Dit treedt alleen op bij hoge doseringen tramadol. Psychische klachten, zoals in de war zijn (verwardheid), moeite met slapen, nachtmerries en depressiviteit kunnen voorkomen. Heeft u hier veel last van, raadpleeg dan uw arts. Overgevoeligheid voor dit medicijn.
De meest voorkomende bijwerkingen van tramadol zijn misselijkheid, braken en obstipatie. Ook kan slaperigheid, verwardheid en hoofdpijn voorkomen. Minder voorkomende bijwerkingen zijn diarree, flauwvallen en vermoeidheid. Hartkloppingen, benauwdheid en jeuk of uitslag zijn ook minder voorkomende bijwerkingen.
Tramadol is een sterke pijnstiller voor matige tot ernstige pijn. Hoewel het een minder krachtige pijnstiller is dan bijvoorbeeld Fentanyl, is het bij apotheken alleen beschikbaar op recept. Door frequent en langdurig gebruik van Tramadol kan tolerantie ontstaan wat uiteindelijk kan leiden tot een verslaving.
Tramadol kunt u in 1 keer stoppen als u het kort heeft gebruikt. Gebruikt u het langer dan een maand? Dan kunt u vrij snel afbouwen. U neemt bijvoorbeeld elke week de helft van wat u eerder nam.
Gelijktijdig gebruik van alcohol of andere centraal depressieve stoffen (zoals anesthetica, antipsychotica, anxiolytica, hypnotica en sedativa) kan de depressieve werking van tramadol op het centrale zenuwstelsel versterken (meer kans op ademhalingsdepressie, versterkte sedering).
Tramadol is een sterke pijnstiller. Morfine, fentanyl en oxycodon zijn heel sterke pijnstillers. Bijwerkingen zijn suf zijn, moeilijk poepen, duizelig zijn en verslaving.
Niet iedereen die sterke pijnstillers gebruikt, krijgt er last van dat tramadol verslavend kan zijn. De kans op verslaving is het kleinst bij kortdurend gebruik en bij lagere doseringen. Maar ook bij een lage dosis, voorgeschreven door een arts, kan tramadol gevaarlijk zijn en leiden tot een verslaving.
Bij langdurig gebruik kan tramadol wel gevaarlijk worden, omdat je er dan verslaafd aan kunt raken. Je krijgt dan ontwenningsverschijnselen, waardoor de verleiding groot is om toch weer tramadol te blijven nemen. Ontwenningsverschijnselen van tramadol zijn onder andere: Onrust.
Volwassenen en kinderen > 12 j. Oraal: begindosering 50–100 mg iedere 4 tot 6 uur, maximaal 400 mg/dag. Volgens de NHG-Standaard Pijn, stap 3: zwakwerkend opioïd uit 2021, verder NHG-Standaard genoemd: volwassenen met acute nociceptieve pijn: start met 50 mg 1–2×/dag.
De werking van Tapentadol lijkt sterk op die van Tramadol, maar er zijn ook verschillen. De opioide werking van Tapentadol is sterker dan die van Tramadol. Tramadol remt echter niet alleen de opname van noradrenaline, maar ook die van serotonine, een andere signaalstof in de hersenen.
Tramadol is één van de zwakkere opiaten. Oxycodon is een sterker opiaat, net als morfine. De werking van oxycodon is dus beter dan die van tramadol. Behalve de werking zijn ook de bijwerkingen en het risico op verslaving hoger bij oxycodon versus tramadol.
Bijvoorbeeld morfine, oxycodon, fentanyl, tramadol en codeïne. Bij deze medicijnen mag u de eerste 2 weken niet (auto)rijden. Als u daarna gewend bent aan het medicijn mag u meestal wel (auto)rijden. Als u het medicijn alleen soms gebruikt, mag u in ieder geval 24 uur daarna niet (auto)rijden.
Het effect van codeïne en tramadol is dan ook minder sterk dan morfine zelf, vandaar dat ze zwakwerkende opioïden worden genoemd. De pijnstiller codeïne zorgt ervoor dat de pijnprikkels de hersenen niet of bijna niet bereiken. Codeïne wordt soms ook in lichtere dosis voorgeschreven bij een kriebelhoest.
Soms komen de volgende bijwerkingen van tramadol voor: Effecten op hart en bloedcirculatie, zoals hartkloppingen, snelle hartslag en flauwvallen. Maagklachten, opgeblazen en drukkend gevoel in de maag, diarree en braakneiging. Huidreacties, zoals jeuk en huiduitslag.
Medicijnen en drugs die het dopamineniveau kunstmatig verhogen, behoren hierdoor tot de meest verslavende stoffen. Alle opiaten, waaronder tramadol, oxycodon en morfine, hebben dit verslavende effect. Niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk door de werking op het dopaminesysteem.
De combinatie tramadol en alcohol wordt afgeraden. Alcohol versterkt de werking van tramadol. De kans op bijwerkingen neemt toe. Je voelt je mogelijk sneller slaperig of je hebt het gevoel dat je gaat flauwvallen.
De combinatie van tramadol en paracetamol wordt gebruikt bij matige tot ernstige pijn.
Ontwenningsverschijnselen. Ontwenningsverschijnselen en hun duur verschillen per middel en mate van afhankelijkheid. Tot de mogelijke verschijnselen behoren spasmodermie, misselijkheid, diarree, onrustigheid, rillen, transpireren en slapeloosheid. Deze kunnen enkele dagen tot in extreme gevallen een maand aanhouden.
De fysiotherapeut helpt u om rustig in beweging te komen én te blijven. In veel gevallen zal de arts ook een pijnstiller voorschrijven. Omdat paracetamol vaak goed werkt, is dat de eerste keus. Vermindert paracetamol de pijn onvoldoende, dan krijgt u een sterkere pijnstiller.
Begin altijd met paracetamol. Dit heeft de minste bijwerkingen. U kunt ook een gel met pijnstiller op uw rug smeren, zoals diclofenac gel of ibuprofen gel. Kijk bij pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen of diclofenac.
Neem contact op met uw arts als u één van de volgende symptomen ervaart tijdens het gebruik van Tramadol/Paracetamol: extreme vermoeidheid, gebrek aan eetlust, ernstige buikpijn, misselijkheid, overgeven of lage bloeddruk.
Tramadol wordt voorgeschreven bij ernstige pijn in de gewrichten. Het behoort net als codeïne tot de zwak werkende opioïden. De pijnstillende werking is wat minder dan echte morfine. Dat geldt zeker voor codeïne.
De hoogste score werd gehaald door de combinatie ibuprofen (400 of 200 mg) plus paracetamol (1000 of 500 mg). Interessant weetje: een kop sterke koffie bleek het effect van de meeste pijnstillers nog te versterken. Er werden geen noemenswaardige nevenwerkingen gemeld na eenmalige inname van de diverse pijnstillers.