Vriendschap is in die zin voor Aristoteles zelfs belangrijker dan rechtvaardigheid, want onder vrienden is rechtvaardigheid niet meer nodig. De vrienden geven namelijk om elkaar omwille van elkaar, wat meningsverschillen weliswaar niet opheft, maar belangenconflicten wel binnen de perken houdt.
Aristoteles zegt: vriendschap is wederzijds elkaar het goede toewensen (en dat van elkaar weten), omwille van het nuttige, of het aangename of het goede. Je kunt dus met iemand bevriend zijn omdat hij of zij nuttig voor je is, omdat hij of zij aangenaam voor je is, of omdat hij of zij goed voor je is.
Aristoteles' begrip van vriendschap is gegrondvest op de premisse dat mensen alleen liefhebben wat beminnelijk is , dat wil zeggen, dat wat liefde waard is of dat lijkt te zijn: 'Want het lijkt erop dat niet alles bemind wordt, maar [alleen] dat wat beminnelijk is, en dat is óf goed, óf aangenaam, óf nuttig' (N. Ethics 1155b).
In een van zijn bekendste theorieën stelt Aristoteles dat alles in de natuur een bepaald doel dient. Zo bestaat een appelpit om uit te groeien tot een boom. Voor mensen geldt hetzelfde: een baby heeft als doel om uit te groeien tot een volwassen, gelukkig mens.
En wat is het verschil tussen vriendschap en andere vormen van liefde? Volgens Plato (427-347 v. Chr.), naar wie de term 'platonisch' verwijst, draait vriendschap niet om lust, maar om de zoektocht naar schoonheid en wijsheid.
Wees langzaam om in vriendschap te vallen, maar als je er eenmaal in zit, blijf dan standvastig en constant . Als je niet krijgt wat je wilt, lijd je; als je krijgt wat je niet wilt, lijd je; zelfs als je precies krijgt wat je wilt, lijd je nog steeds omdat je het niet voor altijd kunt vasthouden.
Aristoteles; “Plezier in je werk zorgt voor perfectie in het werk.” Plato; ”Het begin is het belangrijkste deel van het werk.”
Van de vele argumenten uit De Anima die hieruit zijn gehaald voor specifiek religieuze doeleinden, is er geen belangrijker dan Aristoteles' argument voor de onsterfelijkheid van de ziel , die hij rechtvaardigt met de stelling dat het actieve principe van onze geest geen overeenkomstig lichaamsorgaan heeft.
Filosofie is voor Aristoteles het streven naar de ware kennis van alles wat noodzakelijk en onveranderlijk is. De weg daartoe is de studie van het concrete en het individuele. In tegenstelling tot Plato leert Aristoteles dat het bereiken van inzicht in het wezen der dingen niet buiten de zintuiglijke waarneming om kan.
De beste soort vriendschap is er een waarin de ander geliefd wordt en zijn/haar goede kanten worden bevorderd, “om hunnentwil.”23 Ook al zou de ander niet geliefd zijn als hij/zij niet goed was, dan betekent dat nog niet dat hij/zij niet om zijn/haar wil geliefd wordt.
Vriendschap is een nauwe relatie of verhouding tussen twee of meerdere mensen. Hierbij speelt het geslacht geen rol en daarnaast seksualiteit vaak ook niet. Het belangrijkste waarop een goede vriendschap gebouwd is, is vertrouwen en onvoorwaardelijkheid.
In Aristoteles' visie zijn alle dingen met het verstand te begrijpen. Hiermee sluit hij aan bij Socrates gedachte over het kennen van algemeen geldende waarheid aangaande goedheid en deugd.
Aristoteles ziet op gebruik gebaseerde vriendschap als de laagste soort vriendschap. Mensen kunnen een niveau van algemene beleefdheid en elementaire, wederzijdse hulp bereiken met deze vriendschap, maar het is de vorm van vriendschap die het meest vatbaar is voor egoïsme en instabiliteit - het valt uiteen zodra het gebruik niet langer bereikt.
In filosofische verslagen van vriendschap komen verschillende thema's consistent terug, hoewel verschillende verslagen verschillen in de precieze manier waarop ze deze verwoorden. Deze thema's zijn: wederzijdse zorg (of liefde), intimiteit en gedeelde activiteit ; deze zullen op hun beurt worden besproken.
Diepe vriendschap
Wanneer een vriendschap eenmaal gevestigd is, is intimiteit datgene wat ons bij elkaar houdt. Wederzijds begrip, authenticiteit, vertrouwen, loyaliteit, zorgzaamheid, hulp in tijden van nood – het zijn allemaal belangrijke ingrediënten voor een langdurige, diepe vriendschap.
Aristoteles' concepten zijn functie, classificatie en hiërarchie ; hij gebruikt deze concepten om alles te verklaren. Terwijl de moderne wetenschap de nadruk legt op wetten, benadrukt Aristoteles de zoektocht naar nauwkeurige definities van dingen in termen van hun essentiële eigenschappen.
Aristoteles wordt beschouwd als de meest universele denker van de oudheid. Hij schreef honderden werken over uiteenlopende onderwerpen. Zo schreef hij niet alleen over biologie, maar ook over de basisprincipes van de natuurwetenschap, politiek, ethiek, logica, wiskunde en kunst.
Alle levende wezens hebben volgens Aristoteles een ziel; ze zijn bezielde, 'gevormde' materie.Die ziel zit echter in het dier, die is het dier.
1. “Jezelf kennen is het begin van alle wijsheid.”
Kortom, liefde en vriendschap kunnen bij Aristoteles het beste worden begrepen als iets dat geen verplichtingen met zich meebrengt of gebaseerd is op verwantschap, maar als een altrustisch verlangen dat, wanneer het beantwoord wordt, resulteert in een toestand die Aristoteles, en de Grieken in het algemeen, philia noemden.
Socrates quotes
' 'Wie met weinig kan leven is heel rijk. ' 'Onwetendheid is de bron van alle kwaad. ' 'Van velden en bomen kan ik niets leren; mijn leraren zijn mensen. ' 'Een leven dat niet onderzocht wordt, is het leven niet waard.
Dé basis van echte vriendschap is wederzijds vertrouwen. Je geeft jezelf een beetje bij beetje bloot, en je bekijkt hoe de ander ermee omgaat. Als jullie respectvol met elkaars geheimen omgaan, is dat erg waardevol voor jullie band. Het is fijn om iemand te kunnen vertrouwen, maar ook om vertrouwd te worden.
Volgens vriendschapsonderzoeker Lydia Denworth heeft de wetenschap drie minimale factoren voor een kwalitatieve vriendschap gevonden: "Het moet aan deze drie minimale dingen voldoen: het is een stabiele, langdurige band; het is positief; en het is coöperatief - het is behulpzaam, wederkerig, ik ben er voor jou, jij bent er voor mij ."