Daarnaast kijken leerkrachten naar de leerhouding van je kind, maar die kun je ook zelf vaststellen. Een typische vwo-leerling is nieuwsgierig, leert makkelijk en met plezier. Hij vindt het leuk om veel te weten. Een vmbo'er zit juist niet graag achter de boeken, maar doet liever iets praktisch.
Vwo-leerlingen scoren hoger op intelligentie en cognitieve vaardigheden dan havo-leerlingen. Ook hanteren vwo'ers andere cognitieve strategieën en studiestrategieën. Dat sluit aan bij het cognitieniveau waarop leerlingen geacht worden te functioneren.
Het vwo is niet veel moeilijker dan havo
De meerderheid vindt het vwo niet veel moeilijker dan de havo, al neemt de moeilijkheidsgraad wel iets toe naarmate je verder komt. Er wordt dieper op de stof ingegaan en je hebt meer inzicht nodig, ondervond Hugo.
Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) bereidt leerlingen voor op een studie aan de universiteit. Het vwo duurt 6 jaar.
Het grootste deel van de leerlingen in groep 8 krijgen een definitief schooladvies naar vmbo-gemengd theoretisch (17 procent), havo (17 procent) en vwo (20 procent). In verhouding wordt sinds het schooljaar 2014/2015 minder verwezen naar het vmbo en de havo en meer naar vmbo/havo en havo/vwo.
Het voortgezet onderwijs heeft zes verschillende niveaus: vwo, havo, vmbo-t (mavo), vmbo basis, vmbo kader en praktijkonderwijs. Het schooladvies in groep 8 bepaalt op welke niveau de leerling instroomt in het voortgezet onderwijs.
Vwo-leerlingen scoren hoger op intelligentie en cognitieve vaardigheden dan havo-leerlingen. Ook hanteren vwo'ers andere cognitieve strategieën en studiestrategieën. Dat sluit aan bij het cognitieniveau waarop leerlingen geacht worden te functioneren.
Je kunt je kind met een vwo-advies, en soms zelfs havo/vwo-advies, dan ook voor beide richtingen aanmelden. Dit is echter wel afhankelijk van de school die je kiest. Een atheneum of gymnasium school zal misschien niet altijd leerlingen met een dubbeladvies toelaten.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
Uitslag NIO toets
90 tot en met 100 vmbo kader of vmbo kader/theoretisch. 100 tot en met 107 vmbo theoretisch tot en met vmbo-theoretisch/havo. 108 tot en met 115 havo. Vanaf 116 havo/vwo.
Een leerling met een IQ-score van 120 of hoger valt buiten de criteria voor lwoo.
Leerlingen met autisme waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en een lichte stoornis in intellectuele functies (LVG), blijkend uit een IQ hoger dan 70, worden geïndiceerd voor cluster 4.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Het gemiddelde IQ ligt op 100. Een IQ tussen de 90-110 is 'normaal'. Ongeveer 84 procent van de mensen valt in deze groep. Zo'n 2,5 procent van de basisschoolleerlingen is hoogbegaafd (boven 130).
Het schoolbestuur van de middelbare school bepaalt of uw kind wordt toegelaten. Daarbij kijkt het schoolbestuur onder meer naar het schooladvies van de basisschool. Hierin staat welk niveau het beste bij uw kind past. Bijvoorbeeld vmbo, havo of vwo.
Het schoolbestuur bepaalt of uw kind wordt toegelaten op de middelbare school. Het schoolbestuur kijkt bijvoorbeeld naar het schooladvies van de basisschool. In het schooladvies staat welk type voortgezet onderwijs het beste bij uw kind past. Bijvoorbeeld vmbo, havo of vwo.
Vwo (Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs): VWO is het hoogste niveau in het voortgezet onderwijs en biedt leerlingen een breed theoretisch curriculum, inclusief atheneum en gymnasium.
Vwo-niveau High School Diploma.
Iemand die eindexamen van een middelbare school gedaan heeft.
Er is geen niveauverschil tussen atheneum en gymnasium. Echter, het enige verschil is dat je op het gymnasium extra vakken krijgt: klassieke culturele vorming, Latijn en Grieks. Op het gymnasium moet je ook in een van de twee klassieke talen eindexamen doen.
Het vwo duurt 6 jaar (leeftijd: 12-18 jaar) en bestaat uit atheneum, tweetalig onderwijs (tto), gymnasium, vwo-technasium en vwo-plus.
Meer jongeren zijn naar de havo of het vwo gegaan en minder naar het vmbo. In 2021/2022 zit 45 procent van de leerlingen in het derde leerjaar op het havo of vwo. 22,2 procent van de derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt een vwo-opleiding en bijna 23 procent zit in het derde jaar van de havo.
In studiejaar 2020/'21 ging het om 33 procent van de afgestudeerden. Van iets minder dan de helft, 45 procent, van de eerstegeneratiestudenten heeft de ouder een mbo-diploma. Bijna 18 procent heeft een mavo-diploma en ruim 16 procent een havo- of vwo-diploma.