Kenmerken van dementie vergeetachtigheid; taalproblemen, bijvoorbeeld niet op woorden kunnen komen of de betekenis van woorden vergeten; gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen; problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.
De persoon kan soms dingen doen die hij anders nooit deed. Een van de symptomen van dementie is onrust. Daardoor lijkt het alsof hij steeds iets zoekt, moet opruimen of iets anders moet doen. Door dit constante gevoel van onrust en de behoefte om te lopen, krijgt iemand vaak slaapproblemen.
Zo gebruiken ze vaak dezelfde woorden, beginnen ze grammaticale fouten te maken en begrijpen ze lange en complexe zinnen minder goed. Gaandeweg krijgen ze ook moeite met abstract denken. Ze kunnen moeilijk de waarde van geld inschatten en kunnen zich moeilijker oriënteren in tijd en ruimte.
Kenmerken van dementie
vergeetachtigheid; taalproblemen, bijvoorbeeld niet op woorden kunnen komen of de betekenis van woorden vergeten; gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen; problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.
pijn in de rug, nek, of gewrichten. duizeligheid. vermoeidheid.
Diabetes en hart- en vaatziekten zijn risicofactoren voor dementie. Daarnaast lijken vezels ook nog bij te dragen aan het verminderen van ontstekingen in het lichaam. Ook ontstekingen spelen vaak een rol bij dementie.
Meer dan vergeten te eten
Dit onderzoek laat zien dat gewichtsverlies een direct verband heeft met het ziekteproces, zoals gemeten met de Alzheimer biomarkers. Dat betekent dat gewichtsverlies bij patiënten met dementie door Alzheimer niet alleen komt doordat zij vergeten te eten.
Er zijn veel theorieën over welke kleuren het meest geschikt zijn voor mensen met dementie. Pasteltinten hebben de eigenschap rust te scheppen. Felle kleuren als rood (warm) en blauw (koud) kunnen activeren en geven prikkels die je weliswaar beperkt en bewust kunt inzetten, maar niet geschikt zijn om rust te creëren.
Mensen overlijden meestal niet aan alzheimer zelf, maar aan aandoeningen die ze door de ziekte krijgen. Zo overlijden veel mensen aan een longontsteking omdat ze moeite krijgen met slikken. Daarnaast vormen ondervoeding en een verminderde weerstand een risico.
Bij interactieroepen is er iets onaangenaams in de omgeving aanwezig, waardoor de dementerende roept. Sommige dementerenden praten dan weer hardop in zichzelf om weer een soort van contact met zichzelf te krijgen.
De helft tot driekwart van de mensen met dementie ervaart pijn. Onderzoeker Steffie Bunk:“Bij dementie gaan de zenuwcellen en de verbindingen tussen die zenuwcellen kapot, waardoor de hersenen minder goed werken en pijn ook anders wordt verwerkt.”
Mensen met dementie hebben vaak een verminderde eetlust.Dat kan komen omdat ze te vermoeid zijn of vanwege bijwerkingen van medicijnen. Dementie overkomt de meeste mensen op oudere leeftijd, veel mensen die wat ouder zijn hebben al een verminderde eetlust.
Naast cognitieve beperkingen kunnen patiënten met de ziekte van Alzheimer last hebben van stemmings- en/of gedragsveranderingen, zoals depressie en/of angstklachten, apathie, hyperactiviteit, rusteloos gedrag en agitatie, wanen en hallucinaties. De behandeling is vaak ook gericht op deze symptomen.
Neurologische problemen
Een beroerte, de ziekte van Parkinson of bijvoorbeeld dementie kunnen leiden tot coördinatieproblemen in de slikbeweging. Het samenspel van de spiergroepen die betrokken zijn bij het slikken is verstoord. Daarnaast kan het gevoel in de mond verminderd zijn.
Mensen met dementie kunnen hun ziekte vaak goed verbloemen. Dit heet 'façade gedrag' en dit is één van de kenmerkende symptomen van dementie.
In de laatste levensfase van dementie gaan het geheugen en begrip verder achteruit.De persoon met dementie kan niet meer goed communiceren.
Galantamine, rivastigmine en donepezil worden gebruikt bij de behandeling van de ziekte van Alzheimer, Parkinson-dementie en Lewy body dementie. Artsen schrijven deze medicijnen voor in de eerste fase van Alzheimer. Voor Parkinson-dementie en Lewy body dementie worden ze ook in een latere fase van de ziekte gegeven.
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Aan het begin van alzheimer ga je steeds meer dingen vergeten en heb je vaak moeite met het vinden van woorden.De hersenen gaan daarna steeds verder achteruit en worden niet meer beter.
Een gevolg van ouder worden is dat spieren afnemen in omvang en in kracht. En spieren verbruiken meer energie dan vetweefsel. Omdat je spiermassa afneemt, heb je dus minder energie nodig en daarom wat minder eten. Gemiddeld hebben mensen vanaf een jaar of 60 minder energie nodig.
Verlies van spiermassa komt voor naarmate we ouder worden. Spieren in het lichaam worden dunner, minder sterk en minder elastisch. Hierdoor neemt onder andere de loopsnelheid af en is er meer kans op vallen en/of botbreuken. Het slinken van de spieren is dus eigenlijk een ouderdomskwaal dat elk jaar toeneemt.
Ouderen vallen vaker naarmate zij ouder worden. Met name kwetsbare ouderen (met ziektes en/of aandoeningen) vallen sneller. Uit de cijfers blijkt zelfs dat er ieder jaar steeds meer valincidenten zijn.