Acute leukemie is een levensbedreigende ziekte waarbij in korte tijd (dagen tot weken) een snelle woekering van kwaadaardige leukemiecellen (blasten) de plaats inneemt van de normale bloedaanmaak.
De eerste symptomen (verschijnselen) van acute leukemie zijn vooral vermoeidheid en bloedarmoede. Ook kunt u vaker infecties hebben, blauwe plekken en slijmvliesbloedingen in mond en neus. Daarnaast ontstaan soms klachten als botpijnen, gezwollen tandvlees en klachten als gevolg van vergrote lymfklieren en milt.
Gemiddeld zijn vijf jaar na de diagnose ongeveer 40-50 procent van de mensen met AML onder de zestig jaar nog in leven. Ben je boven de zestig jaar als de diagnose wordt gesteld, daalt dat percentage tot 20 procent.
De woekering van abnormale witte bloedcellen komt vooral tot uiting in: zwelling van de lever, de milt en de lymfeklieren. bot- of gewrichtspijn, zozeer zelfs dat het kind mank gaat lopen (dit is te wijten aan de woekering van leukemische cellen in het betrokken beenmerg)
Bij chemotherapie gaan ook gezonde cellen dood. Om weer voldoende gezonde stamcellen te krijgen en eventueel achtergebleven leukemiecellen te doden, kan je een stamceltransplantatie ondergaan. Er worden dan via een infuus gezonde stamcellen (van een donor) in de bloedbaan geplaatst.
Bij een acute leukemie is er een probleem bij het ontstaan en de ontwikkeling van witte bloedcellen. Het lichaam maakt witte bloedcellen aan in het beenmerg. In het beenmerg kan een woekering ontstaan van kwaadaardige, onrijpe witte bloedcellen (blasten). Die kunnen dan te vroeg in het bloed terecht komen.
Als de diagnose acute myeloïde leukemie wordt gesteld, bestaat de behandeling in de regel uit (intensieve) chemotherapie. Dit is echter wel afhankelijk van de lichamelijke conditie en leeftijd van de patiënt. Intensieve chemotherapie wordt toegediend tijdens 2 opnames van ieder gemiddeld 4 weken.
De oorzaak zijn meerdere fouten (mutaties) in het DNA van de stamcellen in het beenmerg. Deze mutaties ontstaan spontaan. Wel neemt de kans op deze mutaties toe door bestraling of blootstelling aan bepaalde chemische stoffen. Acute leukemie is niet besmettelijk en ook niet erfelijk.
CLL komt op iedere leeftijd voor, echter vooral bij patiënten ouder dan 60 jaar en vaker bij mannen dan bij vrouwen. Tot nu toe kan met chemotherapie geen volledige genezing worden bereikt.
Zoals eerder aangegeven is CLL een chronische ziekte, waar met normale medicijnen geen genezing kan worden gebracht. Wel is het zo dat mensen vaak vele jaren tot zelfs tientallen jaren met CLL kunnen leven. Zelfs een normaal leven kunnen leiden.
Myelodysplastisch syndroom (MDS) wordt ook wel myelodysplasie genoemd en staat voor een groep van beenmergstoornissen waarbij de productie van bloedcellen ernstig is verstoord. MDS is een zeldzame ziekte, die jaarlijks bij ongeveer 5 op de 100.000 mensen wordt vastgesteld.
Botpijn komt voor als er uitzaaiingen zijn in een van de botten van het skelet. Botpijn wordt vaak omschreven als een diepe, doffe pijn (zoals groeipijn) die je niet echt kunt 'aanraken'.
Bij CLL gaat er bij de ontwikkeling van de B-lymfocyten iets mis: de cellen worden kwaadaardig. De kwaadaardige witte bloedcellen lijken niet meer op normale witte bloedcellen. Ze blijven delen en ze gaan niet meer dood. Er komen daardoor steeds meer kwaadaardige witte bloedcellen bij.
Zonder behandeling word je snel ernstig ziek. Je kunt binnen weken of maanden overlijden. Chronische leukemie ontwikkelt zich veel langzamer. Ook is niet altijd meteen een behandeling nodig, soms pas na jaren zoals bij CLL of HCL.
Leukemie is een verzamelnaam van verschillende soorten bloedkanker. Leukemie is een ernstige vorm van kanker in de witte bloedcellen. De ziekte is in sommige gevallen erg gevaarlijk. Er zijn acute en chronische vormen van leukemie.
Bij acute leukemie rijpen de witte bloedcellen in het beenmerg niet uit. Bij chronische leukemie rijpen de cellen nog redelijk goed uit, maar werken ze niet helemaal normaal. Het soort bloedcellen dat ongecontroleerd gaat delen, bepaalt of het om lymfatische of myeloïde leukemie gaat.
Waar vroeger een stukje weefsel van de tumor nodig was om de cellen te analyseren, kan men nu tumordeeltjes in het bloed zien. Daarom spreekt men van een vloeibare biopsie. De vloeibare biopsie detecteert rondzwervend gemuteerd DNA, dat wordt afgegeven in het bloed door kankercellen.
Vaak worden de B-lymfocyten kwaadaardig. CLL ontstaat langzaam en hoeft vaak voor een lange tijd niet behandeld te worden. Als behandeling wel nodig is, kan ook deze fase nog jarenlang duren.
Bij veel hematologische kankers, zoals leukemie en non-hodgkinlymfoom, steeg de 5-jaarsoverleving tot ruim 80 procent. Maar voor mensen met acute myeloïde leukemie blijven de kansen om deze ziekte te overleven laag; maar 26 procent van de mensen met AML is na vijf jaar nog in leven.
Jeuk is vaak het eerste symptoom van de ziekte van Hodgkin en komt daarbij voor in een frequentie van 3 tot 25 pct. Ook bij mycosis fungoides komt jeuk dikwijls voor, daarentegen zelden bij leukemie.
erfelijke aanleg. blootstelling aan radioactieve straling. blootstelling aan bepaalde chemische stoffen, zoals benzeen. behandeling met bepaalde geneesmiddelen tegen kanker.
Bij een tekort aan rode bloedcellen heb je bloedarmoede (anemie). In de rode bloedcellen zit hemoglobine (Hb). Dit eiwit vervoert zuurstof en koolstofdioxide door het lichaam. Bij een tekort aan rode bloedcellen kunnen klachten ontstaan zoals vermoeidheid, duizeligheid, bleekheid en kortademigheid.