Wat zijn de symptomen van een kat met kattenziekte? Katten van alle leeftijden kunnen ziek worden maar kittens zijn het meest gevoelig. De belangrijkste symptomen zijn braken, diarree, hoge koorts, verminderde weerstand en waggelende gang bij kittens. In het bloed valt een laag witte bloedcelgehalte op.
Symptomen van niesziekte zijn niezen, neusuitvloeiing, ontsteking van de oogslijmvliezen (conjunctivitis), ooguitvloeiing, gebrek aan eetlust, koorts en sloomheid. Soms ontstaan er ook zweertjes in de bek en aan de ogen en speekselt de kat overmatig.
Een kat met kattenziekte heeft in het begin wat algemene verschijnselen: sloomheid, hoge koorts en braken. Als de kat de eerste fase overleeft, krijgt de kat na enkele dagen ook diarree; het darmslijmvlies wordt verwoest. De diarree is zwart, stinkend, en kan bloedstolsels en slijm bevatten.
Kattenziekte (feline parvovirus, FPV) Kattenziekte is een zeer besmettelijke virale maagdarmziekte. De diarree kan variëren van mild tot ernstig tot zelfs dodelijk. Infecties bij drachtige poezen kunnen leiden tot abortus of hersenschade bij de kittens.
Kattenziekte is de meest dodelijke virusziekte bij de kat en heeft een dramatisch snel en wreed verloop. Het wordt veroorzaakt door het feline panleukopenia virus.
Toxoplasmose wordt soms ook 'kattenziekte' genoemd omdat katten de enige dieren zijn die de volwassen vorm van de microbe in zich dragen. De meeste mensen die toxoplasmose doormaken, voelen dit niet. Je kan je eventueel wel wat grieperig voelen, met lichte koorts, vermoeidheid, spierpijn en gezwollen klieren.
Kattenziekte ofwel feline panleucopenie wordt veroorzaakt door een Parvovirus. Dit is echter een andere Parvovirus dan die we kennen bij de hond. Het virus stamt echter wel af van het honden Parvovirus. Het is een ernstig virus omdat het hele populaties katten kan uitroeien en lang kan overleven in de omgeving.
De kattenziekte, veroorzaakt door het Feline Panleukopenievirus, is een zeer besmettelijke ziekte met geregeld een dodelijke afloop. Ondanks dat de kattenziekte niet zo vaak meer voorkomt, is het bijna elk jaar wel een keer raak.
henselae via een krab of een beet of contact met speeksel van een kat. Kattenkrabziekte kan niet tussen mensen worden overgedragen. Hygiëne na een beet of krab (wassen van de huid, wonddesinfectie en wondverzorging) is belangrijk. Verder is het goed om vlooien bij katten te bestrijden.
De niesziekte kent geen echte behandeling of medicijn. Soms geven neusdruppels wat verlichting, maar meestal moet uw kat het virus uitzitten. Wel kunnen bacteriële infecties als gevolg vande niesziekte worden behandeld met een antibiotica-kuur.
Van alle katten die het virus oplopen, overwint 40% het virus binnen 3 tot 4 maanden. Er bestaat een enting tegen dit virus, maar dat wordt in Nederland niet standaard gegeven. Lees verder bij FeLV.
Hij kan bijvoorbeeld ineens minder gaan spelen met zijn speeltjes, of zich niet meer interesseren wat er om zich heen gebeurt. Ook weinig of niks eten en spontaan onzindelijk worden, kunnen ziekte symptomen zijn. Houd het voerbakje van je kat goed in de gaten.
Prognose van niesziekte
De meeste katten genezen van acute niesziekte. In sommige gevallen kan het weken duren voordat een kat genezen is. Sommige katten houden blijvende schade over aan de ziekte en/of krijgen de chronische variant van de ziekte.
Bij meeste oorzaken van niezen kun je als eigenaar zelf niets doen behalve je kat op tijd laten behandelen door een dierenarts. Wel is het heel verstandig je kat laten vaccineren tegen niesziekte. Ook als je kat nooit buiten komt.
Als je de griep hebt of verkouden bent, moet je je niet al te veel zorgen maken of je het virus kunt overdragen op je kat. Volgens het Smithsonian Magazine zijn er gevallen bekend waar huisdiereigenaren het H1N1 virus hebben overgedragen op hun kat. En katten kunnen het virus ook overbrengen op mensen.
Lichamelijk letsel door kat
Als je bent gebeten door een kat, kun je wat overhouden aan de kattenbeet. In het buitenland loop je bijvoorbeeld het risico op hondsdolheid, terwijl je in eigen land te maken kan krijgen met de kattenkrabziekte. Hierdoor is het zelfs zo dat dat een kattenbeet dodelijk kan zijn.
Bijna alle patiënten met kattenkrabziekte herstellen vanzelf binnen twee tot vijf maanden. De huid geneest en de zwelling van de lymfeklieren verdwijnt.
Clostridium tetani. Deze bacterie komt voor in straatvuil en kan tetanus veroorzaken. Als een kat deze bacterie bij zich draagt heeft hij er zelf bijna nooit last van. De bacterie kan indirect, via een beet, overgedragen worden van kat op mens.
Om te beginnen hoeft u niet heel bang te zijn voor een besmetting. De kans op besmetting is vrij klein en vaak verloopt de ziekte zonder enige verschijnselen. Toch is het goed om een paar regels in acht te nemen, - Speel niet te wild met uw eigen kat en wees voorzichtig met onbekende dieren en zwerfkatten.
De oorzaken van minder en niet eten bij de kat zijn zeer divers. Zo kan er een ziekte (niesziekte, nierfalen, schildklieraandoening, alvleesklierontsteking, suikerziekte of een maag- en/of darmontsteking) spelen of het komt door een voerwisseling, stress (andere kat er bij gekomen), heimwee of een slecht gebit.
Afhankelijk van de situatie van uw kat zijn de meest gegeven bijkomende vaccinaties die tegen Feline leukemie virus, Chlamydophila felis, Bordetella bronchiseptica en rabiës.
Bij milde hoestklachten kan het zijn dat de kat maar één of een paar keer per dag hoest. Bij erge klachten kan het zijn dat de kat erg vaak hoest en soms ook moeite krijgt met ademen. Veruit de meest voorkomende oorzaak van chronische hoesten bij de kat is astmatische bronchitis.
Toxoplasma gondii is een protozo (een eencellig micro-organisme) die bij katten voorkomt en het zenuwstelsel en de spieren kan aantasten. Katten worden vooral besmet door het eten van rauw vlees en prooidieren. Besmette katten scheiden de oöcysten (een soort eitjes) uit in de ontlasting gedurende 2-3 weken.
Toxoplasmose is een infectie veroorzaakt door een eencellige parasiet, de Toxoplasma gondii. Deze parasiet gebruikt de kat als gastheer. Besmetting van de kat gebeurt via het eten van geïnfecteerde prooidieren (bv. muizen, …).