Democratische rechtstaat. Nederland is een democratische rechtsstaat. Democratisch, omdat de burgers kiezen wie het land regeert. Een rechtsstaat, omdat iedereen zich aan het Nederlandse recht moet houden.
Het wordt gewoonlijk verdeeld in het publiekrecht, dat de verhouding tussen overheid en burger (inclusief rechtspersonen) regelt, en het privaatrecht, dat de verhoudingen tussen burgers onderling regelt. Deze twee zijn verder onder te verdelen.
Meestal begint een strafzaak bij de politie. De officier van justitie besluit vervolgens wel of niet te vervolgen. Bij vervolging doet de rechter een uitspraak (vonnis). In het strafrecht geldt dat de verdachte onschuldig blijft totdat het tegendeel is bewezen.
Grofweg zijn er in de wereld 2 rechtssystemen te onderscheiden: 'civil law' en 'common law'. In de meeste Europese landen, waaronder Nederland, geldt civil law. Dit is voornamelijk gebaseerd op wetboeken die abstracte regels bevatten. De rechters gebruiken deze regels om tot een uitspraak te komen.
Wat is een democratische rechtsstaat? De Nederlandse staat is democratisch, omdat de burgers kiezen wie het land regeert. En de Nederlandse staat is een rechtsstaat, omdat iedereen zich aan het Nederlandse recht moet houden: burgers, organisaties en overheid.
Een rechtsstelsel is het geheel van wetgeving, rechtspraak en rechtsleer, dat geldt in een of meer landen op een bepaald tijdstip. Aan de basis van een rechtsstelsel ligt meestal een historisch gegroeid geheel van opvattingen omtrent recht en rechtvaardigheid, die rechtsfilosofie worden genoemd.
De rechtsstaatgedachte is ontwikkeld tegen de praktijk van absolute vorsten (zoals Lodewijk XIV). Vanuit de rechtsstaatgedachte is willekeur te voorkomen en zijn rechtszekerheid en rechtsgelijkheid te bevorderen. In een rechtsstaat worden burgers tegen de macht van de staat beschermd door wetten.
Antwoord: Civil Law: het recht uit het wetboek.Common Law: het recht uit de rechtspraak afkomstig. Het gezag ligt bij de uitspraken van andere rechters uit eerdere vergelijkbare zaken. Gewoonte van de rechtbank.
Het overkoepelende bestuur van de rechtbanken, de gerechtshoven, het CBb en de CRvB is de Raad voor de rechtspraak. De Raad houdt toezicht en zorgt ervoor dat rechters hun werk goed kunnen doen, bijvoorbeeld door kennis toegankelijk te maken. De Raad komt op voor de belangen van de Rechtspraak in de politiek.
In Scandinavië zijn volgens de lijst de beste rechtssystemen ter wereld te vinden. Direct daarna volgt Nederland. Met een 5de plek handhaaft Nederland zijn positie van vorig jaar.
Dat betekent dat de Hoge Raad beoordeelt of een lagere rechter (rechtbank/gerechtshof) bij een uitspraak het recht juist heeft toegepast en of de procedure op de juiste wijze is gevolgd. De Hoge Raad vervult deze taak ook voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
Artikel 18 regelt de rechtsbijstand. Iedereen kan zich bij de rechter of bij een geschil met de overheid laten bijstaan door iemand anders, zoals een advocaat. financiële draagkracht deze bijstand niet krijgt. Deze bepaling kan men aanmerken als een bepaling met een karakter van sociaal grondrecht.
In alledaagse praktijk. Alhoewel de president feitelijk de 'baas' is, kan hij geen andere rechters ontslaan en heeft hij geen invloed op beslissingen van andere rechters. De president houdt zich hoofdzakelijk bezig met het uniformeren van de rechtspraak binnen zijn rechtbank.
De Hoge Raad is hoogste rechter in civiele zaken, strafzaken en belastingzaken. De Hoge Raad is cassatierechter. Dat betekent dat de Hoge Raad beoordeelt of een lagere rechter (rechtbank/gerechtshof) bij een uitspraak het recht juist heeft toegepast en of de procedure op de juiste wijze is gevolgd.
In artikel 2 Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) wijst de wetgever de gerechten aan die tot de rechterlijke macht behoren: de rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad.
In Nederland is de landelijke overheid de enige wetgever. Onder het continentaal recht is de rechter in principe gebonden aan de geschreven wet.
In de 12e eeuw had koning Hendrik II het Engelse recht hervormd door de introductie van koninklijke rechters. Deze rechters ontwikkelden op den duur een gemeenschappelijk gewoonterecht: namelijk de gewoonte van de koninklijke rechtbanken, oftewel: het common law.
De rechtspraak is opgedeeld in 3 rechtsgebieden: civiel recht, strafrecht en bestuursrecht.
Sinds 1815 is Nederland een monarchie en sinds 1848 is het een parlementaire democratie. Tussen 1581 en 1806 was Nederland een republiek en tussen 1806 en 1810 was het een koninkrijk. Het was onderdeel van Frankrijk tussen 1810 en 1813.
Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten. Dit zijn onder andere het recht op huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs.
In de rechtspraak is er in Nederland officieel sprake van drie rechtsgebieden: bestuursrecht, civiel recht en strafrecht.
Democratie (van het Grieks δῆμος/dèmos, "volk" en κρατειν/kratein, "heersen", dus letterlijk "volksheerschappij") is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening.
De meeste plichten worden door middel van wetten opgelegd. Zo kennen we de leerplicht, de plicht om verkeersregels en andere voorschriften na te leven, de plicht om belasting te betalen en de plicht om voor de rechter als getuige op te treden.