Comfort (troost en bemoediging) : De behoefte aan warmte, tederheid en troost van anderen. Vooral wanneer iemand zich alleen, onveilig of angstig voelt. Identiteit: De behoefte om te weten wie je bent en een goed gevoel te hebben over jezelf.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
Mensen met dementie hebben moeite met het verwerken van informatie. Ze weten niet meer wat voor dag het is, halen namen door elkaar en raken spullen kwijt. Ook kan het gedrag veranderen. Iemand wordt bijvoorbeeld snel boos.
Ook het kleurenspectrum verkleint bij mensen met dementie. Koude kleuren zoals blauw, groen en paars zijn moeilijker te onderscheiden dan warme kleuren zoals rood, geel en oranje. Een kleurcodering waarin blauw naast paars gezet wordt doe je beter niet.
Een van de belangrijkste gevolgen van dementie is een slikstoornis. Je naaste kan dan moeilijk slikken. Dat kan leiden tot eetproblemen. Als je naaste moeite heeft met eten of slikken, zal de arts eerst onderzoeken hoe dat komt.
Veel mensen met dementie vertonen veranderd gedrag en veranderingen in hun karakter. Jouw naaste kan zich bijvoorbeeld passief gaan gedragen of juist heel onrustig. De verschijnselen van dementie verschillen per persoon en per ziekte. Dit vergt veel aanpassingsvermogen van jou en kan veel vragen opleveren.
Mensen met dementie leven gemiddeld 6,5 jaar met de ziekte. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal als de ernst van de klachten toe. Er is geen genezing mogelijk voor dementie. Uiteindelijk overlijdt een patiënt aan de gevolgen van dementie.
De verwerking van informatie in de hersenen raakt verstoord. Kenmerkend voor dementie is dat de beschadigingen in de hersenen verergeren en dat iemand met dementie steeds verder achteruitgaat in functioneren. Dementie is een ziekte die niet te genezen valt.
Bij interactieroepen is er iets onaangenaams in de omgeving aanwezig, waardoor de dementerende roept. Sommige dementerenden praten dan weer hardop in zichzelf om weer een soort van contact met zichzelf te krijgen.
Bij dementie gaan steeds meer zenuwcellen in de hersenen en/of verbindingen tussen deze zenuwcellen kapot. Hierdoor kunnen de hersenen niet goed meer functioneren. Bij sommige mensen met dementie kan de achteruitgang heel snel verlopen, terwijl anderen nog jarenlang een relatief gewoon leven kunnen leiden.
Ongeveer 74% van de mensen met dementie woont thuis en wordt verzorgd door een naaste. In totaal zijn er 350 duizend mantelzorgers die zorgen voor iemand met dementie.
De meest voorkomende soorten dementie zijn:
Ziekte van Alzheimer. Vasculaire dementie. Frontotemporale dementie. Lewy body dementie.
Bij het ontstaan spelen veel verschillende factoren een rol. Veel van die factoren spelen ook een rol bij hart- en vaatziekten. Wat slecht is voor je hart is ook slecht voor je brein. Met een gezonde levensstijl kun je dementie niet helemaal voorkomen, wel de kans erop verkleinen.
Onder onbegrepen gedrag valt al het gedrag van de persoon met dementie dat door deze persoon zelf en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren. Voor onbegrepen gedrag worden verschillende termen gebruikt zoals probleemgedrag, moeilijk hanteerbaar gedrag of veranderend gedrag.
Bij de ziekte van Alzheimer gaan de zenuwcellen in de hersenen kapot. Dit komt doordat bepaalde eiwitten zich ophopen in de zenuwcellen. Ook kunnen bepaalde vezels zich in de cellen ophopen. Deze ophopingen verstoren de onderlinge communicatie.
Afhankelijk van hun fysieke conditie kan het baden of douchen een bron van angst zijn, het in en uit bad gaan, het wassen, het afdrogen en het aankleden kan meer energie vergen dan ze hebben. Ze kunnen bang zijn om in het bad te vallen of een slechte ervaring hebben met verbranding of ijskoud water.
Door de dementie kan je naaste minder goed duidelijk maken wat er dwars zit. Dit onvermogen zorgt voor irritatie, boosheid en soms echt agressief gedrag.
Mensen met dementie leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte. De diagnose wordt gemiddeld na zo'n 14 maanden gesteld. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst van de klachten toe.