Dyslectische mensen zijn over het algemeen sterk in driedimensionaal denken. Ze kunnen een voorwerp dat ze maar van één kant zien, als het ware in hun hoofd van alle kanten bekijken. Ze weten dan toch hoe dat voorwerp er van andere kanten uit zal zien.
Er gaat iets mis in de aanleg van de hersenen waardoor de linker hersenhelft langzamer ontwikkelt dan de rechter helft. Een deel van de informatieverwerking in de hersenen verloopt niet snel genoeg. Verlaagde activiteit in de hersengebieden voor woordherkenning en woordanalyse.
Meestal worden de kenmerken van dyslexie duidelijk vanaf een jaar of 7. Kinderen hebben dan moeite met klanken in de goede volgorde zetten, zoals dorp of drop. Maar ook bij cijfers: 12 en 21. Kinderen kunnen de letter d en b door elkaar halen, vinden hardop lezen vaak niet leuk en lezen vaak 'radend'.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, het komt voor bij zowel mensen met hoge, gemiddelde of lage intelligentie. Vaak wordt dyslexie geconstateerd als er verder geen andere oorzaken worden gevonden voor lees– en schrijfproblemen.
Albert Einstein en Leonardo da Vinci hadden dyslexie. Dat is niet zomaar toeval, volgens de auteurs van Dyslexie als kans. Mensen met dyslexie hebben namelijk een andere hersenstructuur. Die zit ze vaak in de weg, maar biedt ook grote voordelen.
Over de oorzaken van dyslexie is wetenschappelijk geen eenduidigheid, maar duidelijk is, dat meerdere factoren een rol spelen. Dyslexie is een onzichtbare handicap, die in het onderwijs helaas nog steeds voor veel problemen zorgt. Dyslexie gaat niet over, maar speelt een rol in de hele levensloop.
De dyslexie zal nooit helemaal overgaan. Het is aannemelijk dat de leerling nog steeds in aanmerking komt voor ondersteuning op niveau 2, en wellicht ook op niveau 3. Met de behandelaar kan worden afgestemd over de manier van oefenen en welke materialen daarvoor geschikt zijn.
Zaakvakken: het lezen van lange stukken tekst
Het lezen van lange stukken tekst, zoals bij geschiedenis, is ook moeilijker als je dyslexie hebt. Een eerste tip: lees je leerwerk hardop voor. Je neemt dan goed in je op wat er staat, en zo leer je beter. Maak van lange stukken tekst een samenvatting of mindmap.
Dyslexie gaat nooit over. Je kunt wel leren om er minder last van te hebben. Daarnaast kan het veel oefenen helpen om steeds iets beter te worden in het lezen en spellen. Niet ieder kind met dyslexie heeft veel moeite met zowel het lezen als de spelling.
Dyslectische mensen zijn over het algemeen sterk in driedimensionaal denken. Ze kunnen een voorwerp dat ze maar van één kant zien, als het ware in hun hoofd van alle kanten bekijken. Ze weten dan toch hoe dat voorwerp er van andere kanten uit zal zien.
Mensen met dyslexie hebben vaak een sterk ontwikkeld visueel geheugen. Dit helpt om innovatief en creatief te denken. Ook leggen ze sneller verbanden en leren ze om zichzelf op een andere manier uit te drukken dan met taal.
Dyslexie en hoogbegaafdheid
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten. Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen. Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)
Om een zo hoog mogelijk lees- of spellingniveau te bereiken is een taakgerichte benadering belangrijk. De instructie moet gericht zijn op het lezen en spellen. Met andere woorden, lezen leer je vooral door te lezen, spellen door te spellen.
Een particuliere school kan een goede oplossing zijn voor een kind met dyslexie. Reguliere scholen hebben vaak grote klassen, waardoor weinig plaats is voor individuele begeleiding. Op een particuliere school daarentegen zijn kleine klassen het uitgangspunt. Daardoor is veel meer individuele aandacht mogelijk.
Er is geen apart 'attest dyslexie' meer. In overleg en mits toestemming bezorgt het CLB-team dit HGD-verslag aan het zorgteam van de school en aan externe betrokkenen. Dit verslag kan gebruikt worden bij verwijzing voor begeleiding en voor het opstellen van redelijke aanpassingen op school.
Dyslexie heeft niet alleen gevolgen voor het leren van de talen, maar ook voor de vakken waar veel lezen bij te pas komt. Leerlingen met dyslexie moeten daar, in vergelijking met hun klasgenoten met eenzelfde intelligentie, onevenredig veel energie insteken.
Hij was linkshandig en dyslectisch – hij maakte vaak spelfouten of schreef in spiegelschrift – terwijl zijn spraakvermogen in zijn rechterhersenhelft zat. Bij meer dan 95 procent van de mensen zit dat links. Allemaal typisch voor ADHD.
Het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie pleit voor het gebruiken van een niet-cursief lettertype zonder versieringen, van lettergroottes van 12 of 14 en van voldoende afstanden tussen letters, woorden en tekstregels.
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
In de eerste drie leerjaren van havo en vwo zijn zowel Frans als Duits verplicht. Er kan geen ontheffing worden verleend aan leerlingen met dyslexie (artikel 21), maar een aangepast programma is wel mogelijk voor Frans en/of Duits, die wordt ook wel gedeeltelijke dispensatie genoemd (zie hieronder).
Kan dyslexie worden vastgesteld bij hoogbegaafde leerlingen? Het antwoord hierop is ja. Het is opvallend dat er zo veel vragen zijn over het vaststellen van dyslexie bij hoogbegaafde kinderen.