In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
Een lange geschiedenis
Zo leerden de Portugezen de slavernij kennen. Zij begonnen ook met de handel vanaf de Afrikaanse Westkust en beschermden deze door het bouwen van forten, waaronder het fort São George der Mina, het later Elmina. Omstreeks 1630 gaan de Hollanders zich met de slavenhandel bezighouden.
Sommige mensen worden geboren als slaaf, omdat hun ouders dat zijn. Anderen werken hun leven lang om een schuld of een lening af te betalen. Maar ook gedwongen prostitutie, op jonge leeftijd uithuwelijken en zelfs het verkopen van een orgaan om aan geld te komen, wordt gezien als moderne slavernij.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
Hebben slaven geld? Slaven mogen volgens de wet geen loon ontvangen of geldzaken doen. Toch zijn slaven in Suriname, maar vooral ook op Curaçao, niet helemaal van financiën verstoken. Ze verdienen zelf geld door producten te verkopen of door voor zichzelf te werken met toestemming van de meester.
Naast Bantu-slaven maakten de Somaliërs ook tot slaaf van de Chamito-Semitische pastorale volkeren . Veel Oromo's werden dus gevangen genomen tijdens oorlogen en invallen. Er waren echter zeer duidelijke verschillen in de perceptie en behandeling van Oromo-slaven in vergelijking met Bantu-slaven.
Tussen 1519 en 1867 vonden wereldwijd naar schatting 27.233 slaventransporten plaats. Tijdens deze reizen stierven ongeveer 3.000.000 Afrikanen.
Hoe werd iemand slaaf? Mensen werden als slaaf meegenomen als ze bijvoorbeeld hun vrijheid kwijt waren, vanwege een misdaad of schulden. Ook mensen waarvan hun ouders slaaf waren, werden automatisch slaaf. De meeste slaven werden gewoon uit hun dorp gehaald en vanuit Afrika meegenomen naar Amerika, de plantages.
Wereldwijd zijn er meer slaven dan ooit. Dat meldt de Walk Free Foundation, een organisatie die strijdt tegen moderne slavernij. Naar schatting 29,8 miljoen mensen leven momenteel als slaaf, blijkt uit de Global Slavery Index.
Ook Nederlandse kooplieden deden mee aan die handel. Ze haalden die mensen uit Afrika. In de 18e eeuw werd er veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Het stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en verkocht deze als slaven aan een Nederlandse koopman.
Degene die het eigendom is van de ander wordt gedwongen om voor de eigenaar zwaar werk te verrichten, tegen weinig of vaak zelfs helemaal geen loon. Zo iemand heet een slaaf en zijn lichaam is het bezit van de landeigenaar.
Hoe lang duurde de slavernij? De slavernij duurde zo'n tweehonderd jaar en in die tijd werden meer dan 12 miljoen Afrikanen uit hun land verscheept naar Curaçao, Suriname en Brazilië. Om te vergelijken: Nederland heeft 17 miljoen inwoners.
Slavernij duurde tot ongeveer 1865 in ongeveer de helft van de Amerikaanse staten. Als economisch systeem werd de slavernij grotendeels vervangen door sharecropping en het convict leasing, het verpachten van gevangenen.
De slavenhandel begon toen de Afrikaanse vorsten gijzelaars uitleverden aan de Europese handelaren. De Europeanen zagen echter al snel brood in de mensenhandel en vooral de Portugezen zetten een grootschalige slavenhandel op touw.
Barbarijse slavenhandel was de handel in slaven van de 16e tot in de 19e eeuw in gebieden aan de Barbarijse kust van Noord-Afrika. Het betrof het sultanaat Marokko en plaatsen in het latere Algerije, Tunesië en het westelijk deel van Libië.
Als laatste land ter wereld schafte Mauritanië de slavernij af, in 1980.
Michiel de Ruyter (1607-1676)
Die handelsroutes waren voor een groot deel gebaseerd op de slavenhandel waarmee de de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld verdiende. Aan de westkust van Afrika, waar de bevolking vaak tot slaaf werd gemaakt, vocht De Ruyter daarom verschillende oorlogen uit met Engeland.
Er was veel zwaar werk te doen op de plantages. Afrikaanse mensen werden als slaven over de oceaan naar de koloniën gebracht. Zo begon de handel in slaven. Men zag slaven als normale handelswaar, net als wapens, textiel of specerijen.
Denemarken was in 1803 het eerste Europese land dat de slavernij afschafte, zestig jaar vóór Nederland. In 1807 verbood het Verenigd Koninkrijk – een van de grootmachten op dit gebied - de slavenhandel en in 1833 ook de slavernij. Pas dertig jaar later deed Nederland hetzelfde.
Keti Koti betekent 'verbroken ketenen', verwijzend naar de boeien waarmee de tot slaafgemaakten vastgezet werden.
Veel Afrikanen waren slaaf geworden doordat zij in een oorlog gevangen werden door een vijandige stam. Sommige Afrikanen werden slaaf, omdat zij een rekening niet konden betalen. Om van de schuld af te komen, werden zij voor een bepaalde tijd slaaf.
Het leven op de plantages is voor de slaven heel slecht. De meesten moeten zwaar werk doen, wel 60 tot 96 uur per week. En altijd is er de zweep voor wie niet hard genoeg zijn best doet volgens de opzichter. De slaven krijgen maar tweemaal per dag te eten: het is niet veel en bijna altijd hetzelfde.
Veel slaven komen terecht in Suriname, op suikerrietplantages. Ze moeten hard werken voor hun Nederlandse bazen, maar ze krijgen er niets voor betaald. Ze mogen nergens heen, zijn niet vrij, en worden slecht behandeld. De slaven komen vaak in opstand en proberen weg te lopen.
In Afrika, Indiaans Amerika en Azië konden vele belangrijke economische activiteiten alleen met slaven worden uitgevoerd. Havens, schepen, mijnen en plantages werden in die werelddelen alle door slaven bemand.