Sterke mannen moesten hard werken in het werkkamp (Auschwitz III), sommige vrouwen werd uitgekozen om ook te gaan werken. Het bereiden van eten of het maken van kleren waren taken wat de vrouwen mochten doen. De overgebleven mannen, vrouwen en kinderen weren al gauw naar de gaskamers gebracht.
Verder werd er gewerkt in onder andere de keuken, de schoenmakerij, de kleermakerij, de houtzagerij, de lompensorteerderij, de metaalsloperij, de ziekenboeg en in het magazijn.
Hier werden vooral politieke tegenstanders opgesloten. Kamp waar gevangenen tijdelijk moesten blijven totdat ze doorgestuurd werden naar een werkkamp of vernietigingskamp. Hier moest hard gewerkt worden, mensen gingen ook dood aan vermoeidheid, honger of ziektes. Werkkampen hadden vaak meerdere locaties.
Het werk dat zij moesten verrichten was onder andere spitten op de heide, aardappels rooien en wegen of paden aanleggen. Deze joodse werklozen verdienden twintig procent minder dan de andere werklozen. Omdat de grond bevroren was kwam er in de eerste maanden weinig van werken terecht.
Eigenlijk laat het leven in zo'n kamp zich nauwelijks beschrijven. Het dagelijks leven van de gevangenen werd beheerst door angst, gebrek aan hygiëne, honger, oververmoeidheid, gedwongen arbeid, gebrek aan ruimte en heel vaak ook door het verdriet om vermoorde of vermiste familieleden of vrienden.
Het duurde nog steeds vrij lang (ca. 20 minuten), en de bestuurder kon de gevangenen horen roepen en bonzen wanneer ze zich realiseerden dat ze vergast werden.
Het kamp Auschwitz werd opgericht als kamp voor politieke gevangenen en krijgsgevangenen, vlakbij het Poolse dorpje Oświęcim (Auschwitz in het Duits). Op 5 mei 1940 kreeg Rudolf Höss het commando over het kamp, twee weken later arriveerden de eerste gevangenen: Duitse criminelen.
Auschwitz-Birkenau
De ergste en meest bekende verzameling van concentratie- en vernietigingskampen is Auschwitz-Birkenau. Auschwitz I begon als een kamp voor krijgsgevangen.
Het was de bedoeling om deze mensen uit te wisselen voor geld of Duitse krijgsgevangenen. Het werd ook wel “uitwisselkamp” genoemd en de omstandigheden waren hier iets beter: Iedereen mocht zijn of haar bagage houden (1 koffer/rugtas) evenals de eigen kleren (met jodenster! Vandaar de naam “Sterkamp”)
Gaskamers zijn de afgesloten ruimten in concentratie- en vernietigingskampen waarin grote aantallen mensen, voornamelijk Joden, Sinti en Roma en gehandicapten, door middel van een giftig gas, meestal blauwzuur, groepsgewijs vermoord werden.
Nazi-Duitsland telde zes grote vernietigingskampen (Auschwitz-Birkenau, Sobibór, Treblinka, Majdanek, Belzec en Chełmno) en een handvol grote concentratie- en werkkampen met namen als Buchenwald, Bergen-Belsen (waar Anne Frank omkwam) en Mauthausen.
Auschwitz was het grootste concentratiekamp, in totaal werden 1,3 miljoen mensen daar naartoe gebracht. Hiervan kwamen er 1,1 miljoen om het leven. In de oorlog werden niet alleen veel Joden opgepakt, maar ook Polen, zigeuners, Russische gevangen en andere slachtoffers kwamen hier om.
Ongeveer 1,3 miljoen mensen werden naar Auschwitz gedeporteerd. Van hen zijn er ongeveer 1,1 miljoen om het leven gekomen; het grootste deel van de slachtoffers werd vergast.
Toegangskaartjes voor Auschwitz zijn gratis. Wil je een rondleiding met gids, dan kost dit natuurlijk wel geld. Kaartjes moet je van te voren reserveren! Dat kan via visit.auschwitz.org.
Arbeit macht frei is een spreuk die boven de toegangspoorten van de nationaalsocialistische concentratiekampen en vernietigingskampen stond. De spreuk laat zich het best vertalen als 'arbeid bevrijdt'. Alleen in kamp Buchenwald stond Jedem das Seine boven de poort.
Tijdens de bezetting van Nederland duikt de Joodse Anne Frank in 1942 onder voor de nazi's. Na twee jaar wordt ze ontdekt. In 1945 sterft ze in concentratiekamp Bergen-Belsen.
In het concentratiekamp zijn meer dan zes miljoen mensen opgesloten en - de meesten - ook vermoord. Slechts 196 konden ontsnappen. Vorige maand overleed de oudste ontsnapte: Kazimierz Piechowski (96) die in een auto en met SS-kleren buitenreed.
Gevangenen krijgen weinig en slecht eten. Het voedsel bestaat uit waterige koolsoep en brood. Soms is het eten niet eens gaar, andere keren is het bedorven. Mensen hebben zo'n honger dat ze alles eten wat ze krijgen.
Verschillende experimenten gingen ver. Zo is bekend dat Mengele ooit eens een tweeling letterlijk aan elkaar naaide zodat hij zijn eigen Siamese tweeling had. Ook werd het bloed van de ene tweeling bij de andere tweeling ingespoten.
Het ruikt enigszins naar amandelen, maar niet sterk genoeg om erop te kunnen vertrouwen dat het geroken wordt voor het fataal is. De pellets geven, zodra ze aan de open lucht blootgesteld worden, het blauwzuur af als damp.
Op 27 januari 1945 werd het concentratiekampcomplex Auschwitz-Birkenau bevrijd door het Rode Leger (de Sovjet-soldaten red.). Het ging om de drie hoofdkampen van het complex in de buurt van het stadje Auschwitz (Oświęcim in het Pools).
De nazi's besluiten om de concentratiekampen te evacueren en de Holocaust te laten verdwijnen om zo het bewijsmateriaal te vernietigen. Gevangenen die nog kunnen lopen nemen ze mee op zogenaamde dodenmarsen.
Voor zowel Auschwitz I als II wordt een bezoektijd van minimaal 1,5 uur geadviseerd en om een goed beeld te verkrijgen van het geheel moet men dus rekenen op zeker drie uur. Voor kinderen moet men rekening houden met een geadviseerde minimale leeftijd van 14 jaar.
Hierbij werd een selectie uitgevoerd door SS'ers samen met de kampartsen. Deze wees naar de rij die, zo werd gezegd, moest lopen of de rij die vervoerd zou worden.