Voor het vak Nederlands in het Nederlandse onderwijs gelden de referentieniveaus taal (1F, 2F, 3F en 4F). Niveau 2F geldt als eindniveau voor de opleidingen op niveau mbo-2 en -3. Het niveau B1 van ERK/CEFR is sterk vergelijkbaar met niveau 2F. Niveau 3F geldt als eindniveau voor havo en mbo-4.
havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
3F, wat moet je kunnen? Als je doorklikt zie je wat je voor Nederlands moet kunnen aan het eind van de havo, het mbo of klas 4 vwo.
Nederlands referentiekader van taalniveaus
Niveau 1F: "basisgebruiker", basisonderwijs. Niveau 2F: "onafhankelijke gebruiker", VMBO, MBO-1, MBO-2 en MBO-3. Niveau 3F: "onafhankelijke gebruiker", HAVO en MBO-4. Niveau 4F: "vaardige gebruiker", VWO.
Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. De overgrote meerderheid van de bevolking begrijpt teksten op taalniveau B1. Ook mensen die geen (hoge) opleiding hebben gehad. Een tekst op B1-niveau bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen gebruikt.
Niveau 1S / 2F (streefniveau)
Kan teksten lezen over alledaagse onder- werpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de lezer en over onder- werpen die verder van de lezer afstaan.
niveau 3F: niveau dat leerlingen na afronding van HAVO of MBO-4 bereikt moeten hebben. niveau 3S: niveau voor vwo-leerlingen die bij rekenen meer aankunnen dan 3F. niveau 4F: niveau dat leerlingen na afronding van het VWO bereikt moeten hebben. niveau 4S: niveau voor vwo-leerlingen die bij taal meer aankunnen dan 4F.
Wie de toets niet meteen haalt wordt niet meteen ontslagen. Er zijn twee toetsmogelijkheden voor de bijscholing. Na de bijscholing volgt nog één toets met nog één herkansing.
Taalniveau C2
Beheersing – kan zonder moeite alles begrijpen wat hij/zij hoort of leest en kan zichzelf spontaan, zeer vloeiend, precies en genuanceerd uitdrukken, ook in meer complexe situaties.
Verschillen in taalniveaus
Het niveau 1F is niet hetzelfde als het niveau A2. En zo is het niveau 2F ook niet hetzelfde als het niveau B1. Dit komt omdat de taalgebruiker met het niveau 1F of 2F is opgegroeid met de Nederlandse taal. Hierdoor heeft hij in zijn opvoeding al veel woorden geleerd.
Taaleis Wet IKK
Alle Nederlandse diploma's vanaf mbo-niveau 4 gelden als voldoende bewijs voor de taaleis. Bij mondelinge vaardigheid voldoet taalniveau 3F.
Onderscheid 2F en 3F
De referentieniveaus 2F en 3F onderscheiden zich in de mate van abstractie, nabijheid en complexiteit. Op niveau 2F zijn de onderwerpen concreter en meer vertrouwd dan op niveau 3F. Niveau 3F kent meer complexe teksten, met een hoger abstractieniveau.
Taalniveau 3F verwijst naar het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen en niveau B2 verwijst naar het Europees Referentiekader voor Talen. Beide taalniveaus worden in de praktijk gebruikt, maar er zijn nagenoeg geen verschillen tussen niveau 3F en B2 op het gebied van mondelinge taalvaardigheid.
In het secundair volwassenenonderwijs kunt u cursussen volgen van de 2de en 3de graad BSO en TSO. Vroeger noemde men dit 'B2'. Het omvat ook het studiegebied 'Algemene Vorming' (het vroegere tweedekansonderwijs). Zo is het mogelijk om een volwaardig diploma secundair onderwijs te behalen.
taalniveau C2
C2 is het taalniveau van zeer taalvaardige mensen. Ze begrijpen eigenlijk alle teksten.
De taaltest van WEP geeft je een duidelijk idee van je niveau en kennis van de vreemde taal in kwestie. Op het einde van de test krijg je meteen het resultaat. We maken gebruik van het Europees Referentiekader voor Talen (ERK) om je resultaat te bepalen.
2 (volledig C1-niveau). Kan vrijwel alles wat hij hoort of leest gemakkelijk begrijpen. Kan informatie die afkomstig is van verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten, argumenteren reconstrueren en hiervan samenhangend verslag doen.
De referentieniveaus (1F, 2F) kunnen op dezelfde manier worden geïnterpreteerd als bij Nederlands. Het instroomniveau in de brugklas moet hoger zijn dan 1F om het eindniveau van het rekenexamen (2F, oftewel score 91 of hoger) met enig gemak te kunnen halen.
Taalniveau A1 (heel eenvoudig)
Dat betekent: je begrijpt eenvoudige woorden en zinnen die gaan over vertrouwde onderwerpen. Je kan jezelf bijvoorbeeld voorstellen of uitleggen waar je woont. Je gesprekspartner moet langzaam praten en ook af en toe woorden of zinnen herhalen of uitleggen.
De Cito-toets Begrijpend lezen is er vanaf eind groep 3. De meeste kinderen hebben dan het technisch leesniveau behaald waarbij ze op eind groep 3 niveau lezen.
Basisschool: niveau 1F en 1S
Voor taal staat 1S gelijk aan de tweede stap in het basisniveau: 2F. Bij taal op niveau 1F moet je denken aan teksten met een eenvoudige structuur en met vaak gebruikte woorden. Bij 2F zijn de teksten iets ingewikkelder. Bij rekenen wordt op niveau 1F met eenvoudige getallen gerekend.
Leerlingen in het basisonderwijs moeten minimaal niveau 1F halen, het streefniveau is niveau 1S (gelijk aan 2F). Voor leerlingen die niveau 1F niet halen, moet een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld.