Rechts heeft voorrang
Op het water gaat stuurboord voor bakboord. Rechts heeft voorrang, net zoals dat vaak voorkomt op de weg. Als je in een vaargeul, met betonningen aangegeven, rechts (dus aan stuurboordzijde) van het hoofdvaarwater vaart, heb je voorrang op boten en schepen die het hoofdvaarwater op willen varen.
Varen moet je leren, het vergt vaardigheden en ervaring. Je moet kunnen aanleggen, met wind, golven en stroom weten om te gaan. Je schip in de hand kunnen houden in havens, sluizen en bij bruggen. Weten wat borden en boeien betekenen, en wat je moet doen als je andere schepen tegenkomt.
In principe is alle vaarwater rechts van het midden stuurboordwal. Kleine vaart moet voorrang verlenen aan grote/beroepsvaart en ruimte geven (indien mogelijk) aan een oplopend groot schip. De kleine vaart zal dichter aan stuurboordzijde van het vaarwater varen en de grote beroepsvaart zal dus meer in het midden varen.
Met vaarbewijs 1 mag je op rivieren, kanalen en kleine meren varen. In Nederland bestaat dit uit bijna alle binnenlandse wateren zoals bijvoorbeeld de Rijn, de Lek en de IJssel. Let wel op, het IJsselmeer, het Markermeer en de Waddenzee zijn hiervan uitgezonderd.
De boot mag niet sneller varen dan 13 kilometer per uur als je onder de 16 jaar oud bent. De boot mag ook niet langer zijn dan 7 meter zijn. In de praktijk komt dit vaak neer op een motor maximaal 2,5 PK.
Vanaf 16 jaar mag je een motorboot en zeilboot (langer dan 7 meter) besturen. Op 12-jarige leeftijd mag je met een open motorboot (niet langer dan 7 meter) varen die niet sneller kan dan 13 kilometer per uur (maximaal vermogen van 2,5 PK).
Wie heeft voorrang op het water? Degene aan stuurboordwal (rechts) gaat voor. Kleine schepen moeten voorrang verlenen aan grote schepen (groter dan 20m), passagiersschepen, veerponten en sleepboten. Beroepsvaart gaat voor pleziervaart.
Betekenis boeien
De markering die de recreatievaargeul aangeeft is herkenbaar aan de rood-witte en groen-witte strepen. Op grotere wateren als de Waddenzee, Westerschelde en de Noordzee worden gele boeien gelegd om de recreatiegebieden aan te geven. Dit doen we in verband met internationale regelgeving.
Grotere boten gebruiken een stuurwiel (soms zelfs meerdere), hiermee kost het minder kracht om het roerblad te bewegen. Als je het stuurwiel naar rechts beweegt gaat het roerblad naar rechts en de boot draait ook naar rechts.
Wat je aan boord moet hebben bij een snelle motorboot
Registratiebewijs; Dodemansknop (het koortje moet om); Reddingsvesten voor iedereen aan boord aanwezig; Minimaal een 2kg brandblusser.
Varend vanaf de bron naar bijvoorbeeld de zee liggen de rode boeien en tonnen in principe altijd aan uw rechterzijde en de groene aan uw linker zijde. Op kanalen en meren is de stroomrichting niet altijd duidelijk. Aan de hand van de boeien kunt u wel concluderen hoe de wetgever de stroomrichting ziet.
Op het water geldt voor snelle motorboten een landelijke maximumsnelheid van 20 km/h, tenzij ter plekke iets anders is aangegeven. Er zijn veel plaatsen waar de snelheid afwijkt. Op brede rivieren en grote meren mogen kleine schepen vaak sneller varen.
betond vaarwater, waarvan enkele bakens of boeien van een licht voorzien zijn.
De richting van het vaarwater
Laterale betonning zijn de rode en groene boeien die je op een rij op ongeveer gelijke afstand in het water ziet liggen. De markering kan ook als een walbaken op de oever staan. Ze geven de richting en breedte van het vaarwater aan.
De geel/zwarte betonning geven een obstakel of een ondiepte aan. De officiële benaming is cardinale betonning. Aan een kant moet je de ton niet passeren want daar is het gevaar of is er een ondiepte. Je passeert de ton aan de andere kant.
Deze boei markeert het diepste punt van het vaarwater. Je kunt hem veilig aan beide kanten passeren. De haven invarend, zie je aan stuurboord zijde een groen baken en aan bakboord zijde een rood baken.
Als je met je neus naar de punt van het schip staat zit baKboord linKs, en stuuRboord Rechts.
Varen zonder vaarbewijs
Wanneer kun je zo het water op? Je kunt varen zonder vaarbewijs op een boot met een maximale snelheid van 20 kilometer per uur en/of met een lengte van maximaal 15 meter. Overschrijdt de boot één van deze richtlijnen, dan moet je examen doen voordat je hier als schipper mee het water op gaat.
Oplopen: het naderen van een ander schip vanuit de sector van het heklicht. In het voorbeeld is schip a schip x aan het oplopen (als hij sneller vaart). Vertrekkend schip: een schip dat gaat varen nadat het heeft stilgelegen of was vastgevaren.
Met een 5 PK heb je namelijk de kans om harder dan 20 km/u te varen. Word je aangehouden in Nederland omdat je vaart zonder vaarbewijs, dan kost dat € 550,-.
Uit onderzoek is gebleken dat je met een motor met een maximaal vermogen van 4 pk meestal binnen de 20 kilometer per uur blijft. Met een boot met een vermogen van 6 pk of meer is de kans groter dat je harder vaart.
Voor het besturen van een open motorboot moet je minimaal 12 jaar zijn. Aan het besturen van een zeil- of roeiboot zit geen minimale leeftijd verbonden.