Als het vruchtgebruik levenslang is, wat het geval is met het erfrechtelijk vruchtgebruik, dan eindigt het automatisch bij het overlijden van de vruchtgebruiker. Het kan ook eindigen door eraan te verzaken (bij notariële akte).
Afzien van uw vruchtgebruik is in principe iets wat u kan doen zonder formaliteiten, behalve voor vastgoed, daarvoor is altijd een notariële akte vereist. Vanuit fiscaal oogpunt is een zuivere afstand van een recht op vruchtgebruik niet belastbaar.
Zijn er meerdere vruchtgebruikers, dan komt het ten einde bij het overlijden van de laatst overgeblevene. Vruchtgebruik is dus niet overerfbaar: de erfgenamen kunnen er geen aanspraak op maken. Wanneer de vruchtgebruiker een rechtspersoon is, gaat het vruchtgebruik teniet bij het ontbinden van deze rechtspersoon.
Het vruchtgebruik eindigt meestal als de vruchtgebruiker komt te overlijden. Hij/zij is dan de langstlevende. Hierna krijgen de officiële erfgenamen weer de beschikking over hun eigendom.
De vruchtgebruiker kan theoretisch ook zijn rechten van vruchtgebruik verkopen, maar het vruchtgebruik zal altijd ophouden bij het overlijden van de oorspronkelijke vruchtgebruiker. De koper van een vruchtgebruik koopt dus een recht waarvan de duur afhangt van het leven van iemand anders.
De persoon die het recht van vruchtgebruik heeft, wordt wel vruchtgebruiker genoemd. Degene die eigenaar is van het goed waarop het vruchtgebruik ziet, wordt hoofdgerechtigde genoemd. Voorheen werd de term 'bloot eigenaar' gebruikt. Vruchtgebruik is een beperkt recht.
Als vruchtgebruiker mag je de eigendom(men) verkopen, maar enkel met een onderling akkoord tussen de vruchtgebruiker en de eigenaar(s). We raden aan om dit akkoord vast te leggen op papier. De eigenaar(s) die dan beschikken over een volle eigendom kunnen overgaan tot verkoop.
Het recht van vruchtgebruik is een zelfstandig beperkt recht, een erfdienstbaarheid of een recht van hypotheek is een afhankelijk recht. Het recht van opstal kan zowel een zelfstandig als afhankelijk recht zijn (art. 5:101).
Als de eigendom van een onroerend wordt verkocht waarop een recht van vruchtgebruik rust, en de blote eigenaar én de vruchtgebruiker dit samen verkopen, wordt de volle eigendom van het onroerend goed overgedragen. Zijn beide verkopers op voorhand niets overeengekomen, dan moet de verkoopprijs worden verdeeld.
Als het vruchtgebruik levenslang is, wat het geval is met het erfrechtelijk vruchtgebruik, dan eindigt het automatisch bij het overlijden van de vruchtgebruiker. Het kan ook eindigen door eraan te verzaken (bij notariële akte).
De regel blijft dat de vruchtgebruiker de onderhoudsherstellingen aan het onroerend goed zelf volledig moet betalen. Het gaat om alle herstellingen die op korte of lange termijn nodig zijn om de waarde van het goed te vrijwaren, behalve in geval van normale slijtage, ouderdom of overmacht.
Kan vruchtgebruiker verhuren? De vruchtgebruiker heeft inderdaad niet alleen het recht om zelf te wonen in het huis of het appartement. Hij mag het ook verhuren. De huurinkomsten zijn in dat geval volledig voor hem, hij moet die dus niet 'delen' met de naakte eigenaars.
De woning in een erfenis kan alleen verkocht worden als alle erfgenamen meewerken. Als er één erfgenaam weigert dan kan je die dwingen. Dat kan via de kantonrechter of zelf met een brief. Kijk wel uit met je termijn van levering.
Wordt het vruchtgebruik niet afgegeven, dan heeft de langstlevende formeel geen rechten. Door de langstlevende bij testament te benoemen tot executeur, is dit probleem opgelost en kan de langstlevende aan zichzelf het vruchtgebruik afgeven zonder afhankelijk te zijn van de kinderen.
Zoon of dochter koopt de naakte eigendom, terwijl de ouders het vruchtgebruik kopen. De ouders gaan in het pand wonen tot ze overlijden, of verhuren het (bijvoorbeeld als ze naar een rusthuis gaan). Ze mogen zelf de huurinkomsten houden.
schenken met vruchtgebruik
Een notariële schenking kan perfect met voorbehoud van vruchtgebruik, bij een handgiften bankgift is dat niet mogelijk! De vruchtgebruiker heeft het recht om de zaak waarop het vruchtgebruik betrekking heeft te gebruiken en er het genot van te hebben.
“Je kan de woning die je nu geschonken hebt gekregen normaliter verkopen (als er geen vervreemdingsverbod in de akte staat), maar je riskeert een deel van de prijs terug te moeten geven aan je broers (in functie van de andere aanwezige of reeds geschonken goederen).
De eventuele hypotheekrente komt als uitgangspunt ook voor rekening van de vruchtgebruiker. De (jaarlijkse) aflossing van de hypotheek komt voor rekening van het kind. Waarschijnlijk mag die hiervoor een voorschot vragen aan de vruchtgebruiker. De totale hypotheeklast komt daarmee toch bij de vruchtgebruiker te liggen.
Je kan een vruchtgebruik verkrijgen waar je gebruik van mag maken tot je overlijdt. De looptijd van het vruchtgebruik hangt dan af van het leven van de vruchtgebruiker. De waarde van het vruchtgebruik wordt dan berekend door de rekenrente te vermenigvuldigen met een bepaalde factor.
Voorbeelden van genotsrechten zijn vruchtgebruik en erfdienstbaarheid. Zekerheidsrechten, zoals pandrecht en hypotheekrecht, geven het recht om met voorrang op andere schuldeisers een vordering te verhalen op een goed.
Voorbeelden van afhankelijke rechten zijn het pandrecht, het recht van hypotheek, borgtocht en erfdienstbaarheid. Het recht van hypotheek, bijvoorbeeld, is verbonden aan een vordering uit geldlening aan de kredietnemer.
Het absoluut recht is een recht dat tegenover iedereen kan worden gehandhaafd. Voorbeelden van absolute rechten zijn het eigendomsrecht en intellectuele eigendomsrechten. Absoluut recht wordt ook wel aangeduid als exclusief recht.
Geen wonder dat kinderen groot of klein de kriebels krijgen bij het idee dat die woning zal worden verkocht. Toch betekent het niet dat zij daarom hun veto kunnen stellen tegen de verkoop. Ouders mogen zelf beslissen over hun eigendommen. Wil je dus je huis of appartement verkopen, doe gerust!
Erfbelasting bij vruchtgebruik
In principe moeten de kinderen erfbelasting betalen over hun 'bloot eigendom' en moet de langstlevende erfbelasting betalen over de waarde van het vruchtgebruik.
Als eigenaar geldt niet alleen iemand die het volledige eigendom heeft, maar bijvoorbeeld ook een erfpachter of vruchtgebruiker. Ook dan moet u belasting betalen.