(1) Argumenten op basis van feiten, (2) argumenten op basis van onderzoek of wetenschap, (3) argumenten op basis van wat je belangrijk vindt, (4) argumenten op basis van wat je verwacht, (5) argumenten op basis van geloof, (6) argumenten op basis van gezag en (7) argumenten op basis van nut.
We onderscheiden twee soorten argumenten: de feitelijke en de waarderende. Feitelijke argumenten zijn uitspraken waarvan de schrijver/spreker weet of denkt dat ze waar zijn. Ze zijn controleerbaar. Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want als ik slaag moet ik naar een andere school (feitelijk argument).
Een goed argument is juist. Dat wil zeggen: het is waar wat je zegt. Een goed argument is daarnaast geldig: het gaat over het onderwerp van het meningsverschil en niet over iets anders.
Standpunt met geheel van bijbehorende argumenten dat het standpunt ondersteunt (argumenten) of ontkracht (tegenargumenten). Een tegenargument is een uitspraak waarmee een schrijver of spreker een standpunt ontkracht. Een uitspraak waarmee een schrijver of spreker een argument ontkracht.
Standpunt en argument
Wanneer je een bepaalde mening hebt over iets, oftewel een standpunt, en je wil iemand anders overtuigen van jouw mening, dan gebruik je argumenten om jouw standpunt te onderbouwen.
Een argument kan een reden of een voorbeeld zijn. Het verschil tussen een reden en een voorbeeld is dat er bij een reden wordt aangegeven waarom iemand iets wel of niet doet en bij een voorbeeld wordt er iets nagedaan, iets gemaakt of iets laten zien om iets te verduidelijken.
Maak daarbij gebruik van de volgende literaire argumenten: structurele, realistische, vernieuwingsargumenten, morele, emotivistische, inten- tionele en stilistische argumenten.
Een ervaring kan gebruikt worden als een feit. We spreken dan van een empirisch argument. Iemand kan aan het woord gelaten worden die veel van het onderwerp afweet. Er wordt dus een beroep op gezag gedaan.
Emotivistische argumentenDeze argumenten leggen een relatie tussen het literaire werk en de gevoelsmatige uitwerking ervan op de lezer (de criticus). Woorden als 'aangrijpend', 'beklemmend', 'fascinerend', 'meeslepend', 'vlak', 'weinigzeggend, 'verrassend effect' zijn typerend voor emotivistische argumenten.
Argumenten zijn redenen waarom iemand iets wel of niet vindt. Ze kunnen worden gebruikt om standpunten te verdedigen of aan te vallen. Met behulp van argumenten nemen mensen beslissingen of ze iets wel of niet willen doen, of iets wel of niet vinden.
Een mening is wat iemand vindt van iets.Met een mening kun je het eens zijn of oneens.Een mening kun je onderbouwen met argumenten.Een argument geeft aan waarom je een bepaalde mening hebt.
reden (zn) : aanleiding, argument, beweeggrond, beweegreden, drijfveer, grond, motief, motivatie, motivering, oorzaak, verklaring. motivering (zn) : argument, bewijsgrond, bewijsvoering, reden, verklaring.
doet ter zake en ondersteunt je standpunt op een constructieve manier; weerlegt mogelijke tegenargumenten; is belangrijk en dwingend zodat de tegenpartij het niet zomaar naast zich kan neerleggen.
Reden, verklaring, argument
Signaalwoorden: omdat, want, namelijk, daarom, aangezien, op grond van, immers, om die reden.
Het weerleggen van argumenten betekent dat je aantoont dat de argumenten van de tegenstanders niet kloppen.
Een tegenargument herken je aan dezelfde signaalwoorden als die waaraan je argumenten herkent: dat blijkt uit, immers, namelijk, omdat, de reden hiervoor is en want.
Een drogreden, schijnreden of sofisme is een reden of redenering die niet correct is, maar wel aannemelijk lijkt. Wanneer een Bewys de gedaante van Waarheid met zich brengt en evenwel ons doet dwaalen, is 't een Drogreden.