Het rechtstreeks in de maag of de dunne darm inbrengen van voedingsstoffen en andere stoffen. Enterale voeding kan toegediend worden in vloeibare vorm m.b.v. een nasogastrische sonde (NS) die in de neus ingebracht wordt en die men laat afdalen in de farynx (of de keelholte) tot aan de slokdarm en vervolgens de maag.
toedieningswegen: lokale toediening (medicijn direct op de plaats die behandeld moet worden), systemische toediening (medicijn wordt eerst opgenomen in het bloed), enterale toediening (oraal), parenterale toediening (buiten het maag-darmkanaal om, direct in de bloedbaan);
Enteraal betekent via het maag-darm kanaal.
In parenterale voeding zitten alle noodzakelijke voedingsstoffen, zoals koolhydraten, vetten, eiwitten, vitamines, mineralen en spoorelementen. Bij enterale voeding wordt het maag-darm kanaal wel gebruikt.
Als de darmen niet voldoende voeding (en/of vocht) kunnen opnemen, is het mogelijk dit via de bloedbaan toe te dienen. Zo krijgt u toch de benodigde voeding, vitamines en mineralen (en/of vocht) binnen. Deze methode heet totale parenterale voeding (TPV). Parenteraal betekent letterlijk 'buiten de darm'.
Parenteraal is de toedieningsvorm van geneesmiddelen of voeding anders dan enteraal (oraal, rectaal of via een sonde).
De verschillende toedieningswijzen van geneesmiddelen zoals oraal, enteraal, inhalatie, parenteraal en lokale applicatie en de (verschillen in) werking bij de diverse vormen van toediening: Enteraal = Orale toediening. Rectale toediening. Inhalatie.
Parenteraal betekent letterlijk 'buiten de darm'. De voeding wordt niet via de darm toegediend maar komt via een katheter rechtstreeks in een bloedvat terecht. De voeding is zodanig bewerkt dat de voedingsstoffen zonder ver- tering in het maag-darmstelsel, rechtstreeks in de bloedbaan kunnen worden opgenomen.
Parenterale voeding is voeding die via een infuus rechtstreeks in de bloedbaan komt. Er wordt een dun slangetje geplaatst in een groot bloedvat. Parenteraal betekent: buiten het maag-darmkanaal om.
Medicatie kan op verschillende manieren gegeven worden. Zo kunnen medicijnen o.a. oraal, rectaal, sublinguaal, intraveneus, intramusculair of subcutaan toegediend worden.
Zetpillen en klysma's worden voorgeschreven als alleen het laatste deel van de dikke darm ontstoken is. Zetpillen kunnen met een maximaal bereik van 10- 15 cm de endeldarm behandelen.Klysma's hebben een groter bereik en kunnen 30-40 cm van het onderste deel van de dikke darm behandelen.
Enterale sondevoeding is een manier om patiënten die zich niet via de mond kunnen voeden toch een afdoende voedingswaarde te bezorgen. De techniek bestaat uit de directe toediening van voeding in de maag of de ingewanden via een sonde.
Injecteren in de bloedbaan (intraveneus) is de meest directe wijze van toedienen. Met een injectienaald wordt het medicijn rechtstreeks in de bloedbaan gebracht. Injecteren leidt snel tot het gewenst effect, soms al binnen enkele seconden.
Systemische toediening is een manier van toedienen van een geneesmiddel of een andere werkzame stof in de bloedsomloop zodat het zijn werking uitoefent over het hele lichaam. De toediening kan gebeuren langs enterale weg (absorptie door het maagdarmstelsel) of parenterale weg (injectie, infusie of implantatie).
Voorbeelden Van de drie P'S Bij de indeling van de verhalen is er een onderscheid gemaakt in de drie P's: Pil, Proces en Patiënt. In de cate- gorie 'Pil' vallen de voorbeelden van verbeteringen die gericht zijn op farmacotherapeutische effecten zoals bij- werkingen en interacties tussen medicijnen.
Uit de Centrale Medicatiefouten Registratie (CMR) blijkt dat de meeste medicatiefouten optreden bij parenterale geneesmiddelen. Dit zijn alle geneesmiddelen die worden geïnjecteerd. Bijna de helft van de geregistreerde fouten vindt plaats tijdens het toedienproces.
Het is verkrijgbaar als injectievloeistof en tablet. Bij een aanhoudende aanval wordt het in een bloedvat gespoten (intraveneus), en als onderhoudsmedicatie krijg je tabletten voorgeschreven.
Inhalatiemedicijnen zijn te inhaleren met een puffer. Je hebt grofweg twee soorten puffers: de poederinhalator en de dosisaerosol.
Verschillende toedieningsvormen U kunt medicijnen op verschillende manieren inhaleren: • via een poederinhalator; • via een dosis aërosol (verstuiver) met voorzetkamer; • via een respimat inhaler; • via een vernevelaar.
Er bestaan drie soorten inhalatoren: dosisaerosolen, poederinhalatoren en vernevelapparaten.
Voeding en procedure
Moet er langere tijd parenterale voeding gegeven worden dan wordt gebruikgemaakt van een glucoseoplossing. Omdat deze oplossing hypertoon is kan deze niet perifeer worden toegediend. Het bloedvat waarin de katheter is geplaatst zou daar op reageren door sterk samen te trekken.
Parenterale voeding en gewone voeding gaan heel goed samen, ze vullen elkaar aan. Uw arts vertelt u of u naast de parenterale voeding wel of niet mag eten. Het kan zijn dat u bijna geen ontlasting meer krijgt. Dit komt omdat er bij het gebruik van parenterale voeding geen reststoffen in de darm ontstaan.
Totale Parenterale Voeding (TPV)
Is sondevoeding geen optie, bijvoorbeeld omdat je de sonde steeds uitspuugt, dan wordt soms Totale Parenterale voeding toegediend. Dit is een vorm van voeding die niet via het maag-darmstelsel loopt, maar direct in de bloedbaan wordt gebracht.