De wolken ontstaan wanneer op grote hoogte koudere lucht binnenstroomt en ook dan loopt het vaak uit op neerslag. De wolken met het uiterlijk van torentjes (altocumulus castellanus) zijn een voorbode van onweer. De structuur van de mooie vlokken (altocumulus floccus) betekent dat er slecht weer op komst is.
Met wolken zelf het weer voorspellen
Zoals vederwolken die als lange witte veren hoog in de lucht staan. Als je deze wolken ziet slaat het weer binnen 24 uur om. Vooral als ze uit het westen komen, betekent dit regen. Stapelwolken of schapenwolken zien eruit als plukjes watten.
Cirruswolken bestaan voornamelijk uit ijs en komen voor op 6 tot 12 kilometer hoogte. Ze zien er soms uit als windveren of sluierwolken, zo dun dat ze het zonlicht nog doorlaten. Deze wolken zijn vaak te zien als het (nog) mooi weer is.
Cumuluswolken zijn altijd een teken van onstabiele lucht over een bepaalde hoogte, hoe hoger deze onstabiliteit reikt, hoe hoger ook de cumuluswolken zullen groeien. Met onstabiliteit verstaan we simpelweg lucht die warmer is dan zijn omgeving en naar boven stijgt.
Bij een gewone wolk (zonder regen) verdampen de onderste kleine druppeltjes. Het worden dan gasmoleculen (waterdamp) en die zijn onzichtbaar maar blijven ook zweven. Hoger in de lucht is het kouder, daar worden de gasmoleculen weer druppeltjes. Dit zien we als een wolk.
d.w.z. zeer verheugd zijn. Vgl. Harrebomée II, 478: Hij is in (door, of boven) de wolken. Men zegt dit, als iemand bovenmate vrolijk is.
Een wolkbreuk ontstaat als buien lang boven een bepaald gebied blijven hangen doordat het weinig waait. Wolken regenen dan leeg boven één plek. In korte tijd valt er een enorme hoeveelheid water uit de lucht: minstens 25 millimeter in een uur of minstens tien millimeter in vijf minuten.
Elke onweersbui begint als een kleine stapelwolk. Een stapelwolk heeft een bloemkoolachtige structuur, met scherpe omrandingen. Als de stijgende bewegingen sterk genoeg zijn, groeit de stapelwolk uit. De wolk wordt groter en de onderkant wordt donkerder.
Het voelt vochtig aan, maar het is niet zacht om aan te raken. Wel is het water (kokend) heet en daarom moet je niet proberen om het aan te raken. Wolken daarentegen zijn koud en op een mistige dag kan je gerust proberen om de wolken aan te raken. Je loopt dan letterlijk met je hoofd in de wolken.
Siebesma: “Een cumuluswolk bevat gemiddeld één gram water per m3. Als we voor het gemak een wolk van één km3 nemen – dat is één km lang, breed en hoog – betekent het dat er in een bloemkoolwolk al snel een miljoen kilogram water zit.” Omgerekend zijn dat zo'n 200 olifanten.
Engelen geven je graag boodschappen via tekens en signalen.
Op allerlei mogelijke manieren doen zij hun best om jou te begeleiden en omdat zij precies weten wat het hogere doel voor jou is zullen zij op verschillende manieren boodschappen doorgeven om jou de weg te wijzen.
Betekenis van bruine veren
Bruine veren zijn een teken van aarding en verbinding met de natuur. Als je een kleine veer/veertje vindt, word je opgeroepen om je dieper met de aarde te verbinden. Bruine veren staan ook bekend om hun stabiliteit en veiligheid.
Telkens wanneer je de aanwezigheid van je beschermengel om je heen voelt, vertrouw erop dat je engel je een boodschap van onvoorwaardelijke liefde brengt. De engelentekens die je ziet, zijn bedoeld om je te helpen herinneren dat je echt en volledig geliefd bent.
Let op een REGENBOOG in het westen
De meeste storm fronten bewegen van west naar oost en een regenboog in het westen betekent vocht, wat in kan houden dat er regen onderweg is. Andersom betekent een regenboog in het oosten tegen zonsondergang dat de regen wegtrekt en je uit mag kijken naar zonnige dagen.
Volgens boeren worden koeien rusteloos en gaan soms liggen om een droge plek te hebben. Bijen en vlinders lijken te verdwijnen bij de bloemen, ze zoeken een plek om te schuilen tegen komende regen.
Dotjes. De 'schaapjes' ontstaan wanneer de luchtvochtigheid toeneemt. Koude lucht kan minder vocht bevatten dan warme lucht, dus op deze hoogte raakt de lucht al snel verzadigd en ontstaan (zichtbare) waterdruppeltjes die samenklonteren. Wanneer er ook niet al te veel wind bij staat, vormen zich die kenmerkende dotjes.
Daar vriest het, zodat neerslag die uit zulke hoge wolken komt uit ijsklontjes of sneeuwvlokken bestaat. Onderweg kunnen deze klontjes door hogere temperaturen ontdooien, zodat het effect regen is. Is het echter erg koud, dan smelt de neerslag niet en ervaar je dit als sneeuw of hagel.
Bewegende en drijvende wolken
De waterdamp condenseert en er ontstaat een wolk. Zolang de lucht, in de wolk zelf, warmer is dan de lucht om de wolk heen blijft deze drijven. Wolken bewegen door de wind en of de verschillende luchtstromen in de lucht. Wolken bereiken hiermee soms wel een snelheid van 60 km/h.
Soms kan je zelf vaststellen dat een aantal wolken van het zuidwesten naar het noordoosten waait (een zuidwestenwind dus), terwijl andere wolken zich verplaatsen van het zuidoosten naar het noordwesten (een zuidoostenwind). Een prachtig voorbeeld van "tegengestelde windrichtingen" vind je hier.
Hoe kouder, des te minder onweer. In Groenland onweert het vrijwel nooit. En op de Zuidpool zijn gebieden waar het echt nog nooit heeft geonweerd. In ons land onweert het gemiddeld op 25 tot 30 dagen per jaar.
Als een boom naast je huis wordt geraakt kan de spanning via de leidingen in de grond, zich naar je huis verplaatsen en slaat door op je elektrische apparaten. Als bliksem thuis inslaat kan er brand ontstaan, muren kunnen scheuren of inzakken.
Het Europees grondgebied krijgt gemiddeld 350 dagen per jaar te maken met bliksem. Dat wil zeggen dat er elke dag wel ergens in Europa een blikseminslag is. Augustus blijft in West-Europa de maand met de meeste blikseminslagen.
Voor het weerbeeld spelen wolken een belangrijke rol of zijn ze zelfs bepalend. Zo brengen sommige wolken langdurige neerslag terwijl bij andere wolken de zon nog goed zichtbaar is. Wolken beïnvloeden ook de hoeveelheid zonnestraling die op het aardoppervlak valt en de aardse uitstraling.
Als de temperatuur boven de 0 graden is, dan bestaat de wolk uit waterdruppeltjes. Als de temperatuur onder de 0 graden is, dan bestaat de wolk uit onderkoelde waterdruppeltjes en ijskristalletjes. Als de temperatuur onder de -40 graden komt, dan bestaat de wolk alleen nog maar uit ijskristalletjes.
Neerslag als regen en sneeuw ontstaat alleen als er wolken zijn. En al valt de regen meestal uit grote, dikke wolken, het kan ook regenen bij dunne bewolking. Als de wolken maar ijskristallen bevatten waar de regen uit ontstaat, en dat is bij hoge, dunne bewolking vaak het geval.