Ontwikkelingsfases van kind
Die ontwikkeling is in te delen in 11 fases. Bij elke ontwikkelingsfase van je kind horen veranderingen in gedrag en nieuwe vaardigheden die je kind gaat leren. En voor ouders horen bij elke fase dus nieuwe uitdagingen in de opvoeding. Let op: onderstaande leeftijden zijn gemiddelden.
In het schema ontwikkelingsaspecten en om- gevingsinteractie worden de volgende ontwik- kelingsgebieden onderscheiden: lichamelijke ontwikkeling, motorische ontwikkeling, cogni- tieve ontwikkeling, seksuele ontwikkeling, per- soonlijke ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.
De belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele– en de spraak- en taalontwikkeling. Lees alles over de groei en ontwikkeling kleuter en schoolkind.
Wat zijn ontwikkelingsfactoren? Zijn factoren die de ontwikkeling beïnvloeden. Ze spelen een rol in de ontwikkeling vanaf de conceptie. de maatschappelijke houding en waarden ten opzichte van de opvoeding en het gedrag van kinderen.
Tussen de 6 en 12 jaar leert het kind op school niet alleen lezen, schrijven en rekenen, maar ook steeds meer kennis (bijvoorbeeld geschiedenis en topografie). Als kinderen ouder worden leren ze ook om na te denken over hun eigen denken en leren. Ze kunnen daardoor ook nadenken over manieren om dingen te onthouden.
Ontwikkelingstaken zijn thema's die karakteristiek zijn voor een bepaalde levensfase en die bepaalde vaardigheden vragen. Ze worden bepaald door veranderingen die op biologisch, psychisch en sociaal gebied plaatsvinden bij het vorderen van de leeftijd.
Dit kan en doet je kind: 2 – 3 jaar
Je peuter snapt door jouw lichaamstaal hoe jouw humeur is. Hij kan zich steeds beter inleven in de gevoelstoestand van anderen. Je peuter herkent kleuren en vormen en kan die ook sorteren.
Hoelang de waarom-fase duurt verschilt per kind. Net als dat het verschilt op welke leeftijd het begint. Sommige kinderen beginnen op hun tweede al vragen op je af te vuren, andere pas in de kleutertijd.
Ook in het DMSP wordt een drietal fasen onderscheiden: de probeer- fase (6-12 jaar: sampling years), de specialisatiefase (13-15 jaar) en de investe- ringsfase (16+ jaar). Côté doet echter ook suggesties ten aanzien van de kwaliteit van de training.
Je peuter ontwikkelt zich razendsnel. Zowel op motorisch gebied als op lichamelijk, seksueel en emotioneel gebied. Je peuter gaat steeds meer begrijpen en steeds meer praten en krijgt interesse in zindelijkheid.
De motorische ontwikkeling is het proces waarbij een kind zijn spieren leert beheersen en gebruiken. De motoriek is onder te verdelen in twee soorten, maar deze zijn wel nauw met elkaar verbonden: De grove motoriek. Dit gaat om het bewegen en coördineren van het hele lichaam.
De psychologische ontwikkeling gaat over het denkvermogen, leren verbanden leggen, redeneren en de werkelijkheid begrijpen. Vroegtijdig betrokken ouders kunnen deze psychologische ontwikkeling voor een flink stuk verzekeren door hun kind te stimuleren en een veilige omgeving te creëren.
Fysieke ontwikkeling is de ontwikkeling van het vermogen om: bewegingen en gedachte processen te coördineren (psycho-motorische vaardigheden); verantwoordelijkheid nemen voor de groei, de werking en de gezondheid van het lichaam; tevreden worden met de lichamelijke beperkingen.
Bij sociaal-emotionele ontwikkeling gaat het om de ontwikkeling van het gevoelsleven en de persoonlijkheid, het leren omgaan met anderen en het aanleren van sociale vaardigheden. Dit leidt als het goed is tot sociaal en emotioneel welbevinden.
In de peutertijd krijgt je kindje door dat er ook andere mensen zijn in de wereld. Hij wordt zich bewuster van zichzelf en zijn relatie tot anderen. Dit noem je de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Wat is sensomotorische ontwikkeling? De sensomotorische ontwikkeling is het gebruik maken van zowel je zintuigen als de motoriek. Juist deze combinatie helpt kinderen te leren over zichzelf in relatie tot hun omgeving.
Ontwikkelingspsychologen onderscheiden veelal verschillende fasen in en aspecten van die ontwikkeling: fysieke, sociaal-emotionele, cognitieve, morele. Zo'n onderscheid is per definitie kunstmatig.
Lichamelijk ontwikkeling is dus een hele belangrijke voorwaarde voor motoriek, leren en sociaal-emotioneel gedrag. Het is logisch dat een baby bepaalde motorische vaardigheden (lopen, zitten, staan) nog niet beheerst, omdat het centrale zenuwstelsel, spieren en skelet nog onvoldoende ontwikkeld zijn.