Racefiets. Een vuistregel voor de bandenspanning is 1 bar per 10 kg lichaamsgewicht. Weeg je 80 kg? Dan pomp je dus 8 bar in je band.
In een tubeless raceband kun je dus met lagere bandendruk rijden waardoor ze duidelijk betere rij-eigenschappen hebben. Juist op een slecht wegdek heeft de band veel beter contact met de ondergrond. Indien gewenst kun je zo laag gaan tot 4 a 5 bar. Dat is echt mogelijk terwijl draadbanden het liefst 7 a 8 bar hebben.
De druk in een fietsband mag behoorlijk hoog zijn. De ideale bandenspanning voor gewone en elektrische fietsen ligt tussen de 3,5 en de 4,5 bar. Hoeveel luchtdruk de fietsband moet hebben is ook afhankelijk van het soort fiets. De juiste bandenspanning staat meestal weergegeven op de zijkant van de fietsband.
Je moet je band natuurlijk ook niet TE hard oppompen. Wanneer je dat wel doet ontstaat weer het risico op een klapband en stuiter je over de weg. Hoe hard je je band kunt oppompen hangt vooral af het type fiets en het type band.
Juiste bandenspanning in instructieboekje
In het instructieboekje van je auto vind je de juiste bandenspanning. Die wordt aangegeven in bar, bijvoorbeeld 2,0 bar. Vaak staat er ook vermeld hoe hoog de bandenspanning mag zijn als de auto zwaar is beladen, bijvoorbeeld 2,2 bar.
Carbon tubevelg is met velgremmen lastig kapot te remmen, van carbon wielen voor clinchers is bekend dat dit zeker wel mogelijk is. En áls je een carbon tubevelg kapot zou remmen dan is de kans groot dat de tube erop blijft zitten. Nu is dit argument voor profs niet (meer) zo relevant.
Bij hoge temperaturen, een grote belasting en ruw asfalt slijten banden bijvoorbeeld beduidend sneller dan normaal. Bij Schwalbe standaardbanden kan men grofweg uitgaan van een kilometrage van 2.000 tot 5.000 kilometer. De banden uit de Marathon-familie gaan in de regel tussen de 6.000 en 12.000 kilometer mee.
Heb je bijvoorbeeld 28mm banden, dan is een kleine 6 bar voldoende.
1. Continental Grand Prix 5000. In de topklasse van race fietsbanden is deze Continental Grand Prix 5000 de beste racefiets band en steekt deze uit boven alle andere racefiets banden. Als de opvolger van de legendarische Grand Prix 4000 SII heeft deze buitenband een grote muur te beklimmen.
Goede bandenspanning gewone fiets
Afhankelijk van het type band van de fiets is de bandenspanning van een stadfiets gemiddeld 3,5 tot 4,5 bar. Deze informatie vind je aan de zijkant van de band. De meeste mensen met een gewone fiets meten de bandenspanning door in de band te knijpen. Dat is een prima methode.
De rolweerstand van uw 25 mm band is gelijk aan uw 23 mm band. Gaat u met een bredere velg rijden, dan neemt de rolweerstand zelfs af.
Wat wordt aangehouden als vuistregel voor de bandenspanning is je eigen lichaamsgewicht, delen door 10. Als je bijvoorbeeld 75 kilo weegt, houd je een bandenspanning van 7,5 bar aan. Mocht dit gevoelsmatig nog te hoog zijn, is het altijd nog mogelijk om de druk met een halve bar te verlagen.
Fietsbanden van een stadsfiets moeten over het algemeen opgepompt worden tot een druk tussen 3,5 en 4,5 bar, maar de banden van een racefiets hebben tot wel 8 bar nodig. Niet elke fietspomp kan 8 bar halen, dus als u thuis een racefiets heeft, is het belangrijk te letten op de maximale prestatie van uw fietspomp.
De levensduur van een fietsband hangt af van verschillende factoren. Als het oppervlak van de fietsband versleten is – de groeven zijn dan niet meer zichtbaar – dan is het tijd om te vervangen. Maar ook als de zijwanden minder sterk zijn en de lekbestendigheid vermindert, plaats je beter een nieuwe fietsband.
De opvolger van de GP4000 heeft diens plek inmiddels meer dan overgenomen. Na ruim 500 kilometer op de GP5000 lees je hier de review.
23 mm-25 mm: Performance race
Daardoor rijden ook de meeste profs nu met 25mm banden. Wil je weten hoe bandbreedte de rolweerstand beïnvloed? Lees dan onze racefiets bandengids.
Er hoeft alleen maar 100 ml afdichtvloeistof in de band en een tape in de velg. En die 100 gram per wiel scheelt in rijcomfort: al het gewicht dat rondslingert weegt tot 3x meer dan bij stilstand.
Tubeless banden hebben door het ontbreken van een binnenband een lagere rolweerstand. Doordat ze minder hard hoeven worden opgepompt rijdt het comfortabeler zonder dat ze rolweerstand verliezen. De kans op een stootlek is een stuk kleiner doordat er geen binnenband is die kan knellen tussen de velg.
Houd maar aan dat als het warm is, die termijn van drie maanden realistischer is. Bij lagere temperaturen gaat sealant langer mee. Je kan de sealant gewoon bijvullen door de kern van het ventiel te verwijderen en ongeveer de helft van de voorgeschreven sealant voor jouw bandenmaat toe te voegen.
Zowel een te hoge of te lage autobandenspanning kan gevaarlijke situaties opleveren. Een te hoge bandenspanning zorgt er namelijk voor dat een band sneller slijt. Bovendien heeft een band met te hoge spanning minder grip, trilt deze meer en is er vermindert rijcomfort. Daarnaast is de kans op een klapband groter.
De druk in de band is afhankelijk van de temperatuur. Met elke 10 graden afwijking moet de aan te brengen spanning daarom met 0,1 bar worden gecorrigeerd. Is het warmer dan 20 graden, dan is de druk door de buitenlucht toegenomen en moet u dus de meting naar beneden corrigeren.
Een te lage of te hoge bandenspanning zorgt voor minder grip op de weg. Hierdoor heb je een langere remweg en een hogere slipkans. Een te lage of te hoge bandenspanning verhoogt de kans op klapbanden. Door een te lage bandenspanning is je auto minder goed in staat onregelmatigheden in het wegdek op te vangen.