etiquette. Verklaar zaal-etiquette. De zaaletiquette is het geheel van beleefdheidsregels en omgangsvormen die het bedienend personeel in staat moeten stellen met om het even wie op de juiste manier om te gaan.
De etiquette of het decorum is een geheel van cultuurgebonden beleefdheidsregels en de omgangsvormen. De kern van de etiquette is: rekening houden met de gevoelens van anderen en met de gebruiken in een samenleving, in alle situaties waarin mensen met elkaar omgaan.
Het uitserveren van borden en glazen gaat altijd vanaf de rechterkant van de gast. Bij het uitserveren van drankjes serveer je altijd het drankje met het logo naar de gast toe en de borden altijd met het gerecht netjes in het midden.
Geef tijdens een begroeting altijd een stevige, korte handdruk met de rechterhand; Wees altijd beleefd (goedemorgen, alstublieft, dank u wel); Plaats altijd je voetzolen op de grond zodat deze nooit naar iemand wijzen; Wees punctueel en kom op tijd bij afspraken.
Je begint altijd met het bestek dat aan de buitenkant ligt en je werkt naar binnen toe. Werk je make-up en/of je haar niet bij als je aan tafel zit. Doe geen zout, peper of sauzen op je eten voordat je het geproefd hebt. Voedsel wordt altijd links geserveerd en rechts afgeruimd.
Voor het gebruik van je bestek geldt: Lepel soep altijd van je af en breng je vork of lepel altijd naar je mond toe, in plaats van je mond naar je vork of lepel.Je vork dient te allen tijde met de boog naar beneden gericht te zijn.
De manier van serveren en afruimen
Ook het afruimen gebeurt aan de rechterzijde van de gast. Als een gast klaar is met eten, zal hij of zij het bestek meestal op het bord laten liggen. Zo niet – niet iedereen is immers op de hoogte van de algemene etiquette – leg dan zelf het bestek op het bord.
9 minuten: de bediening dekt de tafel met het nodige bestek en servies en kijkt of de gasten moeten worden bijgeschonken. Gerechten geserveerd: de bediening vraagt of hij of zij nog iets voor de gasten kan betekenen.
d.w.z. eten fijndrukken met de vork, de verkregen substantie omroeren en nog eens omroeren en ten slotte naar den mond brengen; ook stapele men z'n bord niet torenhoog op. Dat alles is in strijd met de goede vormen.
Verwelkom uw gasten dan ook zoals u een goede vriend zou verwelkomen: warm, vriendelijk en met een glimlach. Laat hen merken dat u blij bent dat ze bij u op bezoek komen. Een beleefde begroeting op de juiste toon is een must!
Etiquette heeft betrekking op hoe je je bij bepaalde gelegenheden het beste kunt gedragen. Het gaat dan om goede gewoontes en gebruiken, die algemeen geaccepteerd zijn. Als iedereen deze gedragsregels hanteert, verlopen dit soort gelegenheden ontspannen en plezierig voor alle deelnemers.
Heb je even pauze tijdens het eten, dan leg je je bestek scheef met de punten naast elkaar. Wanneer je je bestek neerlegt in een soort plusteken dan betekent dat dat de volgende gang mag komen. Ben je helemaal klaar met eten, dan leg je je bestek recht tegen elkaar, ietsje naar rechts op je bord.
Opdracht of wens? 'Eet smakelijk' is taalkundig gezien een opdracht in de gebiedende wijs en geen wens. Je geeft gasten hiermee de opdracht om 'smakelijk te eten'. Als je er zo over nadenkt, klinkt de uitroep misschien al iets minder logisch en gastvrij.
Houd je vork altijd in je linker- en het mes in je rechterhand. Dessertbestek ligt altijd boven het bord. Zodra het dessert wordt geserveerd mag je het betreffende bestek verplaatsen. Tot slot: Een botermesje is alleen bedoeld om de boter naar je eigen bord te brengen.
etiquette:
als synoniem van een ander trefwoord: wellevendheid (zn) : beleefdheid, beschaafdheid, etiquette, fatsoen, goede manieren, hoffelijkheid, savoir-vivre, urbaniteit, voorkomendheid, welgemanierdheid, welvoeglijkheid.
Verkade: "Tijdens het diner zal de bediening borden voor je neus plaatsen, dat noemt men inzetten. Dat inzetten gebeurt altijd van rechts. Tenzij je door een butler bediend wordt, want die zetten links in. Dames worden altijd eerst geserveerd, met de gastvrouw als laatste.
Een kelner, ober of bedieningsmedewerk(st)er (een vrouwelijke kelner noemt men serveerster of kelnerin) is iemand die dranken en maaltijden serveert in een horecagelegenheid. Daarnaast verzorgt hij de mise-en-place en voert afsluitende werkzaamheden uit als opruimen en schoonmaken.
Helder communiceren is essentieel in de horeca
Goed kunnen communiceren met je gasten is in deze functie essentieel. Goed kunnen luisteren, duidelijk kunnen vertellen, vriendelijk blijven en een goed geheugen is van groot belang. Je werkt aan je communicatieve vaardigheden in een dienstverlenende sector.
Allereerst is het goed om te weten dat je ALTIJD twee borden op je linkerhand draagt en één op je rechterhand, nooit andersom! Dit doen we omdat het in de horeca gebruikelijk is om gerechten over de rechterschouder van de gast uit te serveren. Wanneer je achter de gast staat is dit dus met je rechterhand.
Stapelen. Bewaar je je borden in een grote keukenlade, kies dan voor een bordenrek. Zo blijven je borden mooi op z'n plaats staan, ook als je de schuif opent of sluit. Staan je borden op een plank in je kast, dan kan een universele plankinzet handig zijn.
In Nederland is het algemeen geaccepteerd om rijst met een vork (en mes) te eten.
Bij het eten van een gebakje zetten rechtshandigen met die kant druk om een stukje af te snijden.Om die reden is de linkertand van de vork ook platter en breder. Het puntje dat ontstaat door de uitsparing van een hoekje is bedoeld om een dikke deegbodem mee te breken, zoals die van een tompouce.
Soms ook wel de kinderlepel. Tip: heb je vaak soep in een soepkom, kies dan een extra rond bestekmodel, of koop de bouillonlepel van je bestek. Het is veel makkelijker eten én je lepel valt niet zo gauw uit de kom!