taal.
Inmiddels zijn er zo'n 5000 gebaren gestandaardiseerd. Ze zijn te zien op het online gebarenwoordenboek van het Nederlands Gebarencentrum (zie externe links) en verkrijgbaar op dvd-rom Standaard lexicon deel 1 en 2. In 2004 hebben veel prelinguaal doven in Den Haag gedemonstreerd voor erkenning van hun gebarentaal.
De cursus Nederlandse Gebarentaal (NGT) raden wij jou aan als je de Nederlandse Gebarentaal wilt leren, of wil je gaan werken met doven. Ook als je geïnteresseerd bent in de opleiding leraar / tolk Nederlandse Gebarentaal, dan raden wij jou aan om deze cursussen te volgen.
In Nederland maken ruim 4.000 dove en slechthorende mensen gebruik van een tolk. Sommigen af en toe, anderen dagelijks.
Uit Nederlands onderzoek onder tachtig volwassen doven en slechthorenden blijkt dat rond de 70 procent van hen laaggeletterd is en dus onvoldoende kan lezen en schrijven om helemaal mee te doen in de samenleving. Ter vergelijking: onder de gehele volwassen Nederlandse bevolking ligt dat percentage op 18 procent.
De eerste 'sprekers' van gebarentaal
Het was de Spaanse benedictijner monnik Pedro Ponce de León die in de zestiende eeuw een manier vond om dove mensen toch te leren praten.
Bij Nederlands met ondersteunende Gebaren (NmG) wordt het gesproken Nederlands ondersteund met gebaren, in combinatie met een duidelijk mondbeeld voor spraakafzien (liplezen). NmG is gebaseerd op de grammatica van het Nederlands en kan zowel door slechthorenden, doven als door mensen in jouw omgeving worden gebruikt.