Voorbereidende fase: afhappen, kauwen en verzamelen van voedsel op de tong. Mondfase: vervoer van het voedsel naar de keel door een golvende beweging van de tong door de tongspieren. Het zachte gehemelte sluit de neusweg af en de slikreactie volgt. Keelfase: het voedsel vervolgt zijn weg door de keel.
2. De orale fase; dit is de fase waarbij het voedsel of de vloeistof in de mond is (willekeurig).
In deze fase wordt de voedselbrok verplaatst van de orofarynx naar de slokdarm door achtereenvolgende samentrekkingen van de spieren eromheen. Het zachte verhemelte en de huig worden opgelicht door de musculus levator veli palatini.
De positie van de tong tijdens het slikken is dezelfde als een goede tongpositie in rust. 1. Neem een klein hapje, kauwen, niet doorslikken, dan de tong omhoog en breed op de juiste plaats zetten, lippen spreiden, kiezen stevig op elkaar zetten en “doorbijten”.
Slikken is een taak die we per dag vele malen uitvoeren. In de orale fase wordt het voedsel fijngemalen en vermengd met speeksel. Aan het eind van deze fase wordt het voedsel door de tong naar de keelholte toegebracht. In de faryngeale fase wordt het voedsel van de mondholte naar de slokdarm toegebracht.
Slikken gebeurt globaal in vier fasen: Voorbereidende fase: afhappen, kauwen en verzamelen van voedsel op de tong. Mondfase: vervoer van het voedsel naar de keel door een golvende beweging van de tong door de tongspieren. Het zachte gehemelte sluit de neusweg af en de slikreactie volgt.
Slikken en verslikken
Slikken doen we zeer vaak; zo'n 3000 keer per dag. Naast het doorslikken van eten en drinken, slikken we ons speeksel weg. Overdag doen we dit zo'n twee keer per minuut, 's nachts een keer per minuut.
Met je tong tegen je gehemelte en je lippen op elkaar ga je automatisch door je neus ademen, en dit komt je algemene gezondheid en je tanden dan weer ten goede. De tanden rusten zachtjes op elkaar in deze houding of raken elkaar net niet.
Slikproblemen komen vooral voor bij spierziekten, na een beroerte, bij de ziekte van Parkinson, bij afwijkingen van de slokdarm en na behandeling van kanker in de mond of keel. Slikproblemen kunnen vanzelf weer over gaan. Behandeling is lang niet altijd nodig.
Bij pijn bij slikken is er sprake van een irritatie van de slijmvliezen in de keel. Dit geeft vaak een pijnlijk gevoel in de keel. Vaak gaat het slikken en spreken wat lastiger. Bij heftigere keelpijn kan er sprake zijn van een keelontsteking, waarbij meer klachten en ook koorts of opgezette klieren kunnen ontstaan.
Bij slikproblemen kunt u eten en/of drinken niet goed doorslikken. U verslikt zich vaak of het eten blijft 'hangen' in uw mond, keel en/of slokdarm. Slikproblemen kunnen vanzelf weer over gaan. Behandeling is lang niet altijd nodig.
De voedselbrok of het vocht wordt doorgeslikt. Dit doorslikken gebeurt reflexmatig. Tijdens dit zogenaamde 'slikreflex' wordt de luchtpijp afgesloten door het strotteklepje. Hierdoor komt het eten of drinken niet in de luchtpijp of de neus terecht, maar in de slokdarm.
De tong wordt dan tussen de tanden geperst. Doordat de tong telkens tegen de tanden duwt, kunnen die scheef gaan staan. Ook tijdens het spreken kan de tong tussen de tanden komen. Slissen is het gevolg; het spreken wordt er vaak onduidelijk van.
De orale fase is, volgens Freud, de eerste fase in de psychoseksuele ontwikkeling en heeft betrekking op de eerste 21 maanden van het leven.
Het zachte gehemelte met de huig sluit de keel af van de neus, zodat het drinken er niet via de neus weer uit gaat.
Als een oudere persoon zieker of zwakker wordt, is extra aandacht voor het slikken wel noodzakelijk. Een slikbeweging duurt gemiddeld 1 tot 2 seconden. Op die korte tijd werken veel spieren en zenuwen samen om het voedsel, het drinken en/of het speeksel veilig van de mond naar de slokdarm te brengen.
Overleven zonder tong is erg moeilijk, omdat het orgaan nodig is om te kauwen en slikken.
Stress of angst kan ervoor zorgen dat je (onbewust) de spieren in de hals en keel aanspant. Dit kan een brokgevoel in de keel veroorzaken. Sommige mensen slikken heel bewust speeksel en slijm door dat gedurende de hele dag geproduceerd wordt. Door dit bewust slikken, de hele dag door, kan ook een brokgevoel ontstaan.
Slikken doen we zeer vaak: speeksel wordt overdag twee maal per minuut weggeslikt en tijdens slaap ongeveer eenmaal per minuut. Slikken lijkt eenvoudig, maar is in werkelijkheid een zeer ingewikkeld samenspel van diverse spieren en zenuwen. Hierbij spelen timing, coördinatie, gevoel en spierkracht een grote rol.
Je tong moet losjes tegen je boven gehemelte(bovenkaak) liggen. Ontdek de juiste plek voor je tong. Als je de juiste plek voor je tong hebt gevonden, dan moet je je tong 'leren' om altijd op deze plek te liggen. Dit kun je oefenen door er zo vaak mogelijk aan te denken.
Bij last van stress kunt u de volgende klachten ervaren:
Versnelde afbraak van het steunweefsel van tanden en kiezen. Mondzweren. Mondbranden. Droge mond.
Een witte tong wordt voornamelijk veroorzaakt door plaque die op de tong achterblijft. De tong bestaat uit meerdere soorten papillen. Tussen deze papillen nestelen zich de plaque bacteriën. De plaque bacteriën die zich op de tong nestelen geven de tong een witte, soms gele, kleur.
Slikproblemen herkennen
Verslikken, hoesten, kuchen tijdens het eten of drinken. Speeksel, eten of drinken loopt uit de mond. Moeite met het bewegen van de tong of met het kauwen. Moeite met het inzetten van een slikbeweging.
Als u zich (vaak) verslikt, kan voedsel in uw longen terecht komen. Hierdoor kunt u een longontsteking krijgen. Rijnstate heeft een multidisciplinair slikteam om slikstoornissen te onderzoeken. Bij onbegrepen klachten kan nader onderzoek diagnostische informatie opleveren.