Met behulp van deze video leer je alles over vijf verschillende leesstrategieën: oriënterend lezen, globaal lezen, studerend lezen, zoekend lezen en kritisch lezen. We vertellen je waarom je deze strategieën moet begrijpen en hoe je het zelf kunt toepassen.
Leesstrategieën zijn alle handelingen die een lezer onderneemt om op een effectieve en efficiënte manier een leesdoel te bereiken. Er zijn verschillende leesdoelen, maar op school is het leesdoel vaak om de tekst te begrijpen.
De 7 tekstdoelen
Nou: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren.
Een leesstrategie is een hulpmiddel om iets in een tekst beter te begrijpen. Een leesstrategie is dus geen leesdoel. Het doel van lezen is immers om iets in de tekst beter te begrijpen. Tekstkenmerken zoals kopjes, alinea's, en dergelijke zijn ook geen leesstrategieën.
Leesstrategieën helpen de leerlingen om actief met de tekst om te gaan en de aandacht te richten op de inhoud van de tekst. Voorbeelden hiervan zijn o.a. voorspellen, samenvatten of vragen stellen. De herstelstrategieën worden ingezet zodra de tekst niet goed begrepen wordt.
Wat is het verschil tussen leesmanier en leesstrategie? Een leesmanier is de manier hoe je de tekst leest.En een leesstrategie is een handigheidje om de tekst beter te leren begrijpen.
Om ze gemakkelijk te kunnen onthouden, worden de belangrijkste leesstrategieën vaak aangeduid als de '4 V's van begrijpend lezen': voorkennis, voorspellen, visualiseren, vragenstellen.
Veel leerlingen lezen graag strips. Stripverhalen bevatten humor en de korte zinnen en dialogen zijn voor zwakke lezers prettig leesbaar. De illustraties ondersteunen het verhaal en prikkelen de nieuwsgierigheid. Dit bevordert het leesplezier.
Veilig leren lezen kim-versie
Veilig leren lezen is een succesvolle methode voor aanvankelijk lezen en taal in groep 3. De vernieuwde didactiek van de kim-versie is bewezen effectief: de resultaten op de Cito-toetsen DMT, AVI en spelling zijn aanzienlijk beter dan het landelijk gemiddelde.
Er worden vaak vier tekstdoelen onderscheiden: amuseren, informeren, overtuigen en overhalen/activeren.
Tekstdoelen geven aan wat jij als schrijver wilt bereiken met jouw tekst. De 7 tekstdoelen zijn: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren.
Bij het behandelen van artikelen uit kranten, tijdschriften en andere media ontstaat er vaak verwarring tussen drie belangrijke tekstsoorten: uiteenzetting, beschouwing en betoog. Deze drie worden dan ook in dit artikel behandeld. Wil jij meer weten over de verschillende tekstdoelen? Lees dan dit artikel .
Die ordening van inhouden, de relaties tussen die inhouden en de manier waarop die relaties worden gemarkeerd, met signaalwoorden bijvoorbeeld, noemen we de tekststructuur. In informatieve teksten komen vijf structuren veel voor: beschrijving, chronologie, oorzaak-gevolg, probleem-oplossing en vergelijking.
De hoofdgedachte van een tekst is wat de schrijver van die tekst de lezer duidelijk probeert te maken. De hoofdgedachte geeft meestal in één of twee zinnen kort weer waar de tekst over gaat.
De meest effectieve leertechniek is het maken van oefentoetsen en gespreid oefenen. Ook effectief is het overlappend oefenen, zelf uitleggen en uiteenzettend ondervraagd worden.
Waarnemen en overdenken (reflecteren op de ervaring)Abstracte begripsvorming (leren van de ervaring)Actief experimenteren (uitproberen wat je hebt geleerd)
Wanneer je iets wilt hebben in een onderhandeling dat de ander niet wil geven, probeer het dan niet in een keer te grijpen maar beetje bij beetje. Dit heet de salami-techniek.