Nederland importeert vooral sojabonen, sojaschroot, vruchtensappen, fruit en vlees. Spanje importeert meer sojabonen uit Brazilië dan Nederland, maar daarnaast relatief weinig andere agrarische goederen. Duitsland richt zich juist vooral op de invoer van Braziliaanse koffie.
Ook de import van landbouwgoederen is gestegen tot 72,5 miljard (9,9% groei t.o.v. 2020).
Zuivel en eieren (11,9 miljard euro), sierteeltproducten (11,5 miljard euro), vlees (11 miljard euro), dranken (8,1 miljard euro) en natuurlijke olie en vetten (8,1 miljard euro) zijn bij de export de belangrijkste goederengroepen. De top vijf is in 2022 goed voor 41% van de totale exportwaarde.
De productgroepen met de hoogste exportwaarde in 2022 zijn zuivel en eieren (€ 11,9 miljard), sierteeltproducten (€ 11,5 miljard), vlees (€ 11 miljard), dranken (€ 8,1 miljard) en natuurlijke olie en vetten € (8,1 miljard).
Na sierteelt volgt de export van vlees (4,4 miljard euro), zuivel en eieren (4,2 miljard) en groenten (3,8 miljard). Het gaat hier om de exportwaarde minus de waarde van de import van goederen en diensten die nodig zijn om de goederen te exporteren en te produceren.
De belangrijkste producten die vanuit Nederland naar Duitsland geëxporteerd worden, zijn aardolieproducten, chemische producten en machines, computers, telecommunicatietoestellen, microprocessoren en kantoormachines.
In 2021 is de Nederlandse landbouwexport voor het eerst boven de 100 miljard euro uitgekomen. Nederland exporteerde voor in totaal 104,7 miljard euro, ruim 9 procent meer dan in 2020. De waarde steeg niet alleen omdat er meer geëxporteerd werd, maar ook omdat de prijzen voor de producten hoger lagen.
De Verenigde Staten (196,0 miljard dollar in 2021) was de grootste landbouwexporteur, gevolgd door Nederland (125,2 miljard dollar in 2021).
Nederland haalt met name veel landbouwproducten uit Brazilië, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In de Rotterdamse haven kwam vorig jaar voor 3,7 miljard euro aan zulke goederen het land in, merendeels veevoer, vlees, oliehoudende zaden en groente en fruit.
Het aandeel van de landbouwgoederen in het totale Nederlandse goederenhandelsoverschot lag in 2022 op 79,3%, in 2021 was dat nog 73,5%. Deze percentages benadrukken dat de handel in landbouw- en voedingsmiddelen van groot belang is voor de Nederlandse goederenhandel en de Nederlandse economie als geheel.
Machines en vervoermaterieel ook de belangrijkste importgoederen. Net zoals bij de goederenexport vormen machines en vervoermaterieel ook bij de goederenimport de grootste categorie. In 2018 was het aandeel daarvan in de totale import van goederen 31 procent, zie figuur 4.10.2.
Computers, laptops en tablets vormden met 6,1 miljard euro 14 procent van de totale invoerwaarde uit China. Vergeleken met 2015 is de invoer van deze goederen met 37 procent toegenomen. Modems, routers, speakers e.d. vormden bijna 11 procent van de invoer uit China, een ruime verdubbeling ten opzichte van 2015.
Daarmee – en ook dankzij allerlei andere agrarische producten – is Nederland de tweede landbouwexporteur van de wereld – na de VS, maar vóór Duitsland. Nederland is tevens de derde netto-exporteur ter wereld, na Brazilië en Argentinië.
Exportland Nederland verdient het meest aan de export van machines, aardgas en bloemen en planten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft een top-10 gemaakt van de meest lucratieve goederen voor de export in 2015 en daarin staan machines op één.
Hoeveel boeren zijn er? Volgens de recentste cijfers van statistiekbureau CBS waren er in 2019 in Nederland 53.233 landbouwbedrijven. Daarmee vormden boeren toen ongeveer 0,6 procent van de totale Nederlands beroepsbevolking.
Bovenaan de lijst met populaire importproducten staan natuurlijk de Duitse auto's en auto-onderdelen, maar ook machines, chemische producten, metalen, voedingsmiddelen zoals groente en fruit en textielproducten van onze oosterburen doen het goed op de Nederlandse markt.
In 2021 was de import, met 526,7 miljard euro, fors hoger was dan in voorgaande jaren. Het volume van de invoer was 8,6 procent groter dan in 2020 en 5,7 procent groter dan in 2019.
Nederland is ook een grote importeur, vooral door de goede logistieke bereikbaarheid over zee (en door de lucht) en de gunstige ligging ten opzichte van Duitsland als koopkrachtig achterland. 'Groot' is daarbij relatief; het merendeel (zo'n 75% tot 80%) van de import en export vindt plaats binnen de EU.
In Nederland stellen we hoge eisen aan het produceren van vlees. Het moet onder andere duurzaam, diervriendelijk en veilig zijn. Dit vraagt om grote investeringen van de boer en de sector. De export van vlees zorgt voor een eerlijke prijs voor de boeren.
Van de totale oppervlakte van Nederland is 54 procent (2,2 miljoen hectare) in gebruik als landbouwterrein, en 13 procent (0,5 miljoen hectare) als bebouwingnoot1 en verkeersterrein. Bebouwd terrein bestaat voornamelijk uit woon- en bedrijventerreinen.
Van alles wat de Nederlandse boeren produceren is ongeveer 75% voor de export, zegt Hanneke Muilwijk van het Planbureau voor de Leefomgeving. En omgekeerd: van het grondoppervlak dat nodig is om al het voedsel dat Nederlanders eten te produceren, ligt driekwart in het buitenland.